Examineren in de BPV les op locatie

Examineren in de BPV Les op Locatie

2023-2024
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Examineren in de BPV Les op Locatie

2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INHOUD
  1. Hoe is het met jouw kwaliteiten als examinator?
  2. Vragen over het huiswerk
  3. OEFENEN met: 
  • Fase 1: Voorbereiding
  • Fase 2: Afname     
  • Fase 3: Beoordeling
  4. Uitleg opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Jouw kwaliteiten als examinator
In de startbijeenkomst is het gegaan over het verschil tussen begeleiden en examineren. 

Je kreeg als vraag welke kwaliteiten jij verder zou moeten ontwikkelen in je rol als examinator. 
Met de volgende twee sheets wordt deze voorkennis, samen met jouw reflectieve momenten op deze rol, opgehaald.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke valkuilen kan je tegen komen bij examineren?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Valkuilen bij het examineren
  • Ontwikkelingsgericht feedback geven  i.p.v.. het beoordelen van een verworven kwaliteit
  • Beoordelen op de randvoorwaarden om het examen heen
  • Examinator heeft  teveel empathie of juist antipathie voor een student/kandidaat
  • Net - als - ik: Examinator vergelijkt zich met student /kandidaat. Je herkent jezelf in de kandidaat. 
  • Gebrek aan richting, Examinator weet niet hoe te beoordelen
  • Geen roet in het eten willen gooien
  • Bang om de confrontatie aan te moeten gaan
  • Incident
  • Gemoedstoestand van de examinator 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies wat jou op dit moment typeert als examinator
Zakelijk en vastberaden
Sturend en motiverend
Meelevend en behulpzaam

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
FASES TIJDENS EXAMINEREN
Fase 1: Voorbereiding
Fase 2: Afname
Fase 3: Beoordeling

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over het huiswerk

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefen met een examen


Examen voert zorg-/begeleidingsactiviteiten uit (Zorgverlener) (B1-K1-W4)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1: Voorbereiden

  • Werk in twee of drietallen
  • Ga opzoek in de digibib naar: 
  1. De examens van KD20 voor verzorgende-IG
  2. Het examen van werkproces B1-K1-W4: Voert zorg-/begeleidingsactiviteiten uit (Zorgverlener)
  3. Lees samen het examen door. 
  4. Bekijk ook de documenten aan de rechterkant. Welke kun je gebruiken in welke fase?  De fases voorbereiding, afname en beoordelen.

Slide 10 - Tekstslide

Examen fysiek uitdelen/of laten opzoeken in de digibib/ VOORKEUR deelnemers koppelen aan AAA-teststudent CURIO (digibib) voorafgaand aan deze bijeenkomst


Als je de link opent kom kan je elk punt verder uitklappen’.

FASE 1 voorbereiden
Examengegevens controleren
1.1 Check welk examen u gaat afnemen. Let hierbij op:
Welk kwalificatiedossier.
Welk profiel.
Welk niveau.
Welke kerntaak.
Welk werkproces.
Welke examinerende beoordelingsvorm.
- Lees het volledige examen door.
- Noteer de naam van de examenkandidaat op het beoordelingsformulier.
 
1.2 Criteria doornemen
Kom tot een eenduidige interpretatie van de criteria.
Lees het beoordelingsvoorschrift:
Welke beoordelingsmogelijkheden (naast voldoende) zijn er per criterium?
Welke voorwaarden zijn aan deze beoordelingsmogelijkheden verbonden?
1.3 Checken van de afnamecondities
Check de afnamecondities:
Tijd (tijdstip- en duur) en ruimte.
Middelen en materialen.
Vereiste mate van zelfstandigheid.
Vereiste mate van verantwoordelijkheid.
Vereiste uitvoeringsniveau (complexiteit van de situatie).

Fase 1: voorbereiden
Zelfde twee of drietal
Bespreek samen de criteria van dit werkproces om tot een eenduidige interpretatie te komen
  • Wat willen jullie zien aan vaardigheden en kennis? Maak dit concreet.
  • Bij welke handelingen/gedragingen is het een G een V of O? Ook hierbij spreek je concrete voorbeelden af.

Slide 11 - Tekstslide

Uitdelen: Formulier waarnemen en aantekeningen maken (te vinden bij servicedocumenten, digibib)

Laat codes bedenken bij de indicatoren 
uit het examen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2:  afname

Individueel:
1. zorg dat je pen en papier hebt om aantekeningen te maken
2. bekijk de video (volgende sheet) en beoordeel de dame in zwart shirt alsof zij de student is
3. maak aantekeningen van concrete gedragingen en handelingen die je ziet

Slide 13 - Tekstslide

FASE 2: AFNAME
Laat de werkbegeleiders deze video bekijken.
Zij gaan de dame in het zwart beoordelen als ware zij een student. Daarbij gebruiken ze de concrete criteria die ze afgesproken hebben.
Ze beoordelen individueel, maken aantekeningen en daarna bespreken ze de individuele beoordelingen en komen ze tot een gezamenlijk oordeel

Uitdelen: Formulier waarnemen en aantekeningen maken.

2.1 Waarnemen en aantekeningen maken
  • Noteer de begin- en eindtijd.
  • Noteer regelmatig de tijdswaarneming.
  • Noteer waarneembaar gedrag.
  • Noteer uitsluitend feiten (geen interpretaties).
2.2 Ordenen en waarderen van aantekeningen
Ordenen: welke criteria zag je terug. Heb je criteria gemist? 
Waarderen: wat je zag was dat een o, v of g? 

Slide 14 - Video


Aanbevolen: gezamenlijk kijken en beoordelen. In de BPV gaat het immers ook zo. Ook dan kan je afgeleid worden door anderen, door omgevingsgeluiden etc. Ook dan is het de bedoeling dat je in het nu kan beoordelen en je je niet laat afleiden. Evt kan je de video twee maal afspelen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ordenen en waarderen van aantekeningen                
Individueel
Ordenen: 
Welke criteria zag je terug. Heb je criteria gemist?
Waarderen: 
Zag je een o, v of g? 

Slide 16 - Tekstslide

Laat de codes die bedacht zijn bij de indicatoren koppelen aan de aantekeningen die gemaakt zijn. 
Fase 3: beoordelen
Bestaat uit:
  • Beoordeling
  • Beoordeling onderbouwen 
  • Rol van examinator evalueren
Zelfde twee/drietal
Ga in overleg met je collega(‘s) die dezelfde eenduidige interpretatie gebruikt heeft/hebben als jij.
Vul samen de beoordelingsformulieren van het examen in. 

Slide 17 - Tekstslide

Beoordeling
  • Beoordeel criterium met O-V-G.
  • Baseer de beoordeling op de waardering van de aantekeningen.
  • Vul het beoordelingsformulier in

Beoordeling onderbouwen
  • Onderbouw de beoordeling schriftelijk
  • Maak duidelijk waarom deze kandidaat deze beoordeling ontvangt.
  • Doe dit op het niveau van het examen / de beoordelingsvorm.
  • Illustreer de beoordeling met enkele feitelijke waarnemingen
Evaluatie:
Dit komt niet terug in de onderbouwing van de beoordeling. 
  • Bekijk hoe de voorbereiding verliep.
  • Bekijk hoe de afname verliep.
  • Bekijk hoe de beoordeling verliep.
  • Check de eigen deskundigheid in de rol van examinator.
  • Noteer verbeterpunten met betrekking tot de voorgaande punten.
  • Communiceer de verbeterpunten met de onderwijsorganisatie.
onvoldoende/voldoende/goed
Heeft betrekking tot het werkproces………(bijvoorbeeld begeleidt de zorgvrager)
Fout = mevrouw J. goed begeleid
Goed = De student heeft mevrouw J. op een positieve wijze betrokken bij de spelactiviteit door haar persoonlijk uit te nodigen mee te doen. Mevrouw J. deed enthousiast mee, ze praatte mee en deed mee met de activiteit door de bal over te gooien. (voldoende)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvoldoende/voldoende/goed
Heeft betrekking tot het werkproces……… (bijvoorbeeld begeleidt de zorgvrager)
Fout = mevrouw J. onvoldoende begeleid
Goed= De student heeft haar aandacht onvoldoende verdeeld  over de bewoners. Mevrouw J. werd niet betrokken bij de spelactiviteit waardoor mevrouw J. afdwaalde, van tafel opstond en riep dat ze naar huis wilde. (onvoldoende)


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

onvoldoende/voldoende/goed
Heeft met betrekking tot het werkproces………(bijvoorbeeld begeleidt een zorgvrager)
Fout = mevrouw J. uitstekend begeleid
Goed = Student heeft haar aandacht uitstekend verdeeld over de bewoners, door ze steeds persoonlijk aan te spreken. Mevrouw J. die zelden langer dan 5 minuten bij de activiteit betrokken blijft, bleef gedurende heel de activiteit enthousiast meedoen en bleef vrolijk, doordat de student haar steeds opnieuw bij het spel betrok en uitnodigde. mee te doen. (goed)



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit examen betrof gedrag.
Welke andere examenvormen zijn er?

Slide 21 - Open vraag

Goede antwoorden: 
  • Examengesprek
  • Verslag
  • Beroepsproduct.

Een verslag en/of een beroepsproduct wordt doorgaans op school beoordeeld. Docenten zijn dan de examinatoren. Het is nooit de SLB'er: ook dan is de onafhankelijkheid van de examinator belangrijk. 

Aan de BPV kan dan wel om een authenticiteitsverklaring gevraagd worden. Zo'n verklaring kan door een werkbegeleider getekend worden. Hij of zij leest het verslag/product en geeft met de verklaring aan dat het authentiek is. Ofwel dat het echt zo gebeurd is. 

Examengesprek= assessment gesprek.

Verslag. In een verslag wordt doorgaans gevraagd om verantwoording af te leggen. Daarvoor kan een student de STRAK methodiek gebruiken. Zie bijlage op IL. STRAK is overigens iets anders als STARR. De STARR is een reflectie instrument en wordt gebruikt om te groeien/ontwikkelen. Het is te gebruiken tijdens het leerproces. Bij de STRAK is er geen sprake meer van ‘terugkijken’ hoe het gegaan is: bij de STRAK er wordt het ‘waarom’ toegelicht. Er is sprake van bewust handelen.

Beroepsproduct bijvoorbeeld een voorlichtingsplan of zorgplan. Bij de bakker zou het om puddingbroodjes kunnen gaan.

Wat is belangrijk bij
terugkoppelen van beoordeling
aan student?

Slide 22 - Woordweb


  • Beschrijvend in plaats van waarderend of straffend
  • Concreet in plaats van algemeen. Wat heb je precies gezien? Beargumenteer waarom iets niet is gehaald
  • Wees niet uitsluitend negatief, geef ook positieve elementen aan
  • Bruikbaar: de ander moet er iets mee kunnen doen, moet wel tot veranderen in staat zijn
  • wees kort en bondig 

Examenbeoordeling terugkoppelen aan student
Beschrijvend in plaats van waarderend of straffend
Concreet in plaats van algemeen. Wat heb je precies gezien? 
Geef naast positieve ook negatieve elementen aan
Bruikbaar: de ander moet er iets mee kunnen doen, moet wel tot veranderen in staat zijn
Wees kort en bondig 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onvoldoende examenbeoordeling  terugkoppelen aan student
Leidt het gesprek in en geef de boodschap direct
Vermijden bij een slechtnieuwsgesprek:
  • Je verontschuldigen
  • Doen of er nog een andere uitkomst mogelijk is
  • Het uitspreken van de beoordeling uitstellen
  • Verzachtende woorden gebruiken
  • Vragen wat de student ervan vond
Sluit af met afspraken over vervolgacties

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wist je dat......
In de instructie van het consortium staat dat een onderbouwing bij een voldoende niet noodzakelijk is. Echter heeft Curio de keuze gemaakt om wel een onderbouwing aan een voldoende toe te kennen. Deze dus invullen.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot zover!
Hoe sta je er nu in om examens af te nemen in de praktijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht

Slide 27 - Tekstslide

Eindopdracht kan door docent worden geopend en/of uitgedeeld.

Ter ondersteuning van de eindopdracht is er ook een lijst met valkuilen van een examinator én een beoordelingsformulier.

Word-document over de drie fases kan gestuurd/uitgedeeld worden als naslag werk voor het maken van het verantwoordingsverslag.