English basics Lesson 3 : telling time

English basics - telling time
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English basics - telling time

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Our goal today
Talk about a picture.

Telling time.

The English SHIT rule.

Pearson Speakout

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Telling time
Goofy has to watch over the animals.

Tell me: 
What time is it 
on clock number 1, 2, 3 and 4?

At what time will he check again? (what time is it on clock number 5)

Slide 3 - Tekstslide

12.15 - 16.15 - 18.15 - 19.15 - 19.45.
De tijd halveert elke keer:
Tussen 1 en 2 zit vier uur.
Tussen 2 en 3 zit twee uur.
Tussen 3 en 4 zit een uur.
Tussen 4 en 5 zit dan een half uur.

Clock number 5 = a quarter to eight.
Think
25 seconds

Talk 
25 seconds
Op de volgende pagina zie je een foto.

- Je mag 25 seconden nadenken.
- Daarna geef ik een beurt.
- Je praat 25 seconden Engels over de foto.

TIP:
  • tellen
  • kleuren noemen
  • waar in het plaatje

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Think
25 seconds

Talk 
25 seconds
timer
0:25

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
A
Five minutes to twelve.
B
Eleven o'clock.
C
Twelve o'clock.
D
Five minutes past eleven.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
A
A quarter past two.
B
Fifteen minutes past two.
C
Ten minutes past three.
D
Ten minutes after three.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?
A
Half past four.
B
Half to five.
C
Half past five.
D
Half to six.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


What time is it?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

What time do you hear?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ik 
werk
I
I work
jij 
werkt
you
You work
zij 
hij
het 
werkt
she 
he
it
She works
He works
It works
wij 
werken
we
We work
jullie 
werken
you
You work
zij 
werken
they
They work
Werkwoorden tegenwoordige tijd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pearson Speakout : lesson 1B

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies