Thema 7 - Hoofdstuk 18 voorraadbeheer

Voorraadbeheer T7-H18+H19
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Wonen en huishoudenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorraadbeheer T7-H18+H19

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik oefen op mijn stageplek al met voorraadbeheer.
JA
Nee
Ik weet het niet.

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Geef eens een voorbeeld van voorraadbeheer.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorraadbeheer
Helpende zorg en welzijn
Dienstverlenende werkzaamheden thema 7 Hoofdstuk 18

Sluit aan bij examen B1-K1-W5
Assisteert bij voorraadbeheer

( Denk aan: Toilet- of verzorginsartikelen, incontinentiemateriaal, wasgoed, keukenvoorraad, materiaal voor activiteiten, vervangingsmaterialen)

Slide 4 - Tekstslide

Vervangingsmaterialen zijn b.v. lampen, printinkt, reclamematerialen etc.
Assisteert bij voorraadbeheer
B1-K1 W5

A) Oefenen met inventariseren van de voorraad
B) Het in ontvangst nemen van bestellinen en controleren op juistheid en kwaliteit

C) Het plaatsen van de goederen/ producten in de daarvoor bestemde ruimte(s)/ voorraadkast

D) Het registreeren en/of rapporteren van de gegevens over de voorraad.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorraad
Goederen: Diverse materialen en spullen

Een dienstverlener houdt de voorraad op peil!
Taken:
- Controleren/ tellen
- Bestellen
- Aannemen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kun je allemaal controleren bij voorraadbeheer?

Slide 7 - Woordweb

Voorraad in het magazijn
Houdbaarheidsdatum
Materialen die binnenkomen controleren op juiste aantallen

Veel voorraad
Voordeel
- Spullen zijn direct op voorraad
- Het bedrijf kan de spullen direct leveren

Nadeel:
- Veel opbergruimte nodig (magazijn)
-Veel inkopen kost veel geld
- Spullen kunnen verouderen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weinig voorraad
Voordeel:
- Weinig opbergruimte nodig
- Weinig geld uitgeven om spullen te kopen
- Geen verouderde spullen
Nadeel:
- Klant moet rekening houden met levertijd.
- Bij extra vraag zijn er niet genoeg spullen meer

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag en aanbod in balans.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warehouse Management System (WMS)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorraadadministratie
Bijhouden wat er binnen komt en wat verbruikt wordt.
Per artikel
Papieren lijsten of excelbestand
Je kunt zien wanneer je artikelen moet bestellen!
Minimum voorraad -> Deze moet je altijd op voorraad hebben om de levertijd te kunnen overbruggen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom gebruik je een streepjescode of barcode (of artikelnummer)?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

tgt - tht - uvd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inventariseren
Tellen van de voorraad.

Je kijkt of de voorraad klopt. 
Controleer ook op beschadigingen en houdbaarheidsdatum!

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestellen
Je geeft opdracht aan een leverancier om spullen te laten komen.

  • De minimumvoorraad is bereikt.
  • Bestelbon controleren.
  • Je krijgt een orderbevestiging.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let hier ook op!
- Overleg met je collega of leidinggevende.
- Vraag naar de regels die gelden binnen de organisatie.
- Gooi niet zomaar iets weg.
- Werk milieubewust.
- Werk kostenbewust.
- Werk ergonomisch.
- Verwerk de administratie en rapporteer zo nodig.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 19
Goederen ontvangen en opslaan


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pakbon: Krijg je als geoderen geleverd worden die je hebt besteld.
Vrachtbrief: Als een pakketdienst een levering doet krijg je deze.
Controleren!
- Goederen onbeschadigd?            Juiste aantallen?
- Houdbaarheidsdatum?         Juiste goederen geleverd?
- Werkt alles goed?      ZIjn alle onderdelen aanwezig?

Als de levering niet klopt weiger je die!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Goederen opslaan
Goederen worden opgeslagen in een MAGAZIJN.

- Open magazijn: Iedereen kan in- en uitlopen.
- Gesloten magazijn: Aparte medewerkers zijn verantwoordelijk voor de uitgifte en administratie van goederen.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FIFO en LIFO
FIFO                      LIFO

First                     Last
In                       In
First                       First
Out                       Out
Bij levensmiddelen                  Bij zware artikelen die niet bederven

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewaren van levensmiddelen
  • Bij kamertemperatuur, koel en droog
  • In de koelkast of koeling, max. 7 graden
  • In de vriezer of het vriesvak

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag.
Maken vragen in je werkboek, hoofdstuk 18 + 19
Blz. 174 t/m 181 (181/ 182 opdr 1 wel, opdracht 2 en 3 blz. 182/183 niet).  

Theorieboek blz. 163 t/m174

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies