Make sure you have your laptops and books on your table
Wait for the teacher's instruction
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Good to see you again!
Make sure you have your laptops and books on your table
Wait for the teacher's instruction
Slide 1 - Tekstslide
Lesson goals
Je leert hoe je je schrijfvaardigheid kunt verbeteren door voegwoorden (linking words) te gebruiken
Je leert over de meestvoorkomende voegwoorden
Je gaat zelf actief aan de slag met oefeningen
Slide 2 - Tekstslide
Voegwoorden in het Engels noemen we conjunctions
Slide 3 - Tekstslide
Waarom zijn voegwoorden belangrijk?
Voegwoorden koppelen zinnen aan elkaar. Dit zorgt voor een samenhangend geheel.
Voegwoorden geven aan wat de relatie is tussen zinnen. Bijvoorbeeld: 'want' geeft een reden aan, 'maar' geeft een tegenstelling aan, 'en' geeft een opsomming aan
Met de schrijftoets PTA kun je zelfs punten verdienen als je meer dan 1 (verschillend) voegwoord gebruikt!
Slide 4 - Tekstslide
Welke Nederlandse voegwoorden ken jij allemaal?
Slide 5 - Woordweb
Welke Engelse voegwoorden ken je allemaal?
Slide 6 - Woordweb
Linking Words
Met het PTA schrijven verwachten wij van jou dat je een aantal zinnen aan elkaar kunt koppelen met gebruik van de meestvoorkomende voegwoorden.
Slide 7 - Tekstslide
BECAUSE I am so happy because it's the weekend.
A
wanneer
B
als
C
omdat
D
dan
Slide 8 - Quizvraag
SO I passed my exams, so I can go to the prom!
A
dus
B
of
C
als
D
en
Slide 9 - Quizvraag
BUT I like sugar in my tea, but I don't like milk in it!
A
maar
B
of
C
als
D
en
Slide 10 - Quizvraag
I like cats, _____ I like dogs more.
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 11 - Quizvraag
I really like pears ____ apples.
A
and
B
but
C
because
Slide 12 - Quizvraag
Is it Thursday _________ Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then
Slide 13 - Quizvraag
What colour do you like best, green ____ yellow?
A
although
B
because
C
but
D
or
Slide 14 - Quizvraag
They didn't climb the mountain __________ it was very windy.
A
because
B
so
C
but
D
and
Slide 15 - Quizvraag
Please take off your shoes _______ you come in the house.
A
before
B
but
C
when
D
so
Slide 16 - Quizvraag
We hang out together ______ we are in the same class.
A
because
B
when
C
but
D
so
Slide 17 - Quizvraag
She is my friend _____ she is hilarious
A
but
B
although
C
because
D
and
Slide 18 - Quizvraag
Should I stay .... should I go?
A
and
B
but
C
or
D
so
Slide 19 - Quizvraag
I like coffee .... my friend prefers tea.
A
since
B
but
C
so
D
for
Slide 20 - Quizvraag
Do it yourself
Bedenk nu zelf 5 Engelse zinnen waarbij je een linking word gebruikt.
Schrijf deze 5 zinnen in je schrift.
Als je dit moeilijk vindt, mag je ze eerst in het Nederlands schrijven en daarna vertalen.
timer
5:00
Slide 21 - Tekstslide
www.englisch-hilfen.de
Slide 22 - Link
learnenglishteens.britishcouncil.org
Slide 23 - Link
Ik weet nu wat linking words zijn en hoe ik ze moet gebruiken