havo/vwo5 periode 5.1

Lernziel: ik kan een formele brief schrijven en daarbij rekening houden met onderwerp/lijdend voorwerp en voorzetsels met een vaste naamval
1 / 103
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 103 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lernziel: ik kan een formele brief schrijven en daarbij rekening houden met onderwerp/lijdend voorwerp en voorzetsels met een vaste naamval

Slide 1 - Tekstslide

Beginopdracht
Vul de VWO-methode in, wat weet je nog?

Let op: de beginletters van de voorzetsels met 3e en 4e naamval zijn gegeven! 

Zeit: 2 Minuten
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Aufgabe: zoek dan nu de 6 fouten in onderstaande mail!
Sehr geehrte Damen und Herren,

ich habe auf Ihrer Webseite diesem Kopfhörer gefunden und ich möchte gern diesem Kopfhörer bestellen. Ich habe noch Fragen zu diesem Produkt.

Kann ich diesem Produkt zurückschicken? Wie lange dauert die Lieferzeit von dieses Produkt? Kann ich der Artikel in einem Monat noch zurückschicken und welches Farben kann ich kaufen?

Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen

Mit freundlichem Gruß
Jan Jansen

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe: zoek de 6 fouten in onderstaande mail! Verbeter ze nu!
Zeit: 33 Minuten in stilte, individueel
Sehr geehrte Damen und Herren,

ich habe auf Ihrer Webseite diesem Kopfhörer gefunden und ich möchte diesem Kopfhörer gern bestellen. Ich habe noch Fragen zu diesem Produkt.

Kann ich diesem Produkt zurückschicken? Wie lange dauert die Lieferzeit von dieses Produkt? Kann ich der Artikel in einem Monat noch zurückschicken und welches Farben kann ich kaufen?

Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen

Mit freundlichem Gruß
Jan Jansen
timer
1:00
der Kopfhörer
das Produkt
der Artikel
die Farben

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe: zoek de 6 fouten in onderstaande mail! Verbeter ze nu!
Zeit: 5 Minuten
Sehr geehrte Damen und Herren,

ich habe auf Ihrer Webseite diesen Kopfhörer (der, lijdend voorwerp, dus wordt den)  gefunden und ich möchte diesen Kopfhörer (der, lijdend voorwerp, dus wordt den)  gern bestellen. Ich habe noch Fragen zu diesem Produkt.

Kann ich dieses Produkt ( das, lijdend voorwerp, dus wordt dieses) zurückschicken? Wie lange dauert die Lieferzeit von diesem Produkt? (das, von +3, dus diesem) Kann ich den Artikel (der, lijdend voorwerp, dus wordt den) in einem Monat noch zurückschicken und welche Farben (die mv, lijdend vw dus welche) kann ich kaufen?

Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen

Mit freundlichem Gruß
Jan Jansen

Slide 5 - Tekstslide

Verbeter dan nu je eigen tekst

- schrijf een nieuwe mail

- voeg 2 nieuwe zinnen toe. (met Bindewörter??)

- verbeter je fouten. Gebruik daarvoor de feedbackcode hiernaast.

- doe het origineel en de nieuwe versie in je dossiermap.
Feedbackcode:

W: woordenlijst (een woord verkeerd overgenomen uit de woordenlijst/verkeerd woord)

S: Schrijfregels (aanhef/slot/hoofdletter aan het begin)

Sp: spelling (schrijffouten)
G: Grammatica (naamvallen, werkwoordsvormen)

Z: Zinsvolgorde: (in bijzinnen persoonsvorm achteraan de zin)

Slide 6 - Tekstslide

Aufgabe: Quizlet Live individuelle spielen.
Wieso: Wortschatz wiederholen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Dossieraufgabe: (20 Minuten)

- macht die Aufgabe 4 (Seite 89)

- digitale Hilfsmittel sind dabei nicht erlaubt.

- Du bekommst während des Schreibens Feedback:

Smiley: was machst du gut?
Ausrufezeichen: was noch verbessern?
timer
1:00
Fertig? Mach die Aufgaben 2C, 3 und 7 (ab Seite 88)

Slide 12 - Tekstslide

Ziel: Vokabeliste lernen/wiederholen. Aufgabe 2C und 3 (Seite 88)
Tijd: 8 minuten
- jullie werken in 2-tallen

- leerling 1 krijgt een lege kopie en mag niet spieken/schrijven.

- leerling 2 neemt de opdracht voor zich in het boek en heeft als het goed is, deze opdrachten gemaakt. (huiswerk)
- leerling 1 probeert uit zijn hoofd alle woorden en zinnen te vertalen en hardop voor te lezen.

- leerling 2 geeft met het boek open tips/antwoorden net zolang tot leerling 1 alles uit zijn hoofd kan oplezen.
Daarna wisselen van beurt! En check door de docent!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Herzlich Willkommen!
Lernziel: ik kan een informele tekst schrijven.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

1. Es liegt mir am Herzen, dass wir die Umwelt (milieu) schützen und weniger Plastik benutzen.


2. Es liegt mir am Herzen, dass du gut nach Hause kommst.

Slide 18 - Tekstslide

1. Es liegt mir am Herzen, dass wir die Umwelt schützen und weniger Plastik benutzen.
➡️ (= Het is belangrijk voor mij dat we het milieu beschermen en minder plastic gebruiken.)

2. Es liegt mir am Herzen, dass du gut nach Hause kommst.
➡️ (= Het gaat mij erg aan het hart / het is belangrijk voor mij dat je veilig thuiskomt.)
Aufgabe:  schreibe einen Satz, der den Ausdruck 'es liegt mir am Herzen' enthält) (2 Minuten Zeit)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aufgabe: 4- Ecken-Übung
Lernziel: nachdenken über das eigene Konsumverhalten
Zeit: 10 Minuten
Ablauf

De docent de 4 stellingen hardop voor.

jij kies de hoek waar  je het meest mee eens bent

In de hoek: kort overleg (1–2 min) → waarom hebben jullie als groep daarvoor gekozen? Bedenk samen als groep 2 argumenten




Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Hausaufgaben:
-Aufgaben 4, 5 ,6

Deze week: schrijven op papier en feedback van je klasgenoten en docent!

Slide 24 - Tekstslide

Scheit?Scheid? Bescheid? Beschuit misschien?

Je hoort de uitdrukking 'gib mir bitte Bescheid' of 'sag mir bitte Bescheid' enorm vaak in het Duits of bij het schrijven.

Maar wat betekent het eigenlijk?

Slide 25 - Tekstslide

Niederlande? Niederlanden? In die Niederlande, in den Niederlanden? Lastig lastig, maar wat is nu de juiste vertaling?

- ik woon in Nederland
- ik ga naar Nederland

Slide 26 - Tekstslide

In Nederland zijn: 

1. in den Niederlanden sein/wohnen/leben



naar Nederland gaan:
2. in die Niederlande fahren

Heeft iets met naamvallen te maken......

Slide 27 - Tekstslide

Jeder Satz enthält einen Fehler. 

1. Unsere Unterricht dauert 2 Stunden.
2. Es dauert ein Stunde
3.Dann haben wir Freizeit und gehen wir Fußball spielen.
4. Zum Schluss, um 4 Uhr haben wir Sport
5. Wir freuen uns auf dein Besuch (m)
6. Liebe Klasse, vielen dank für deine Fragen.
7. Liebe Klasse, wie geht es ihr? Mir geht es gut.
8. Am abend haben wir ein tolles Programm. 
timer
1:00

Slide 28 - Tekstslide

Jeder Satz enthält einen Fehler. 

1. Unsere Unterricht dauert 2 Stunden.
2. Es dauert ein Stunde
3.Dann haben wir Freizeit und gehen wir Fußball spielen.
4. Zum Schluss, um 4 Uhr haben wir Sport
5. Wir freuen uns auf dein Besuch (m)
6. Liebe Klasse, vielen dank für deine Fragen.
7. Liebe Klasse, wie geht es ihr? Mir geht es gut.
8. Am abend haben wir ein tolles Programm. 
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide

1 Unsere (ein-groep, net zoals euer=jullie) Unterricht dauert 2 Stunden.
2. Es dauert ein Stunde
5. Wir freuen uns auf dein Besuch (m)

der Unterricht - die Stunde - sich freuen auf +4 
m
v
o
mv
1 ondw.
der
ein-
die 
eine
das
ein-
die
keine
3 meew
dem
einem
der
einer
dem
einem
den
keinen
4 lijdvw
den
einen
die
eine
das
ein
die
keine

Slide 30 - Tekstslide

3.Dann haben wir Freizeit und gehen wir Fußball spielen.
4. Zum Schluss, um 4 Uhr haben wir Sport

gehen = van A naar B, gebruik werden of los het anders op:

3. Dann haben wir Freizeit und spielen wir Fußball

4. Zum Schluss haben wir um 4 Uhr Sport.

Verbindingswoorden:
Zuerst
Dann (Danach)
Zum Schluss
timer
1:00

Slide 31 - Tekstslide

6. Liebe Klasse, vielen dank für deine Fragen.
7. Liebe Klasse, wie geht es ihr? Mir geht es gut.

Vaste uitdrukkingen: wie geht es dir, wie geht es Ihnen (met u_ , wie geht es euch? (met jullie)

dein = jouw

unser = onze 

euer= jullie 

LET OP: worden allemaal vervoegd als EIN!

Vielen Dank für eure Fragen (meervoud + e)

Slide 32 - Tekstslide

8. Am abend haben wir ein tolles Programm. 

Alle woorden waar je de, het of een voor kunt zetten 

schrijf je met een hoofdletter!

Abend! 

Slide 33 - Tekstslide

1 Unsere (ein-groep, net zoals euer=jullie) Unterricht dauert 2 Stunden.
2. Es dauert ein Stunde
5. Wir freuen uns auf dein Besuch (m)

der Unterricht - die Stunde - sich freuen auf +4 
m
v
o
mv
1 ondw.
der
ein-
die 
eine
das
ein-
die
keine
3 meew
dem
einem
der
einer
dem
einem
den
keinen
4 lijdvw
den
einen
die
eine
das
ein
die
keine

Slide 34 - Tekstslide


-Pak je teruggekregen mail + feedbackcode.

-Gebruik de checklist om je fouten te vinden.

-Verbeter je tekst: schrijf een nette tweede versie.

- Reflecteer kort: schrijf onder je verbeterde mail 1 zin:

“Volgende keer let ik vooral op …
Feedbackcode voor informele mail

A = Aanhef/slot/witregels 

G = Grammatica (bijv. werkwoordvervoeging, der/die/das, voorzetsels, naamvallen?)

W = Woordenschat (onjuiste keuze, Nederlands gebruikt i.p.v. Duits)

Z = Zinsbouw (weil= bijzin, pv achteraan, lange kromme zin)

Sp = Spelling (kleine fouten: hoofdletter, ß/ss, umlaut)

Slide 35 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 10 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 3 Minuten)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich wilde dir danken  für deine Einladung. Es tut mir leid aber ich kann nicht am 10:00 Uhr da sein. Ist es ein problem als ich später kom? Ich freue mich auf der Hockeyspiel. Vielleich am 11:00 Uhr?
Viele Grüße
Nola
timer
1:00

Slide 36 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 10 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 3 Minuten)

Lieber Daniël,

wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich möchte dir  für deine Einladung danken. Es tut mir leid aber ich kann nicht um 10:00 Uhr da sein. Ist es ein Problem wenn ich später komme? Ich freue mich auf das Hockeyspiel. Vielleicht um 11:00 Uhr?

Viele Grüße
Nola
timer
1:00

Slide 37 - Tekstslide

Ziel: kritisch nadenken over je geschreven tekst (Aufgabe 6)
Tijd: 8 minuten
- jullie werken in 3-tallen
-10 minuten Aufgabe 6 beoordelen

- leerling 1 controleert of alle punten behandeld zijn en of de aanhef/slot/regels voor het schrijven van een informele mail correct zijn.

- leerling 2 controleert of er genoeg woorden zijn opgeschreven (tellen dus) en of er aan het gebruik van hoofdletters is gedacht

-leerling 3 controleert:
- staat er bij het uitnodigen 'ich möchte' ?
- is am/um goed gebruikt? (um 10:00 Uhr!,)
- zijn de werkwoorden juist vervoegd? (ich komme)
- staat er na 'ich freue mich auf' das Hockeyspiel?  
Heb je een fout in de tekst van een ander ontdekt ?

Verbeter deze dan NIET. Noteer slechts een 1(leerling 1) 2(leerling 2) of 3 (leerling 3) aan de linkerkantlijn van de tekst! 
Iedere leerling uit het groepje heeft alles nagekeken? Verbeter dan je eigen werk! 


Slide 38 - Tekstslide

Abschluss Seite 82
Dossieraufgabe
- Lies die E-Mail
-Du bist der Klassensprecher (klassenvertegenwoordiger) deiner Klasse und schreibst der Austauschklasse eine Mail. Denke auch an einen passenden Beginn und Abschluss! Hilfsmittel: die eigene Notizen und Seite 84/85
- Kontrolliere deinen Text mithilfe der Checkliste.
- Gib deinem Lehrer am Ende der Deutschstunde deinen Text.


Slide 39 - Tekstslide

Huis- en leerwerk: 2 september: oefeningen 1-6 in je boek afhebben. Leren: Vokabelliste I! (zie SOM)

Slide 40 - Tekstslide

Spiel: Seite 82, Arbeitsblatt, S.347

Slide 41 - Tekstslide

Informeel taalgebruik
1. du=jij
3. dir= aan jou
4. dich= jour
Beispielsätze:

1. Hast du heute Zeit mit mir ins Kino zu gehen?

3. Ich schreibe dir heute einen kurzen Brief / Ich helfe dir bei deinen Hausaufgaben (helfen+3)

4. Ich liebe dich! 

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Selbständige Arbeit

- ter voorbereiding op de les van dinsdag 9 september maak je de oefeningen 1-6 (Seite 76-80)
- verwerk daarbij deze info: hoe schrijf je een informele brief?
- gebruik de Vokabelliste en Schreibhilfe op Seite 84 und 85
 
- we werken 10 minuten in volledige stilte (geen vragen stellen enzo....)

- daarna mag je 10 minuten samenwerken/uitwisselen/vragen stellen
timer
1:00
Am End: Quizlet Live?

Slide 44 - Tekstslide

Deze uitdrukking betekent iets als: laat het me weten. 

Je gebruikt dit veel in zowel de mondelinge als schriftelijke communicatie. 

Informeel: Gib mir bitte Bescheid
Formeel: Geben Sie mir bitte Bescheid

Slide 45 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 1 Minute)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich habe nächste Woche Geburtstag und ich organisiere ein Geburtstagsfest. Ich möchte du auch du einladen. Das Fest findet am 17.Oktober am 20.00 Uhr statt. Hoffentlich hast du Lust zu kommen.

Bitte schreib mir bald zurück!

Viele Grüße
Nola
1. na aanhef komma schrijven: Lieber Daniël,
2. eerste letter klein schrijven: wie geht es dir?
3. du= jij aan jou= dir, jou=dich
4. data=am, uurtijden=um

Slide 46 - Tekstslide

Konzentrier dich!
Mach mit!
Bist du bereit?
Schön, dass ihr heute wieder da seid!
Selbständige Arbeit:

Seite 74/75
Aufgabe 1 mit allen Schülern zusammen machen


Aufgabe 2 und 3: selbständig
10 Minuten in völliger Stille arbeiten
timer
1:00

Slide 47 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 8 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 3 Minuten)

Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola

Slide 48 - Tekstslide


Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola
1Vaste formuleringen: sehr geehrter Herr Müller
2. ich will --> ich möchte gern eine Frage stellen (beleefder)
3. er is= es gibt ein Problem
4. vervoeging werkwoorden: ich habe
5. vaste constructies: im Internet bestellen
6. werkwoorden! Weißt du! Ich weiß, du weißt, er weiß
7. Werkwoorden! Ich kann, du kannst, er kann
8. vaste formuleringen leren! Mit freundlichem Gruß

Slide 49 - Tekstslide

Welche Sehenswürdigkeiten hast du gesehen? Umschreibe! 

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video

Welche Sehenswürdigkeiten hast du gesehen? Umschreibe! 

Slide 52 - Tekstslide

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video

Extra punt halen op je toets?

- lees Aufgabe 2 en 4 nog eens goed door
- analyseer welke schrijffouten je hebt gemaakt
- bij beide opdrachten is elk 7 punten te verdienen
- voor elke schrijffout verdwijnt er 0.5 punt, dus heb je 5 punten dan heb je 4 fouten gemaakt
timer
1:00
- je hebt 5 minuten tijd om te analyseren
- je mag slechts één fout verbeteren met een rode pen
- schrijffouten zijn o.a. hoofdletters, Umlauten, spellingsfouten, der/die/das

Slide 55 - Tekstslide

Aufgabe 2
Lieber Max,
wie geht es dir?
Vielen Dank für deine Einladung
Ich freue mich auf den Austausch (den is VWO stof)
Wann fährst/gehst du in die Niederlande?
Schreibe bald wieder
Viele Grüße / Schöne Grüße / Liebe Grüße
Aufgabe 4
Sehr geehrter Herr Müller,
herzlichen Dank für Ihre Email
Ich habe noch ein paar Fragen
Kann ich einen Gutschein einlösen?
Ich hätte gern Informationen über den Versand (den is VWO-stof)
Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen
Mit freundlichen Grüßen / Mit freundlichem Gruß


Slide 56 - Tekstslide

Slide 57 - Tekstslide

sich beschweren über +4e naamval
Vertaal naar het Duits: (möchten/sich beschweren über)
1. Ik wil graag klagen over de verzending

1e naamval               4e naamval
der Versand              den Versand
die Lieferzeit             die Lieferzeit
das Paket                   das Paket

Slide 58 - Tekstslide

Pak je boek en leg deze open op blz 90
Heute:

- het feedback van de docent verbeteren

- iemand anders feedback geven en een nieuwe schrijfopdracht maken. (opnieuw toepassen dus was je vandaag geleerd hebt, en dit volgende week meenemen!)

Slide 59 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 8 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 3 Minuten)

Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola

Slide 60 - Tekstslide


Geheerten herr Müller,

ich will gern eine Frage stellen und er ist ein Problem. Ich hat am 12. Januar ein Gerät auf dem Internet bestellt. Wist du die Lieferzeit?  Ich will gern der Kopfhörer umtauschen und kan ich die zurückschicken? 

Mit freundlichen Gruße

Svenno
Nola
1Vaste formuleringen: sehr geehrter Herr Müller
2. ich will --> ich möchte gern eine Frage stellen (beleefder)
3. er is= es gibt ein Problem
4. vervoeging werkwoorden: ich habe
5. vaste constructies: im Internet bestellen
6. werkwoorden! Weißt du! Ich weiß, du weißt, er weiß
7. Werkwoorden! Ich kann, du kannst, er kann
8. vaste formuleringen leren! Mit freundlichem Gruß

Slide 61 - Tekstslide

Benutze Standardformulierungen

Je hoeft bij een schrijfopdracht niet alles op het moment van de toets zelf te verzinnen. Er zijn namelijk heel wat formuleringen en vaste combinaties die je bij veel schrijfopdrachten kunt gebruiken:
- Leer vaste formuleringen: Sehr geehrte Frau Groß, mit freundlichen Grüßen
- Leer vaste combinaties: einen Gutschein einlösen, im Internet nachlesen/bestellen

Slide 62 - Tekstslide

Beginopdracht
Vervoeg de volgende 
werkwoordsvormen in je schrift :

1. ich - helfen 
6. wir - halten
2. du - sehen
7. ihr - fallen
3. er - essen
8. sie (mv) - schlafen
4. sie (ev) - lesen
9. du - fahren
5. es - geben 
10. sie (ev) - graben

Slide 63 - Tekstslide

Gebruik Bindewörter
Een tekst bestaat niet uit een losse opsomming van feiten. Om ervoor te zorgen dan je tekst lekker loopt, gebruik je bijvoorbeeld de volgende signaalwoorden:
aber: Ich möchte neue Kopfhörer kaufen, aber ich habe kein Geld
nämlich: Ich will dir nicht helfen, das ist nämlich nicht mein Problem
weil: Ich brauche ein neues Handy, weil mein altes kaputt ist
denn: Ich gebe wenig Geld aus, denn ich bin sparsam

Slide 64 - Tekstslide

Gebruik Bindewörter
Een tekst bestaat niet uit een losse opsomming van feiten. Om ervoor te zorgen dan je tekst lekker loopt, gebruik je bijvoorbeeld de volgende signaalwoorden:

also: Ich bin krank, also bleibe ich zu Hause
dass: Ich hoffe, dass du heute Zeit für mich hast
dagegen: Normalerweise komme ich pünktlich, heute dagegen bin ich zu spät

Slide 65 - Tekstslide

Aufgabe: Korrigiere einen Fehler pro Satz und schreibe die korrekte Lösung auf

1. Ich wolle so gerne mehr Freizeit
2. Meine Schwester habt zwei Hamster
3. Am Ende des Schuljahres ist er ein Fest in der Aula
4. Obst und Gemüse sein gesund
5. Ich weiße das leider nicht
6. Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben oder machst du einen Spaß (grap)

Slide 66 - Tekstslide

Aufgabe: Korrigiere einen Fehler pro Satz und schreibe die korrekte Lösung auf

1. Ich wolle so gerne mehr Freizeit
2. Meine Schwester habt zwei Hamster
3. Am Ende des Schuljahres ist er ein Fest in der Aula
4. Obst und Gemüse sein gesund
5. Ich weiße das leider nicht
6. Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben oder machst du einen Spaß (grap)
1. Ich wolle = ich will , du willst, er will= VEEL GEMAAKTE FOUT!
2. Meine Schwester hat: werkwoorden vervoegen!
3. er is of er zijn vertaal je altijd met es gibt +4e naamval
4. Obst und Gemüse sind gesund! SEIN schrijf je NOOIT!!!
5. Ich weiße= ich weiß, du weißt, er weiß= VEEL GEMAAKTE FOUT!
6. Sie en du niet door elkaar halen! Stimmt es, dass Sie heute keine Zeit haben, oder machen Sie einen Spaß

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 2 Minuten)

Liebe Sarah,

vielen Dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28. September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue mich auf jeden Fall schon auf das Hockeyspiel!

Bis dann!

Viele Grüße
Nola


1. dank schrijf je met een hoofdletter!
2.data schrijf je met een punt!
3standaard: ich freue mich auf....
4 ZN: HOOFDLETTER!


Slide 69 - Tekstslide

Slide 70 - Tekstslide

Hausaufgaben besprechen

Aufgabe in Dreiergruppen


Tijd: 10 Minuten in stilte werken


Heb je een fout ontdekt? Zet dan voor de desbetreffende zin een streep. Zie je er 2, dan zet je 2 streepjes enz....
Klaar? 

Schrijf afsluitend één Top (wat doet hij zij goed) en één Tip (wat kan er nog beter) naast opdracht 4C op.

Klaar? ? Leer dan vast de woorden en zinnen op blz 84/85 van je boek.




-Wissel van boek met iemand uit je groepje
-lees opdracht 6 van je buurman/vrouw
- controleer daarna eerst de hoofdletters
- controleer daarna of opdracht 6 aan de criteria voor een mail op blz 329 van je boek voldoet.
- controleer daarna opdracht 8
timer
1:00

Slide 71 - Tekstslide

Zusammenarbeit
- verbeter je feedback van een klasgenoot van Aufgabe 6 en 8
- snap je niet wat je fout hebt gedaan? Vraag dan eerst een klasgenoot en daarna pas je docent.
Klaar? Leer dan de woorden op blz 84 N-D


Zeit: 5-10 Minuten

Slide 72 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 1 Minute)

Liebe Sarah,

vielen Dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28. September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue auf jeden Fall schon auf das hockeyspiel!

Bis dann!

Viele Grüße
Nola


1. dank schrijf je met een hoofdletter!
2.data schrijf je met een punt!
3standaard: ich freue mich auf....
4 ZN: HOOFDLETTER!
3. du= jij aan jou= dir, jou=dich
4. data=am, uurtijden=um

Slide 73 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 2 Minuten)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich habe nächste Woche Geburtstag und ich organisiere ein Geburtstagsfest. Ich möchte du auch du einladen. Das Fest findet am 17.Oktober am 20.00 Uhr statt. Hoffentlich hast du Lust zu kommen.

Bitte schreib mir bald zurück!

Viele Grüße
Nola

Slide 74 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler (Zeit: 1 Minute)

Lieber Daniël

Wie geht es dir? Mir geht es sehr gut. Ich habe nächste Woche Geburtstag und ich organisiere ein Geburtstagsfest. Ich möchte du auch du einladen. Das Fest findet am 17.Oktober am 20.00 Uhr statt. Hoffentlich hast du Lust zu kommen.

Bitte schreib mir bald zurück!

Viele Grüße
Nola
1. na aanhef komma schrijven: Lieber Daniël,
2. eerste letter klein schrijven: wie geht es dir?
3. du= jij aan jou= dir, jou=dich
4. data=am, uurtijden=um

Slide 75 - Tekstslide

Konzentrier dich!
Mach mit!
Bist du bereit?
Mittwoch, der 9.10.2024
Herzlich Willkommen zu einer neuen Deutschstunde!
Schön, dass ihr heute wieder da seid!

Slide 76 - Tekstslide

In dieser Deutschstunde lernst du
-  de meest voorkomende woordenschatfouten

- de juiste vertaling van 'naar' 

- het verbeteren van je eigen fouten

Dit symbool betekent: dit onderdeel is onderdeel van de toets: schrijf op!

Slide 77 - Tekstslide


Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag spielen wir Fußball, das ist sehr toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad zu Hause.

Viele Grüße

Nola
Zoek de volgende fouten in de tekst:
1 naamvalsfout
6 woordenschatfouten

timer
1:00

Slide 78 - Tekstslide

Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf 1. eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert 2. ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und 3. haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag 4.spielen wir Fußball, das ist sehr 5.toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad 6.zu Hause.

Viele Grüße

timer
1:00

Slide 79 - Tekstslide

Liebe Austauschschüler,

ich freue mich auf 1. eure Besuch in den Niederlanden. Der Unterricht bei uns dauert 2. ein Uhr. Am Montag gehen wir nach Schule und 3haben wir Sport und Deutsch. Am Dienstag 4.spielen wir Fußball, das ist sehr 5.toll. Am Samstag gehen wir aus und danach fahren wir mit dem Fahrrad 6. zu Hause.

Viele Grüße

Nola


1. ich freue mich auf +4e naamval: euren Besuch of den Austausch
Woordenschat:
1. uur= die Stunde     die Uhr= het horloge, klok, es ist drei Uhr.
2. naar school gaan= zur Schule gehen (staat ook in woordenlijst!)
3. haben wir Sport und Deutsch: gibt es Sport und Deutsch!
4. serieus? klas 5? Verzin eens een andere activiteit: an den Strand gehen, ins Kino..
5.toll? nee, niet meer schrijven. Woordenschatniveau: es macht mir Spaß/großartig
6. naar huis gaan: nach Hause gehen, thuis zijn: zu Hause sein

Slide 80 - Tekstslide

Denk aan de vertaling van 'naar'
nach: bij landen, steden, richtingen. --> Ich gehe nach der Kreuzung nach link. (VWO: nach+3e naamval)

in: bij landen met lidwoord en vaste uitdrukkingen. --> Ich gehe in die Türkei/Schweiz/USA. Ich gehe ins Kino/in die Stadt/ins Museum.

zu: bij personen en andere gevallen. Ich gehe zu meiner Oma/zu der Schule/ zu dem Bahnhof/zu dem Rathaus (VWO: zu+ 3e naamval)


Slide 81 - Tekstslide

Kapitel: Lust auf Austausch?






timer
1:00
Daarna 15 minuten samen werken
- vraag eerst je buurman/vrouw naar de fouten die je zelf niet wist te verbeteren en daarna pas je docent.
- klaar? laat dan je werk door je docent controleren. 
- maak na de controle de opdrachten 1-3 op blz 86 van je boek.
An die Arbeit!
Zeit: 25 Minuten
Was? Eerst 10 minuten stil werken
- verbeter eerst zelfstandig je fouten.
- weet je niet wat je fout hebt gedaan? Sla over, en ga door met de volgende fout.
- klaar? Maak dan de opdrachten 1-3 op blz 86 van je boek.

Slide 82 - Tekstslide

Exit-Aufgabe
Übersätze diese Sätze ins Deutsche:

1.   In Berlijn zijn er veel bezienswaardigheden (Sehenswürdigkeiten)
2.  Op woensdag ga ik eerst naar de bioscoop en daarna een uur naar mijn oom.

Slide 83 - Tekstslide

Aufgabe: finde die 4 Fehler und schreibe sie in deinem Heft auf! (Zeit: 2 Minuten)

Liebe Sarah,

vielen dank für die Einladung. Es tut mir wirklich leid, aber ich kann am 28 September um 10:00 Uhr leider nicht kommen. Ich komme später. Ich hoffe, dass das kein Problem ist. Ich freue auf jeden Fall schon auf das hockeyspiel!

Bis dann! 
Viele Grüße
Nola

Slide 84 - Tekstslide

Mittwoch, der 11. September
Herzlich Willkommen und schön, dass du da bist!

Hast du dein Buch, Planung und Heft in den Unterricht mitgebracht?

Slide 85 - Tekstslide

 Inhalt dieser Stunde:

1. Wort der Woche lernen

2. Steh auf, steh auf spielen
3. Hausaufgaben besprechen 



Lernziele dieser Stunde: 

  • Je kent het Wort der Woche
  • Je schrijft zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter
  • Je hebt de Aufgaben 3 und 4 af. (weektaak)



Am Anfang, anschließend, außerdem, zum Schluss

Slide 86 - Tekstslide

der Austausch
der Austauschschüler

die Austauschschülerin

der Austauschdozent

Slide 87 - Tekstslide

red thauscAu
Die einzelnen Buchstaben wurden vertauscht. Welches Wort suchen wir? 

Slide 88 - Tekstslide

Spiel: Übersetze!
Du hast eine Minute Nachdenkzeit. Versuch möglichst viele Wörters ins Deutsche zu übersetzen (vertalen)

Während der Nachdenkzeit darf NICHT gesprochen werden. (nicht überlegen)

Slide 89 - Tekstslide

1. de zus
2. uitnodigen
3.de uitwisseling
4. de uitwisselingsleerling (man)
5. omdat
6.broers en zussen
7. werken (niet: arbeiten)
8. les
9. uitnodiging
10. het eindexamen
11. ik verheug me op
12. missen

Slide 90 - Tekstslide

Slide 91 - Tekstslide

Dingetjes........
1. je studiewijzer: staat in SOM en krijg je op papier! 

2. elke week heb je een weektaak: opdrachten en leerwerk. (weektaak moet begin volgende week af zijn!)

3. je hebt ook een tussentoets om te kijken hoe ver je al bent. 

4. vraag stellen in de les: Klassensprache gebruiken!

5. naast boek ook apart schrift meenemen!

6 HAVO leerlingen zitten aan de linkerkant en VWO leerlingen zitten aan de rechterkant in het lokaal!

Slide 92 - Tekstslide

Slide 93 - Tekstslide

Slide 94 - Tekstslide

Kennst du deine Klassenkameraden?
Jeder Schüler schreibt auf ein Kärtchen 2 Fragen an die anderen Schüler.("Welche Musik hörst du am liebsten?". Anschließend gehen alle im Raum umher, auf das Signal des Lehrers bleiben alle stehen. Die Frage auf dem Kärtchen wird der Person gestellt, die einem am nächsten steht. Nachdem beide ihre Antwort bekommen haben, werden die Karten ausgetauscht und geht das Spiel weiter.


Slide 95 - Tekstslide

Wort der Woche: welches Wort wird gemeint? 

Slide 96 - Tekstslide

nI ned Serfomermein hbae im fsat nedej gaT im Skrearpumt gbobejt
Im untenstehenden Satz wurden die Buchstaben (letters) der einzelnen Wörter vertauscht. Versuch die Buchstaben in die richtige Reihenfolge (volgorde) zu bringen. Schreib den Satz in deinem Heft auf! 

Slide 97 - Tekstslide

Slide 98 - Tekstslide



Leerdoelen behaald? 
- Je kunt je medeleerlingen 2 vragen stellen en deze ook beantwoorden
- Je kent het woord van de week
- Je weet 2 nieuwe feitjes over de Duitse cultuur/maatschappij/sport/muziek/kunst



😒🙁😐🙂😃

Slide 99 - Poll

HAVO:

-Ga naar de topruimte
- Bekijk de video in Classroom
- Maak aantekeningen in je schrift over het thema 'dass' of 'das'
- de volgende les leggen jullie de VWO-groep uit wat het verschil tussen das en dass is!
VWO

Krijgen in het lokaal uitleg over de VWO-stof: voorzetsels met een 2e naamval

Slide 100 - Tekstslide

Slide 101 - Tekstslide

Slide 102 - Tekstslide

Extra punt halen  op je gemaakte toets?

- bekijk Aufgabe 2 und 4
- voor elke opdracht kun je 7 punten krijgen
- door elke gemaakte fout is er 0.5 punt verdwenen (max 2 fouten per zin)
- heb je bijvoorbeeld 5 punten, dan heb je dus 4 fouten gemaakt.


- lees Aufgabe 2 und 4 nog eens goed door
- analyseer welke fouten je hebt gemaakt
- je mag er daarvan slechts één verbeteren met een rode pen! 
- tijd: maximaal 5 minuten, de stopwatch loopt
fouten zijn: Umlauten, hoofdletters, der/die/das, spelling
timer
1:00

Slide 103 - Tekstslide