Mijn proefles
wat is de gemiddelde voetafdruk van een Nederlander.
A
3 hectare
B
5 hectare
C
7 hectare
D
1 hectare
1 / 20
Onderdelen in deze les
wat is de gemiddelde voetafdruk van een Nederlander.
A
3 hectare
B
5 hectare
C
7 hectare
D
1 hectare
Slide 1 - Quizvraag
wat is ongeveer de draagkracht per persoon?
A
ongeveer 2
B
ongeveer 3
C
ongeveer 1
D
ongeveer 4
Slide 2 - Quizvraag
wat gebruiken we om energie op te wekken
A
steenkool, olie, water
B
aardgas, steenkool, water
C
water, aardgas, olie
D
aardgas , steenkool, olie
Slide 3 - Quizvraag
hoe noemen we een overstap naar duurzame energiebronnen
A
groene stroom
B
energieneutraal
C
energietransatie
Slide 4 - Quizvraag
wat is geen natuurlijke hulpbron
A
aardgas
B
olie
C
steenkool
D
lachgas
Slide 5 - Quizvraag
wat is groene stroom
A
wind en zonne energie
B
wind energie
C
zonne energie
D
geen van beide
Slide 6 - Quizvraag
hoe heet het opnieuw gebruiken van spullen
A
energieneutraal
B
energietransatie
C
afvalvoetdruk
D
groene stroom
Slide 7 - Quizvraag
wat betekent energieneutraal
A
energie terugwinnen
B
zo veel energie opwekken dat er verbruikt wordt
Slide 8 - Quizvraag
hoe noem je de hergebruik van grondstoffen
A
afvalvoetdruk
B
circulaire economie
C
rycycelen
Slide 9 - Quizvraag
hoeveel kilo water heb je nodig voor het telen van 1 kilo tomaten
A
200 liter
B
150 liter
C
100 liter
D
250 liter
Slide 10 - Quizvraag
wat wordt er in kassen gedaan
A
het telen van groente en fruit
B
elektriciteit in opgenomen
C
aardgas in opgenomen
Slide 11 - Quizvraag
uit welk land komen de sojaplantjes
A
uit Noor- Amerika
B
uit Zuid- Amerika
C
uit Nederland
D
uit België
Slide 12 - Quizvraag
doet Nederland veel aan export
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
waardoor doen wij zo veel aan export
A
vanwege de monocultuur
B
vanwege biologische landbouw
C
vanwege intensieve landbouw
Slide 14 - Quizvraag
wat is intensieve landbouw
A
het nauwkeurig bekijken van planten of ze wel aan alles voldoen
B
export naar het buitenland
C
import naar ons eigen land
Slide 15 - Quizvraag
wat is een monocultuur
A
als er in een kas 2 of meer producten worden verbouwd
B
als er in een kas maar 1 product wordt verbouwd
C
als er in een kas meer dan 3 producten worden verbouwd
Slide 16 - Quizvraag
wat wordt er gedaan bij biologische landbouw
A
letten op de dieren zijn welzijn
B
letten dat de dieren genoeg eten en drinken
Slide 17 - Quizvraag
hoeveel gram soja zit er in kaas
A
200 gram
B
300 gram
C
100 gram
D
400 gram
Slide 18 - Quizvraag
als er een ziekte in een kas komt, waarmee wordt het verholpen
A
giftige stoffen
B
chemische stoffen
C
water
D
regen
Slide 19 - Quizvraag
het is beter om lokale producten te eten die bij het seizoen passen
A
waar
B
niet waar
