*Spelling H5, Vwo 2

Spelling H5
Hoofdletters en aanhalingstekens 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Spelling H5
Hoofdletters en aanhalingstekens 

Slide 1 - Tekstslide

Gebruik hoofdletters

Slide 2 - Woordweb

Belgisch of belgisch?
A
Belgisch
B
belgisch

Slide 3 - Quizvraag

de film 'Matilda' of de film 'matilda'?
A
de film 'Matilda'
B
de film 'matilda'

Slide 4 - Quizvraag

Islam of islam?
A
Islam
B
islam

Slide 5 - Quizvraag

Maastricht of maastricht?
A
Maastricht
B
maastricht

Slide 6 - Quizvraag

het Noorden of het noorden?
A
het Noorden
B
het noorden

Slide 7 - Quizvraag

Noord-Spanje of noord-spanje?
A
Noord-Spanje
B
noord-spanje

Slide 8 - Quizvraag

Oosterse salade of oosterse salade?
A
Oosterse salade
B
oosterse salade

Slide 9 - Quizvraag

Prehistorie of prehistorie?
A
Prehistorie
B
prehistorie

Slide 10 - Quizvraag

een Spa rood of een spa rood
A
een Spa rood
B
een spa rood

Slide 11 - Quizvraag

Venus of venus?
A
Venus
B
venus

Slide 12 - Quizvraag

Woensdag of woensdag?
A
Woensdag
B
woensdag

Slide 13 - Quizvraag

Zwolle-Zuid of zwolle-zuid
A
Zwolle-Zuid
B
zwolle-zuid

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Uitzonderingen gebruik hoofdletters
Er zijn twee uitzonderingen bij het gebruik van hoofdletters: 
- Als de zin met een verkorting begint: 's Ochtends ontbijt ik altijd. 
- als de zin met een getal begint: 53 mensen werden gearresteerd bij de demonstratie. 

Slide 16 - Tekstslide

gebruik aanhalingstekens

Slide 17 - Woordweb

'Je moet even een boodschap voor me doen, zei vader.'
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

'Een supporter die zich misdraagt, zei de voorzitter, is niet meer welkom.'
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Gebruik aanhalingstekens
- bij citaten
- bij titels
- als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdrachten op Nieuw Nederlands online H5 'Hoofdletters en leestekens'. Je maakt alle opdrachten. 

Slide 22 - Tekstslide