Ontdekking groep 7&8

Kijk goed naar de foto
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Kijk goed naar de foto

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je over de foto vertellen?

Slide 2 - Woordweb

Aan het einde van de les weet ik:

- hoe ik mij kan oriënteren op een tekst
- hoe ik informatie uit de tekst haal 

Slide 3 - Tekstslide

We gaan een tekst lezen over een gevonden fossiel. 
Onderstreep tijdens het lezen de moeilijke woorden en controleer of je de tekst nog begrijpt.

Slide 4 - Tekstslide

Ik heb aan het einde van de les ... antwoorden goed
010

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

Welke moeilijke woorden heb je onderstreept?

Slide 7 - Open vraag

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Vogels
B
Dinosaurussen
C
Microraptor
D
Vleugels

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het doel van de schrijver? Hij wil:
A
uitleggen hoe je iets moet doen
B
zijn mening geven
C
reclame maken
D
informeren

Slide 9 - Quizvraag

Waarnaar verwijst 'ze' in regel 16?
A
De onderzoekers
B
De fossielen
C
De resten van zoogdieren en kleine vogels
D
De maag van het fossiel

Slide 10 - Quizvraag

Lees: In China...een Microraptor. (r. 3 t/m 5)
Wat kan de schrijver niet schrijven in plaats van: recent?
A
Laatst
B
Kortgeleden
C
Niet erg lang geleden
D
Heel erg lang geleden

Slide 11 - Quizvraag

Lees: Fossielen zijn...en planten. (r. 5, 6)
Hoe had de schrijver deze zin ook kunnen schrijven?

A
Fossielen vind je alleen in China
B
Fossielen zijn dieren- en plantenresten die bewaard zijn gebleven.
C
Fossielen zijn resten van bewaard gebleven dinosauriërs.
D
Fossielen zijn bewaard gebleven visresten.

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Lees: Maar wat...waren visresten. (r. 16, 17) Naar wie of wat verwijst: daar?
A
De maag van het fossiel
B
Kleine zoogdieren
C
Planten
D
China

Slide 14 - Quizvraag

Lees de tweede alinea.
Wat doet de schrijver met de woorden in de tweede alinea: Dat zit zo: (r. 25)?
A
􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰔􏰍􏰏􏰆􏰈􏰓􏰍􏰋􏰋􏰃􏰈􏰉􏰘De schrijver geeft een samenvatting
B
De schrijver trekt een conclusie
C
􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰌􏰍􏰍􏰎􏰔􏰗􏰅􏰙􏰌􏰃􏰈􏰉􏰘􏰖􏰆 􏰔􏰗􏰅􏰎􏰃􏰄􏰓􏰆􏰎 􏰉􏰆􏰆􏰇 􏰆􏰆􏰈 􏰌􏰍􏰍􏰎􏰔􏰗􏰅􏰙􏰌􏰃􏰈􏰉􏰘De schrijver geeft een waarschuwing
D
De schrijver gaat uitleg geven

Slide 15 - Quizvraag

Waar of niet waar?
WAAR
NIET WAAR
Een verrassende vondst in de maag van de Microraptor waren resten van vissen

Slide 16 - Sleepvraag

Lees: Tanden zonder...laten glijden. (r. 33 t/m 36)
In deze zin staat iets dubbelop.
Welk woord is overbodig en moet de schrijver weghalen?
A
glad (r. 34)
B
gevangen (r. 35)
C
vlug (r. 35)
D
laten (r. 36)

Slide 17 - Quizvraag

Lees: Maar nu...veren gekregen? (r. 58 t/m 61) Wat is het antwoord op deze vraag?
A
Omdat veren mooi zijn.
B
Om sneller mee te kunnen vliegen.
C
Om indruk te maken op andere dieren.
D
Op die vraag is nog geen antwoord gevonden.

Slide 18 - Quizvraag

Mijn voorspelling is uitgekomen:
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll