5H_H2_p10_gesteentekringloop

p10 Gesteentekringloop
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
aardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

p10 Gesteentekringloop

Slide 1 - Tekstslide

Giant's Causeway
  • 40.000 zeshoekige zuilen
  • Legende over Ierse reus Fionn McCool 
  • Lava-erfenis 60 miljoen jaar geleden

Slide 2 - Tekstslide

Hoe dan?
  • Zwarte waterval / het orgel
  • Langzaam afgekoelde basalt
  • Het basalt kan daardoor kristalliseren


Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je weten = aantekening
  • Ontstaan gesteente(cyclus)
  • Hoofdgesteente A
    - ontstaanswijze + kenmerken
    - A1 Gesteente
          uitleg
    - A2 Gesteente
         ........
  • Ontstaan gesteente (cyclus)
  • Drie hoofdgroepen
  • Ontstaanswijze + uiterlijke kenmerken
  • Per hoofdgroep voorbeelden

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ontstaat gesteente?
Tijdens een vulkaanuitbarsting wordt vloeibare lava uitgestoten. De lava koelt af, stolt en wordt hard. Dit is dan een stollingsgesteente. Ook afgekoeld magma is een stollingsgesteente, zoals je hierna zult zien. Dan heet het dieptegesteente. In de loop van de tijd wordt dit gesteente, net als elk ander gesteente, door verwering en erosie afgebroken en verplaatst. Wanneer dit vervolgens ergens neergelegd wordt (sedimenteert) is het sediment(gesteente). Een sedimentgesteente dat vervormd wordt door hitte en/of druk verandert in een metamorf gesteente. Stollingsgesteenten, sediment gesteenten en metamorfe gesteenten gaan in elkaar over onder invloed van geologische processen (hitte, druk, verwering, erosie, sedimentatie en stolling). Dat heet de gesteentekringloop. Op de volgende dia zie je de gesteentekringloop.

Slide 5 - Tekstslide

De gesteentekringloop
Geef m.b.v. deze 
bron een omschrijving
waarom er ook bij gesteente
een cyclus is.

Slide 6 - Tekstslide

Geef m.b.v. de bron een omschrijving
waarom er ook bij gesteente een cyclus is.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

A. Stollingsgesteente
  • Het vloeibare magma in de asthenosfeer stolt als het afkoelt. 

  • Stollingsgesteente kan op twee manieren ontstaan:

  • A1. Dieptegesteenten
  • A2. Uitvloeiingsgesteenten
  • A3. Ganggesteenten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

 A.3 Ganggesteenten
  • 'Gangen' van een vulkaan
  • Enerzijds relatief koel =>
    magma stolt snel
    (en dus geen grote kristallen)
  • Anderzijds is een deel vloeibaar => stolt langzaam
    (en dus grote kristiallen)
  • Kortom: 'gemengd' stollingsgesteenten

Slide 14 - Tekstslide

Noem naast de kristallengrootte nog 2 verschillen tussen de 3 gesteenten

Slide 15 - Open vraag

B. Sedimentgesteente
Sedimenten ontstaan als verweringsmateriaal wordt neergelegd door water, wind of ijs. 

Als deze sedimenten aan elkaar vastzitten, heet het een sedimentgesteente. 

Slide 16 - Tekstslide

Uiterlijke kenmerken
Sedimentgesteente:
  • Gelaagd
  • Vaak met fossielen
  • Oorspronkelijke sedimentdeeltjes kunnen zichtbaar zijn

Voorbeeld: 

Slide 17 - Tekstslide

Drie soorten sedimentgesteenten:

  • Klastische sedimentgesteenten
  • Chemische sedimentgesteenten
  • Organische sedimenten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

C. Metamorfe gesteenten
  • Zowel sedimentgesteenten als stollingsgesteenten kunnen onder invloed van hitte en/of druk van vorm veranderen en rekristalliseren. Je krijgt geplooide lagen.
  • Twee plekken:
  • langs convergerende plaatgrenzen: subductie +plooiing 
  • langs magma-intrusies 

Slide 22 - Tekstslide


Zandsteen => kwarts
   
Schalie                                 => leisteen


Kalksteen => marmer


Graniet =>gneis. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide

Welk kenmerk bezit een stollingsgesteente NIET?
A
Zichtbare kristallen
B
Basalt
C
Graniet
D
Gelaagdheid

Slide 26 - Quizvraag

In welk gesteente(n) vinden we fossielen terug?
A
Stollingsgesteenten
B
Sedimentgesteenten
C
Metamorfgesteenten
D
Alle 3 de gesteenten

Slide 27 - Quizvraag

Zet de omschrijving bij de juiste korst
Oceanische korst
Continentale korst
Relatief dik
Maximaal 200 miljoen jaar oud
Basalt
Graniet
Stollingsgesteente

Slide 28 - Sleepvraag

Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert

Slide 29 - Sleepvraag

Metamorf gesteente ontstaat
A
Diep onder de grond
B
Onder invloed van hitte en/ of druk
C
Uit sedimentgesteenten

Slide 30 - Quizvraag