6.5
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dit is .........
A
de rok
B
het pak
C
nette kleren
D
de jurk
Slide 2 - Quizvraag
Dit is .........
A
de rok
B
het pak
C
nette kleren
D
de jurk
Slide 3 - Quizvraag
Dit is .........
A
de jas
B
het pak
C
nette kleren
D
de schoenen
Slide 4 - Quizvraag
Dit is .........
A
het overhemd
B
de bloes
C
de trui
D
de jurk
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welk of welke?
___ jaar is het?
___ jaar is het?
A
Welk
B
Welke
Slide 10 - Quizvraag
Welk of welke?
____ fruit vind jij lekker?
____ fruit vind jij lekker?
A
Welk
B
Welke
Slide 11 - Quizvraag
Welk of welke?
___ dag is het vandaag?
___ dag is het vandaag?
A
Welk
B
Welke
Slide 12 - Quizvraag
Welk of welke?
___ jongen is lief?
___ jongen is lief?
A
Welk
B
Welke
Slide 13 - Quizvraag
Welk of welke?
___ meisje is aardig?
___ meisje is aardig?
A
Welk
B
Welke
Slide 14 - Quizvraag
Welk of welke?
____ muziek vind jij leuk?
____ muziek vind jij leuk?
A
Welk
B
Welke
