Les 2 Belangrijke Christelijke Geschriften

Het Nieuwe Testament
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het Nieuwe Testament

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over het Nieuwe Testament?

Slide 2 - Woordweb

Wie zijn de vier evangelisten?
A
Johannes, Lucas, Matheus en Mark
B
Johannes, Marcus, Boma en Leo
C
Franciscus, Leo, Mark en Boma
D
Marcus, Mattheus, Johannes en Lucas

Slide 3 - Quizvraag

De vier evangelies
Deskundigen gaan ervan uit dat Marcus als eerste geschreven heeft en dat Mattheüs en Lucas deze tekst onder ogen hebben gehad voordat ze hun eigen verhaal schreven. De evangelies werden in het Grieks geschreven. Later werd dit Nieuwe Testament vertaald in het Latijn en nog later in meer dan 2300 talen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een 'evangelie'?
A
Een verzameling regels en wetten.
B
Goed nieuws
C
Brieven van Paulus
D
Een lijst met alle koningen van Israël

Slide 5 - Quizvraag

Het Nieuwe Testament

Het Nieuwe Testament gaat over het geloof in God van de volgelingen van Jezus. Er staan vier verhalen in over Jezus, die ook wel evangelies worden genoemd. Het woord evangelie betekent 'goed nieuws'. De vier evangelies zijn genoemd naar de schrijvers ervan: Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is historisch niet correct aan deze video?

Slide 8 - Open vraag

Uit hoeveel onderdelen bestaat
het Nieuwe Testament?
timer
0:10
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quizvraag

Het Nieuwe Testament bestaat uit...
  • De vier evangelies;
  • Handelingen van de apostelen (verhalen over de eerste christenen);
  • Brieven aan Paulus
  • Openbaring of Apocalyps (een gelovige toekomstvisie).

Het nieuwe Testament werd tussen 50 en 110 na Christus geschreven.

Slide 10 - Tekstslide

De goede herder
Lees het bijbelverhaal op de volgende pagina.

Slide 11 - Tekstslide

De goede herder
Veel tollenaars en zondaars kwamen naar Jezus en luisterden naar hem. De farizeeërs en schriftgeleerden ergerden zich daaraan en zeiden: ‘Hij gaat om met zondaars, hij eet zelfs met ze!’

Daarom vertelde Jezus hun deze gelijkenis: ‘Veronderstel nou eens dat iemand honderd schapen heeft. Wanneer nu één van deze schapen verloren raakt, zal hij dan niet de andere schapen op het weiland achterlaten ...



Slide 12 - Tekstslide

vervolg...
... en zoeken totdat hij het verloren schaap terugvindt? En wanneer hij dat schaap terugvindt, zal hij zo blij zijn dat hij het op zijn schouders neemt. Wanneer hij dan thuiskomt, zegt hij tegen zijn vrienden en buren: ‘Wees samen met mij blij: mijn schaap was verloren en ik heb het teruggevonden.’
En Jezus zei: ‘Zo gaat het ook bij God in de hemel. Hij verheugt zich op iedere zondaar die beter gaat leven.’
(Johannes 10)

Slide 13 - Tekstslide

Toelichting bij dit verhaal
Tollenaars: degenen die belastingen hieven ten tijde van Jezus. Vaak deden ze dat voor de Romeinse overheid en hielden er zelf nog aan over. Daarom waren ze niet geliefd onder de bevolking.

Zondaars: dat waren mensen die fouten maakten. Ze leefden niet volgens de bedoeling van God.

Farizeeërs: joden die zich strikt hielden aan de regels uit de joodse wetgeving. Ze wilden door sober en vroom te leven dicht bij God zijn. Ze leefden dicht bij het gewone volk en wilden hen ook kennis overdragen.

Tegenwoordig wordt het woord farizeeër wel gebruikt om iemand aan te duiden die naleving van regels belangrijker vindt dan het menselijke aspect.

Schriftgeleerden: joden die Mozes’ wet bestudeerden en uitlegden aan het joodse volk.

Slide 14 - Tekstslide

Wat wil Jezus duidelijk maken met dit verhaal?

Plaats jouw antwoord HIER

Slide 15 - Tekstslide

Als iemand iets gemeens heeft gedaan geef je die persoon een 2e kans?
A
Nee
B
Ja alleen als die sorry zegt
C
Ja altijd.
D
Weet ik niet , ik vind het moeilijk

Slide 16 - Quizvraag

Lesconclusie

Slide 17 - Tekstslide