1685: Hulpverleners schieten te hulp

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5,6

1685: Twee kanjers schieten te hulp

Wat heb je nodig:

- Tekst

- Arceerstift

- Chromebook

Wat gaan we leren?

We gaan leren wat je moet doen als je iemand ziet die pijn heeft of eerste hulp nodig heeft.

We gaan samen kijken wat het belangrijkste is uit de tekst en hoe we een samenvatting kunnen maken.

Belangrijkste woorden

EHBO

slachtoffer

ademhaling

gebroken been

gespalkt

ambulance

Samen lezen we de tekst

Arceer de belangrijkste woorden: 

EHBO

slachtoffer

ademhaling

gebroken been

gespalkt

ambulance

Waar staan de letters EHBO voor?

Samenvatten

We kijken per alinea: wat is het belangrijkste uit de alinea.

Zijn het hoofdzaken of bijzaken?

Samenvatten

Er is iemand van dat schuurtje gevallen.

  

Gelukkig hebben we EHBO gehad op school.

"Wat is er gebeurd?" vraagt hij met zijn vriendelijkste stem

Samenvatten

We kijken per alinea: wat is het belangrijkste uit de alinea.

Zijn het hoofdzaken of bijzaken?

Samenvatten

"Dan heb je waarschijnlijk je been gebroken", zegt Reda.

Hij haalt zijn mobiel uit zijn zak om 112 te bellen.

Samen met zijn vrouwelijke collega heeft hij het been van het jongetje gespalkt.

Voorzichtig wordt hij op de brancard gelegd en in de ambulance geschoven.

Samenvatten

Hoe kunnen we de tekst nu samenvatten in drie tot vijf zinnen?

Waarom zijn Abbie en Reda kanjers?

1. Ze hebben op de juiste manier geholpen na een ongeluk.
2. Ze hebben een kind uit het water gered.
3. Ze hebben een ambulance gebeld.

Hoe weten Abbie en Reda dat het been van het jongetje gebroken is?

1. Het been ligt krom.
2. Het been kraakte toen het op de grond viel.
3. Het jongetje ademt sneller dan normaal.

Wat doen de ambulancebroeders met het been van het jongetje?

1. Ze zetten het been recht.
2. Ze houden het been warm.
3. Ze houden het been op de plaats door te spalken.

Waarom blijft Abbie tegen het jongetje praten terwijl ze op de ambulance wachten?

1. Abbie wil meer informatie over het ongeluk.
2. Abbie probeert het jongetje rustig te houden.
3. Het jongetje mag niet in slaap vallen.