1. pers. en vrg. vnw 1e en 4e naamval + voorzetsels 4e naamval

Kapitel 7: 
  • Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
  • Voorzetsels 4e naamval
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Kapitel 7: 
  • Het persoonlijk en vragend voornaamwoord in de 1e en 4e naamval
  • Voorzetsels 4e naamval

Slide 1 - Tekstslide

Noteer de voorzetsels van de 4e naamval!

Slide 2 - Open vraag

Sie hat es für (mij) ... getan.

Slide 3 - Open vraag

Finden (u) ... 29 Euro teuer?

Slide 4 - Open vraag

Ohne (jou) ... habe ich keine Lust, zu fahren.

Slide 5 - Open vraag

Hast du auch etwas gegen (haar) ...?

Slide 6 - Open vraag

zonder hem
Vertaal in het Duits

Slide 7 - Open vraag

Herr Ober, (wij) .... warten schon eine halbe Stunde auf die Rechnung.

Slide 8 - Open vraag

door ons
Vertalen in het Duits.

Slide 9 - Open vraag

om jullie
Vertalen in het Duits.

Slide 10 - Open vraag

Wir/Uns gehen ohne ihr/euch zum Supermarkt.

Slide 11 - Open vraag

Ich/Mich mache einen Salat für er/ihn!

Slide 12 - Open vraag

Hast du/dich das für ich/mich mitgenommen?

Slide 13 - Open vraag

Er/Ihn bestellt den Hamburger für ihr/euch

Slide 14 - Open vraag