Les 4: Uitwerken onderzoek

Les 4: Uitwerken onderzoek
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Uitwerken onderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. Planning
2. Enquete -> Veiligheid op school
3. Voorbeelden onderzoek
4. Verder werken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veiligheidsmonitor - Huiswerk
www.veiligheidsmonitorpovo.nl/leerlingenvo

Wachtwoord: xf?dr

Volledig anoniem

Doe dit als huiswerk (staat in Teams)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden in Teams
Lees ze door en stel vragen



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opzet
In je groepje (20min)
Schrijf op een A3 je hoofdvraag in het midden 
Noteer daarbij:
- Korte motivatie
- Deelvragen ( minimaal 2, maximaal 3)
- Minimaal 3 bronnen
- Methode van onderzoek (minimaal gebruik 1 primaire bron)

Uitwisselen (10 min)
Geef de bladen door, lees de opzet, noteer feedback op een los blad, wees kritisch maar opbouwend


timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13 juni

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksmethoden
- Literatuuronderzoek: primaire en secundaire bronnen 
     --> Liefst in de brontaal
- Kwantitatief onderzoek (enquetes) 
- Kwalitatief onderzoek (Interview, observatie, experiment) -> altijd opnemen
- Combinatie van meerdere methoden

Gebruik in je onderzoek minimaal een primaire bron, kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten Bronnen
Kijk ook naar bladzijde 7 (1.5) van je boekje
* Vooraf op zoek naar bronnen. Zonder beschikbare bronnen, geen onderzoek.
* Primaire bronnen: info van je onderwerp, vanuit perspectief van religie
* Secundaire bronnen: info over je onderwerp, perspectief van buitenstaander.
* Meestal combinatie van beide bronnen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid
* Hoe weet je of een bron klopt en betrouwbaar is?
* Stel jezelf de volgende kritische vragen:
 1. Van welke persoon/organisatie komt de info?
 2. Is duidelijk waar de info vandaag komt?
 3. Kunnen andere bronnen de info bevestigen?
 4. Is de info van het juiste niveau?
 5. Geeft de bron antwoord op je vraag?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een URL?
Betekenis URL:
URL staat voor Uniform Resource Locator en is het adres van een bestand op internet. Dit zijn webpagina’s of afbeeldingen. Ieder bestand krijgt een eigen URL
Nieuwsbronnen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips voor zoeken naar bronnen
- Bepaal je zoektermen. Bedenk synoniemen, gerelateerde woorden en Engelse termen.
- Kijk naar de bronnen die onderaan de Wikipedia pagina staan
- Gebruik Wikipedia in het Engels. 
- Als startpunt is Wikipedia prima, maar voor meer wetenschappelijke info zul je zeker andere bronnen moeten gebruiken
- Ga naar Google Scholar voor artikelen
- Altijd goed: de Bieb of mediatheek voor boeken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

APA- style: Bronvermelding
De basisregels van bronverwijzingen in de tekst
Eén auteur
(Achternaam auteur, Publicatiejaar) Bronvermelding tussen haakjes:
Het instorten van de huizenmarkt heeft gevolgen voor heel Nederland (Smit, 2005). Bronvermelding narratief:
Smit (2005) concludeert dat het instorten van de huizenmarkt gevolgen heeft voor heel Nederland.
Twee auteurs
(Achternaam auteur 1 & Achternaam auteur 2, Publicatiejaar) Bronvermelding tussen haakjes:
Moraliteit wordt bepaald door algemeen geldende principes (Smit & Stuive, 2008). Bronvermelding narratief:
Volgens Smit en Stuive (2008) wordt moraliteit bepaald door algemeen geldende principes.


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies