Spelling H3 LJ2 les 2

Spelling hoofdstuk 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Spelling hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Wie huiswerk niet af?

- Uitleg theorie hoofdstuk 3
- Maken opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

Wie huiswerk niet af?
Huiswerk was:

Maken opdracht 1 t/m 3 van 3.5 Spelling. 

Maak ook opdracht 1 t/m 12 van 3.4 Grammatica af als je dat nog niet af hebt

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van werkwoorden met ge- be- ver- her-  en ont-
Voltooid deelwoord: staat vaak aan het eind van de zin

Begint vaak met: ge- be- ver- her- ont

Ik heb gisteren mijn moeder gebeld.
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.
Ik ben naar de stad gelopen.


Slide 4 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van werkwoorden met ge- be- ver- her-  en ont-
Ik heb gisteren mijn moeder gebeld.
Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt.


Bij zwakke werkwoorden: +D of +T?
Dit werkt hetzelfde als bij de verleden tijd.
- Je kan het woord langer maken
gebeld --> belde        gemaakt --> maakte
- Kijk naar de laatste letter van de stam en volg de regels van 'T eX-KoFSCHiP
bellen--> bell        maken --> mak

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van werkwoorden met ge- be- ver- her- en ont-
Ik ben naar de stad gelopen.

Sterke werkwoorden eindigen bij het voltooid deelwoord op -n of -en

Ik heb een liedje gezongen.

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van werkwoorden met ge- be- ver- her- en ont-
Sommige woorden beginnen altijd met een voorvoegsel
Bij sterke werkwoorden:
Dan is het voltooid deelwoord hetzelfde als het infinitief (hele werkwoord)

Wij gedragen ons goed.
Wij hebben ons goed gedragen.

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord van werkwoorden met ge- be- ver- her- en ont-
Bij zwakke werkwoorden:
+D of +T.  Let wel op:

Hij verhuist naar Amsterdam.
Hij is naar Amsterdam verhuisd.

Slide 8 - Tekstslide

Voltooid deelwoord splitsbare werkwoorden
Splitsbaar werkwoord: werkwoord dat je kan splitsen.
Bijv. opbellen --> Ik belde mijn moeder op.

Bij splitsbare werkwoorden komt het voorvoesel tussen de twee delen in:
Ik heb mijn moeder opgebeld.

Slide 9 - Tekstslide

Maken opdrachten
Vorige huiswerk:
Maken opdracht 1 t/m 2 van 3.5 Spelling

Nieuw huiswerk:
Maken opdracht 4 t/m 6 van 3.5 Spelling

Slide 10 - Tekstslide