H1 Hoe communiceer je?

Hoe communiceer je?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe communiceer je?

Slide 1 - Tekstslide

Media
  • Je hoort vaak woorden langskomen als media, massamedia, social media en ga zo maar door. 
  • Maar wat is media? Wat verstaan we daar onder? 
  • In dit thema gaan we het hebben over hoe we communiceren, hoe we media gebruiken, over nieuws, over reclame en over soaps, series en mijn favoriet, games. 

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  • Aan het eind van de les kan je vertellen wat de volgende begrippen betekenen: 
  • Communicatie (Verbale/non-verbale) 
  • Informatie 
  • Zender 
  • Ontvanger 
  • Middel 
  • Massamedia 
  • Social Media 

Slide 3 - Tekstslide

Pokerface
  • Het woord Pokerface komt dus van het spel, pokeren. Maar wat heeft dit te maken met communicatie? 
  • Communicatie is het uitwisseling van informatie (Doorgeven van informatie). 
  • Als je communiceert met woorden, is dat verbale communicatie. 
  • Als je communiceert zonder woorden, is dat non-verbale communicatie. 
  • Een pokerface heeft dus te maken met non-verbale communicatie. Je wil niet laten merken of je een goede of slechte hand hebt in het geval van pokeren. 

Slide 4 - Tekstslide

Een knipoog
  • Het doorgeven van informatie gaat dus niet alleen met woorden. 
  • Een knipoog bijvoorbeeld. Hiermee geef je ook informatie door. 
  • In het boek staat dat je een knipoog kan gebruiken om aan te geven of je iemand leuk vind of niet. 

Slide 5 - Tekstslide

Een knipoog
  • Dit zie je ook vaak bij van die vieze oude mannetjes die dan knipogen naar jonge vrouwen. 
  • Dit is dus de non-verbale communicatie want je communiceert zonder woorden. 
  • Een van mijn favoriete vormen van non-verbale communicatie is de middelvinger in het verkeer naar mensen die echt super slecht rijden.

Slide 6 - Tekstslide

Zender, ontvanger
  • Bij communicatie heb je twee partijen. 
  • De zender en de ontvanger. 
  • Het boek laat dit zien met het volgende voorbeeld. 
  • Als een klasgenoot je opbelt met de boodschap dat je morgen het eerste uur vrij bent dan ziet de communicatie
    er als volgt uit: 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tv-kijken met de hele familie
  • Bij een telefoongesprek is de verdeling simpel. Degene die jou belt heeft informatie voor jou en is de zender en jij de ontvanger. 
  • Maar hoe zit dit met tv en radio?
  • In dat geval is de tv zender de, je raad het al, de zender en jij als kijker de ontvanger.
  • Maar jij kijkt niet alleen.

Slide 9 - Tekstslide

Tv-kijken met de hele familie
  • Neem het programma De Luizenmoeder op NPO 3. Hier hebben op een zondag 3,5 miljoen mensen naar gekeken. 

  • Al deze 3,5 miljoen mensen zijn de ontvanger die de informatie krijgen van de zender NPO 3. 

Slide 10 - Tekstslide

Massamedia
  • Als je kijkt naar bijvoorbeeld
  • radio 538 (Radio)
  • NPO3 (TV)
  • de Volkskrant (Krant)
  • de Donald Duck (tijdschrift)
  •  www.telegraaf.nl (Internet)

Slide 11 - Tekstslide

Tv-kijken met de hele familie
  • Dan zie je dat er steeds één zender is en meerdere ontvangers.
  • Televisie, radio, kranten, tijdschriften en internet noem je daarom Massamedia.
  • Bij Massamedia wordt de informatie door veel mensen gezien, gelezen of gehoord.

Slide 12 - Tekstslide

Zender én ontvanger
  • Internet is een speciale vorm van media. 
  • Je bent namelijk vaak zelf zender én ontvanger. 
  • Je kunt onder een YouTube video een berichtje plaatsen of een tweet sturen maar je kan ook zelf een video plaatsen op dumpert (Yeah let’s go). 
  • Daarnaast kan je ook iets als ontvanger bekijken, op YouTube, Instagram, dumpert of Facebook. 
  • Deze dingen noemen we daarom ook Social Media, internetmedia waarmee je met anderen verbonden bent. 

Slide 13 - Tekstslide

Maken
Wat: Maak opdracht 1 t/m 8 
Hulp: Docent vragen 
Tijd: 15 minuten 

Klaar: De samenvatting 
Niet klaar: opdrachten + samenvatting is huiswerk 

Slide 14 - Tekstslide