Taalverwerving en meertaligheid les 3 HIERNA WISSEN

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
taalverwervingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Quiz
Wat weet jij over laaggeletterdheid?

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel mensen in Nederland zijn laaggeletterd?
A
700 duizend
B
1,3 miljoen
C
2,5 miljoen

Slide 3 - Quizvraag

2,5 miljoen mensen in Nederland hebben grote moeite met het lezen, schrijven en/of rekenen.

Zij hebben moeite met:
het invullen van formulieren,
het begrijpen van officiële brieven,
het reizen met het openbaar vervoer,
het begrijpen van een medicijnbijsluiter,
het begrijpen van veiligheidsinstructies op het werk.

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel procent van de laaggeletterden is in Nederland geboren en getogen?
A
10
B
45
C
65

Slide 5 - Quizvraag

65% is het correcte antwoord.
Tweederde van alle laaggeletterden is moedertaalspreker en in Nederland geboren en getogen, een derde van alle laaggeletterden is anderstalig en in een ander land geboren.
Veel Nederlandstalige laaggeletterden zijn goed in staat te verbergen dat ze niet goed kunnen lezen en schrijven. Ze hebben hun bril niet bij zich als ze formulieren moeten invullen, zeggen dat ze een onleesbaar handschrift hebben of dat ze formulieren en brieven mee naar huis willen nemen om ze even rustig door te lezen.
Vaak zorgen hun partners of kinderen ervoor dat ze de administratie regelen en weten buren en andere familieleden niet eens dat iemand laaggeletterd is. Nederlandstalige laaggeletterden spreken vloeiend en vlot Nederlands en schamen zich vaak enorm om toe te geven dat ze problemen hebben met het lezen en schrijven van hun moedertaal.

Slide 6 - Tekstslide

Laaggeletterdheid onder moedertaalsprekers...
A
Neemt af
B
Blijft gelijk
C
Neemt toe

Slide 7 - Quizvraag

In 2018 is het aantal laaggeletterde moedertaalsprekers 5x zo veel als in 1978. In 1978 waren er tussen de 140.000 – 500.000 laaggeletterde moedertaalsprekers.
In 2016 stond dit cijfer op 1,7 miljoen.

Slide 8 - Tekstslide

Hoeveel procent van alle 15-jarigen in Nederland komt laaggeletterd van school?
A
7,5%
B
15,3%
C
24%

Slide 9 - Quizvraag

Onderzoeken wijzen uit dat de leesvaardigheid onder 15-jarigen zodanig is verslechterd, dat inmiddels een kwart van alle 15-jarigen nagenoeg laaggeletterd school verlaat. 



Er zijn verschillende oorzaken voor deze toename. Een grote rol speelt de kwaliteit van het onderwijs en de docent. Maar even groot is de rol van de houding van de ouders ten opzichte van het lezen, en of kinderen opgroeien in een zogenoemde taalarme of taalrijke omgeving. 

Een taalrijke omgeving is een omgeving waarin de kinderen worden voorgelezen, waarin boeken zijn en waarin kinderen een zogenoemde positieve leesattitude en motivatie ontwikkelen. Met andere woorden: leren kinderen thuis of op school dat lezen leuk is? Steeds vaker is het antwoord hierop een ‘nee’.


De gevolgen hiervan zijn groot voor onze jongeren. Steeds vaker verlaten zij school zonder diploma, ze vinden daardoor geen werk en ze hebben vaker hoge schulden.

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel laaggeletterde mensen hebben een baan?
A
34%
B
57%
C
71%

Slide 11 - Quizvraag

Laaggeletterde werknemers werken vooral in de bouw en industrie, de schoonmaak, productie, landbouw en keuken. 




Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel mensen leven in armoede door laaggeletterdheid?
A
50.000
B
100.000
C
250.000

Slide 13 - Quizvraag

Bijna 100.000 mensen leven in armoede door laaggeletterdheid. Laaggeletterden zijn veel vaker langdurig arm dan niet-laaggeletterden.

 

Laaggeletterden vinden ook moeilijker hun weg naar schuldhulpverlening. Zo’n 19% van laaggeletterden leeft ten minste een jaar onder de armoedegrens tegenover 9,3% van niet-laaggeletterden.


De maatschappij stelt steeds hogere eisen aan haar burgers. We moeten steeds meer online regelen, zelf invullen, en waar laaggeletterden vroeger hulp konden vragen aan de balie, moeten ze zich nu een weg banen door menu’s met ingewikkelde termen voor ze iemand aan de lijn krijgen en door lastige accounts en formulieren online.


Daarbij gaan armoede en laaggeletterdheid hand in hand: laaggeletterdheid is vaak een belemmering om zelfredzaam te zijn en armoede vergroot de kans op laaggeletterdheid.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Wat is bij Jos de reden van zijn laaggeletterdheid?

Slide 29 - Open vraag

Jos spreekt vaak over het verbloemen van zijn laaggeletterdheid. Wat bedoelt hij daarmee?

Slide 30 - Open vraag

Welke problemen ondervond Jos door zijn laaggeletterdheid?

Slide 31 - Open vraag

Hoe voelde Jos zich over zijn laaggeletterdheid?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Pictogram

Slide 35 - Open vraag