Unidad 2 Lección 1: Ser en Estar & gemoedtoestand

¡Bienvenidos a la clase de español!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de español!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Registro de asistencia

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo estás hoy?
Hoe gaat het vandaag?

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
Terugblik:
  • Huiswerk controle

Leerdoelen voor vandaag:
Después de la clase...
  • Kan je het werkwoord ‘ser’ en 'estar' vervoegen en gebruiken in een Spaanse zin.
  • Weet je het verschil tussen de werkwoorden 'ser'en 'estar'.
  • Kan je in het Spaans vertellen hoe je je voelt en wat iemand anders zijn/haar gemoedstoestand is.

Slide 5 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué haces?
Este fin de semana voy a ir 
al cine
Voy a  la piscina todos los días. 
Me gusta mucho.
Normalmente voy de compras todos los fines de semana
Monto en bicicleta dos veces a la semana,
¿A qué hora ves tele?
Me gusta navegar por internet 

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Página 32

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ser y estar        het verschil 
SER: vaste eigenschappen

1. Nationaliteit
2. Beroep
3. Karakter
4. Fysieke beschrijving

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        SER                                                        ZIJN 
1.(yo) soy                                                            (ik ben) 
2.(tú) eres                                                         (jij bent)
3.(él, ella, usted) es                                        (hij/zij is, u bent)
4.(nosotros/as) somos                                  (wij zijn)
5.(vosotros/as) sois                                        (jullie zijn)
6.(ellos, ellas, ustedes) son                         (zij zijn / u (mv))




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ser y estar      het verschil     
ESTAR: tijdelijke eigenschappen

Emotie (= tijdelijk) (estoy triste)
Zich bevinden/ plaatsbepaling (estoy en casa)
Vragen hoe het met iemand is (¿Cómo estás?)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

        ESTAR                                                        ZIJN 
1.(yo) estoy                                                           (ik ben)
2.(tú) estás                                                           (jij bent)
3.(él, ella, usted) está                                        (hij/zij is, u bent)
4.(nosotros/as) estamos                                  (wij zijn)
5.(vosotros/as) estáis                                         (jullie zijn)
6.(ellos, ellas, ustedes) están                          (zij zijn / u (mv))



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significan los verbos ser y estar?
Wat betekenen de werkwoorden ser y estar? 
Ser 
Estar
Zijn 
Zijn/ zich bevinden

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de -SER OF ESTAR  naar de juiste plek.
estáis
soy
somos
es
estoy
estáis
está
(Vosotros) …………………………..en California ahora.
La casa ………………………….. blanca
(Yo) ………………………….. inteligente y trabajadora.
(Yo) ………………………….. en la tienda
(Nosotros)…………………………..de Nueva York.
La piscina………………………….. al lado de la playa .
(Vosotros) …………………………..de Miami.

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg el verbo estar

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg el verbo ser

Slide 20 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vervoeg el verbo tener

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Elige el verbo adecuado
1. No hay / está / están Universidad en Helmond.
2. En el centro de Helmond hay / está / están muchas tiendas. 
3. La biblioteca hay / está / están cerca del cine. 
4. Hay / Está / Están un parque en Madrid. El parque hay / está / están en el centro de la ciudad.
5. ¿Dónde hay / está / están la estación de tren en Helmond? 
Hay / Está / Están tres estaciones de tren en Helmond. 
Las estaciones Brandevoort y Brouwhuis hay / está / están lejos del centro.
*cine = bioscoop

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ser en estar zijn
regelmatige werkwoorden
Verdadero
Falso
No lo sé
¿Qué?

Slide 23 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tengo que... betekent
ik moet
Verdadero
Falso
No lo sé
¿Qué?

Slide 24 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tekstboek blz 26
Lees de blog van Lucas.

1. ¿Cuáles son sus defectos? ¿Y sus cualidades?

2. ¿Cómo se siente Lucas?
Noteer zijn gemoedtoestand.



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo te sientes hoy?
Maak gebruik van het ww estar.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




https://quizlet.com/nl/919805356/unidad-1-mis-proyectos-mijn-plannen-flash-cards/?funnelUUID=67d4ff74-3c25-4a7c-b324-8b5a3af6ee1a

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A trabajar!
Werkboek

Opdracht 5, 6, 9 en 13 blz 28/29/30
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los deberes: Het huiswerk
>

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué vas a hacer el fin de semana?
A
Dormir 😴
B
Estudiar 📚
C
Hacer deporte 🏃‍♀️
D
Quedar con amigos 🧡🤗👯‍♀️

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Te gustó la clase?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

¡Nos vemos la próxima clase!
¡Nos vemos la próxima clase!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies