Straattaal: de taal van de straat

Nederlands: straattaal
Straattaal: de taal van de straat
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands: straattaal
Straattaal: de taal van de straat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten en dat wordt overgenomen.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen en trekken veel met elkaar op.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.
D
Het is een bestaande taal die speciaal bedacht ik voor de jongeren van de straat.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van de les
Aan het einde van deze les weet je wat straattaal is, waar het vandaan komt, waarom het gebruikt wordt en ken je voorbeelden van straattaal woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Leg de doelen van de les uit aan de leerlingen en vertel wat ze kunnen verwachten.
Welke straattaal woorden ken je al?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is straattaal?
Straattaal is een informele taal die voornamelijk wordt gesproken op straat en onder jongeren.
y
Gebruikt als cultuur om te onderscheiden van andere groepen

Slide 5 - Tekstslide

Vertel wat straattaal is en waar het vandaan komt. Vraag de leerlingen of zij straattaal spreken of kennen.
Ontstaan van straattaal
Het is niet duidelijk wanneer straattaal ontstaan is
Straattaal is ontstaan door invloeden van verschillende talen en culturen
Zoals het Surinaams, Marokkaans en Antilliaans en het Engels.
Straattaal is dus eigenlijk een mix van verschillende talen. 

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe straattaal is ontstaan en welke invloeden hierbij een rol hebben gespeeld.

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van straattaal woorden
Voorbeelden van straattaal woorden zijn swag, chickie, mattie en skeer. Deze woorden zijn niet officieel erkend, maar worden wel veel gebruikt onder jongeren.

Slide 8 - Tekstslide

Geef voorbeelden van straattaal woorden en laat de leerlingen deze woorden uitspreken.
Als straattaal vaak gebruikt wordt
Worden ze opgenomen in het woordenboek. Voorbeelden zijn:
Bashen
Twerken
Dissen
Fissa

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms krijgen straattaal woorden een andere betekenis
Kaolo bijvoorbeeld komt uit het Surinaams.
In het Surinaams betekent het ' poepgat' en is het een scheldwoord.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hij is echt yusu vandaag.
Wat zou het woord 'yusu' betekenen?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord quizvraag 1
'Yusu' betekent moe zijn of moe in het algemeen

Slide 13 - Tekstslide

Geef het antwoord op de quizvraag en leg eventueel uit waar het woord vandaan komt.
Welke dingen hebben een rol gespeeld in het ontstaan van straattaal?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord quizvraag 2
Invloeden van verschillende talen en culturen, zoals het Surinaams, Marokkaans en Antilliaans, hebben een rol gespeeld in het ontstaan van straattaal.

Slide 15 - Tekstslide

Geef het antwoord op de quizvraag en leg eventueel uit welke andere invloeden er zijn geweest.

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom denk jij dat jongeren straattaal gebruiken?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Straattaal gebruiken
Het is belangrijk om te weten wanneer het gepast is om straattaal te gebruiken en wanneer niet. 

In een formele situatie wordt het bijvoorbeeld afgeraden om straattaal te spreken.

Slide 18 - Tekstslide

Leg uit wanneer het wel en niet gepast is om straattaal te gebruiken en waarom.
Norm/ABN
Er wordt soms neerbuigend gekeken naar straattaal
Waarom is dat zo?
Moeten mensen ABN praten of is straattaal acceptabel?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zou jij geen straattaal gebruiken?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord quizvraag 3
In formele situaties wordt het afgeraden om straattaal te spreken.

Slide 21 - Tekstslide

Geef het antwoord op de quizvraag en leg eventueel uit waarom.
Vraag
Is straattaal nuttig of schadelijk voor de samenleving?
Geef je mening..........

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden situaties
In welke situaties zou je wel of niet straattaal gebruiken? Denk bijvoorbeeld aan een sollicitatiegesprek, een gesprek met vrienden of een gesprek met je docent.

Slide 23 - Tekstslide

Laat de leerlingen voorbeelden geven van situaties waarin ze wel of niet straattaal zouden gebruiken.

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd wat straattaal is, waar het vandaan komt en hebben we voorbeelden van straattaal woorden gezien.

Slide 25 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 26 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 27 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 28 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies