Hofstelsel

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Introductie lesdoelen
Uitleg paragraaf 5.3
Aan de slag
Controle lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik...
  • Uitleg geven over de volgende begrippen: rentmeester, horige en domein 
  • Uitleggen wat de relatie is tussen de rentmeester en de horige
  • Uitleggen wat het verschil is tussen het hofstelsel en het leenstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Het leenstelsel

Slide 4 - Woordweb

We gaan nu op een kleinere schaal kijken... 
  • Rentmeester = de heer of de vertegenwoordiger
  • Horige = de boeren

  • Domein = gebied van de heer

Slide 5 - Tekstslide

Wie is de baas?
A
De horige
B
De heer
C
De rentmeester
D
De horige

Slide 6 - Quizvraag

Onveiligheid zorgt voor bescherming
  • Boeren zoeken bescherming op het domein van de rentmeester.
  • In ruil voor bescherming moeten zij de rentmeester dienen. Herendiensten en belasting

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zochten de boeren bescherming?

Slide 8 - Open vraag

Waar bestaat een domein uit?
  1. Eén helft is van de rentmeester en één helft is van de horige. 
  2. Midden op het domein was het hof = de woonruimte van de rentmeester
  3. Er waren ook andere gebouwen aanwezig, zoals een kerk, molen en schuren 
  4. Verderop lagen de akkers 
  • Het domein heeft alles wat men nodig heeft. Dit noemen we autarkisch


Slide 9 - Tekstslide

Geef met een voorbeeld aan waarom het domein autarkisch is.

Slide 10 - Open vraag

Leenstelsel? Hofstelsel?
Hofstelsel = economisch systeem (kleine schaal)
  • Boeren konden zichzelf niet beschermen, bescherming bij de adel. 
  • Boeren werken op het land  in ruil voor bescherming

Leenstelsel = politiek systeem (grote schaal)
  • Boeren moesten leenmannen belasting betalen en de leenheer helpen in het geval van oorlogen en conflicten
  • De boeren kregen In ruil van de leenmannen  landgoederen en het recht op bescherming. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Wat ? = De opdrachten van paragraaf 5.3. (A. 4/5/6
  • Tijd ? = Tot het einde van de les.
  • Hoe ?= Je tekstboek en chromebook.
  • Hulp ?= Je eigen brein, de docent. 
  • Klaar ? = Nakijken!

Slide 12 - Tekstslide

Horige waren halfvrij. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 13 - Open vraag

Noem drie plichten die de horigen hadden naar hun heer toe.

Slide 14 - Open vraag

Wat moest de heer aan de horigen geven in ruil voor deze diensten?

Slide 15 - Open vraag