Gezichtsbedrog (diepte zien)

NOG MEER GEZICHTSBEDROG
(diepte zien) 

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WereldoriëntatieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

NOG MEER GEZICHTSBEDROG
(diepte zien) 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag gaan jullie twee dingen maken, nóg een tekening met gezichtsbedrog en een foto met waarin je speelt met wat je dénkt te zien. 

In deze les gaan we ook beginnen met de theorie over de werking van het oog. 

Voordat je zelf met je camera aan de slag gaat, bekijk je eerst de volgende autoreclame.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

In de video zie je mooie voorbeelden van wat we in de vorige les hebben behandeld: anamorfosen. 
Daarnaast maken ze heel veel gebruik van een illusie die “De kamer van Ames” wordt genoemd – daarover later meer. 

Bekijk de MAKING OF video om hoe deze autoreclame is gemaakt: 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Je hebt vast wel eens een ‘ongelukkige’ foto gemaakt, waarop iemand precies voor de stam van een boom staat en het lijkt alsof de boom uit zijn hoofd groeit. 
Kijk nog maar eens naar de foto op de eerste slide van deze les: 
  • hoeveel toeristen proberen er jaarlijks in Pisa de scheve toren weer recht te duwen? 
  • Hoe zit dat precies? 
  • En kun je zelf met opzet dit soort ‘ongelukkige foto’s’ maken?

Slide 6 - Tekstslide

STAP 1
Bekijk bovenstaande foto. 
  1. Welke verassende effecten zie je? 
  2. Hoe is dat effect gemaakt?

Slide 7 - Tekstslide

Voor dit effect wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde Kamer van Ames. Meneer Ames heeft zo’n kamer voor het eerst in 1935 gemaakt. Je denkt dat je naar een kubusvormige of rechthoekige kamer kijkt, maar in het echt is dat helemaal niet zo, de kamer heeft een heel andere vorm. 
De kamer is aan de linkerkant ook nog eens veel hoger gemaakt dan aan de rechterkant. Dus het meisje lijkt al kleiner omdat ze verder weg staat, ze lijkt nog een keer kleiner omdat de kamer links veel lager is. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hier nog enkele voorbeelden

Slide 10 - Tekstslide

De wereld om ons heen is driedimensionaal. 

Maar wat is dat? 
En hoe kan het dat we diepte zien? 
Waarom hebben we twee ogen nodig om diepte te kunnen zien?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Probeer het volgende: 
1. Steek je wijsvinger op, hou hem recht voor je gezicht op zo’n 30 cm afstand. Doe nu afwisselend je rechter- en je linkeroog dicht. Wat zie je? Als het goed is zie je je vinger op twee verschillende plaatsen. Elk oog ziet nét een ander beeld, uit een iets andere hoek. Dat noemen we het hoekverschil. 
2. Beweeg je vinger nu verder van je af. Wat gebeurt er met het hoekverschil als de afstand groter wordt? 

Slide 13 - Tekstslide

DIEPTE ZIEN op een plat vlak
Een velletje papier is plat. Als we een tekening maken waarop we willen doen alsof je diepte ziet, moet je je hersenen voor de gek houden door gebruik te maken van trucjes.
We hebben al wat van deze trucjes gezien. Een daarvan is het lijnperspectief. En de truc van net: is iets wat dichterbij is lijkt groter, iets wat verder van je af is lijkt kleiner. Dat kun je ook tekenen. Dat noem je dan verkorting. 
Als je deze trucs omdraait, dus iets niet verkort maar juist uitrekt, teken je een anamorfose. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welk lijn is het langst?
A
Bovenste
B
Middelste
C
Onderste
D
Alle drie evenlang

Slide 16 - Quizvraag

Met spiegels raakt je brein ook flink in de war...

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe lopen de lijnen?
Als je van links naar rechts uit gaat.
A
Horizontaal
B
Loopt schuin naar beneden
C
Loopt schuin omhoog
D
Om de lijn omhoog en dan oplaag.

Slide 19 - Quizvraag

Patroon herkenning
  • De hersenen zijn heel goed in patroonherkenning
  • zelfs iets te goed
  • eenmaal een patroon te pakken hebben, is het moeilijk om de aandacht te verleggen naar een ander patroon
  •  In dit geval zijn de hersenen zo gefixeerd op het zwartwitte blokjespatroon, dat ze het lijnenpatroon links laten liggen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Onze hersen zijn lui!!
Ze gebruiken maar de helft van de informatie.
Hierdoor lees je verkeerden dingen.....

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Welke tekst heb je gezien?
A
Coca-Cola
B
Coca-Coca
C
Cola-Cola
D
Cola-Coca

Slide 27 - Quizvraag

Hoeveel personen staan hier?

Slide 28 - Tekstslide

Hoeveel personen stonden er op de afbeelding?
A
IK kon zo snel niet tellen.
B
12
C
13
D
Dit verandert met de afbeelding.

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Bedenk een situatie om ook zo'n foto te maken, waarbij het lijkt alsof  er iets heel onmogelijks op staat. Zie ook de voorbeelden in deze les. Zet een klein voorwerp dichtbij.... maak goed gebruik van afstand. 

Slide 32 - Tekstslide

Upload hier jou gemaakte foto en het proces om deze foto te kunnen maken.

Slide 33 - Open vraag

In de vorige les hebben jullie een tekening gemaakt met een optische illusie van een trap. Nu gaan jullie weer een tekening maken, deze keer teken je een zwevende kubus. Je tekent nu niet mee met een videotutorial, maar je volgt de stappen uit een boek: Het Tekenboek Optische illusies van Emmi M. Visser. 

Slide 34 - Tekstslide

Maak, als je klaar bent met je tekening, een foto van jouw tekening (nadat je hem voorzien hebt van je handtekening natuurlijk!). Maak ook wat foto's van het proces. De kubus moet er op jouw foto natuurlijk weer zo echt mogelijk uitzien!

Slide 35 - Open vraag