V2 Essen und Trinken - Kap 5 - les 5

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Montag 14. Februar  2022

Winter - Woche 7

Herzlich Willkommen 

Du brauchst:

- deinen Buch

- Kugelschreiber

- KEIN LAPTOP

Was machen wir heute?

- Was ißt du am liebsten?

- Valentinstag

- Was wißt ihr noch?

- neue Grammatik / Hausaufgaben

- Wir lesen

LESDOEL:

*weet ik wat de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits zijn.

*weet ik weer hoe het zat met onbepaald en bepaald lidwoord.

Wir reden ein bisschen...

Was ißt oder trinkst du am liebsten (het liefst)?

Kijk in de woordenlijst (Seite 168) oder auf der Speisekarte (Seite 160). 

Am liebsten esse ich ...

Am liebsten trinke ich ...

Tip: schrijf het op in je schrift.

Ein bisschen über die Deutsche Kultur

Valentinstag in Deutschland

In Deutschland wurde der Valentinstag erst Mitte des 20. Jahrhunderts bekannt, als in Deutschland stationierte US-Soldaten den Brauch aus Amerika mitbrachten. Heute schenken sich Verliebte vor allem Blumen, am häufigsten rote Rosen.

Schreibt die folgenden Fragen auf

1. In welke eeuw leefde Valentin?

2. Wat deed Valentin voor een bijzondere dingen (noem er 2).

3. Wat gebeurde er op 14 februari?

Wie war es noch mal ?

EIN/EINE oder DER/DIE/DAS?

Uitgangen van ein- en kein-

Bij een onbepaald lidwoord en het woord "geen" krijg je afhankelijk van het geslacht van het woord een extra klinker als uitgang

Mannelijk	Vrouwelijk	Onzijdig	Meervoud
er (hij)	sie (zij)	es (het)	sie (zij)
der Mann	die Frau	das Kind	die Leute
ein Mann	eine Frau	ein Kind	keine Leute

Wiederholen

der/die/das	ein(e) / kein(e)
Wasser	Ich trinke Glas Wasser.
Kartoffeln	Essen wir heute Kartoffeln?
Gabel	Auf dem Tisch liegt schon Gabel
Fisch	Fisch schwimmt gern in einem Bach
Buch	Er schenkt mir Buch.
Speisekarte	Hat diese Restaurant Speisekarte?

Possesiv Pronomen = bezittelijk voornaamwoord (Seite 152).

mijn	mein-	ons, onze	unser-
jouw	dein-	jullie	euer-
zijn	sein-	hun	ihr-
haar	ihr-	uw	I hr-

Afhankelijk van geslacht +e 

uitzondering: jullie = euer / eure

Ubung 24, Seite 152

jullie eten
jullie bord (m)
onze kopjes (mv)
jouw sinaasappelsap
haar toetje
uw rekening
zijn brood
mijn vork

Hausaufgaben

Übung 25, 27, 28 und 29 (Seiten 153 bis 155)

25: vertaal en vul in jullie familiedag = mannelijk dus euer Familientag

27: vertaal en vul in (het) = das

28: vertaal en vul in (mijn) ... Essen = mein Essen (want onzijdig)

29: vertaal en vul in (ook grammatica uit hoofdstuk 3)

Jetzt lesen wir...

Zum Schluß: Fehlerdetektiv

Lees de tekst. Zie je een fout, loop naar het bord en onderstreep de fout. Er zitten 10 fouten in deze tekst. 

Fehlerdetektiv

Es ist sieben Uhr. Das Fruhstück ist fertig. Ich hast Hunger. Ich habe noch nichts gegest. 

Mein Lieblingsfrühstück is Brot mit käse. Ich trinkst gerne Thee mit zucker dabei. Am Morgen isst ich auch gerne ein Suppe. 

Fehlerdetektiv

Es ist sieben Uhr. Das Frühstück ist fertig. Ich habest Hunger.Ich habe noch nichts gegestsen. Mein Lieblingsfrühstück ist Brot mit Kkäse. Ich trinkest gerne Thee mit Zzucker dabei. Am  Morgen isstesse ich auch gerne eine Suppe. 

Bis Morgen

Hausaufgaben: 

Kapitel 5: Übung 25, 27, 28 und 29

Lernen: Wörter Kapitel 5 (NL > DE)