In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Werkwoordspelling!
Welke fout(en) zie je hier? Wat weet je nog?
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog over werkwoordspelling?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Opdracht tussendoor
Pak een nieuwe pagina voor je in je schrift. Zet erboven:
Herhaling werkwoordspelling
Slide 5 - Tekstslide
Je hebt zeker aan het strand gezeten; je gezicht is helemaal [vervellen].
Slide 6 - Open vraag
Hij heeft een [ontwrichten] schouder, doordat hij lelijk is gevallen.
Slide 7 - Open vraag
De verslaggever ........................................................ berichten terwijl hij op pad is. Zojuist stuurde hij goed nieuws uit Veldhoven. (versturen)
Slide 8 - Open vraag
Welk werkwoord is fout gespeld
A
Ik verwachte
B
De lopende man
C
Het gebeurt
D
Een huilend meisje
Slide 9 - Quizvraag
ASML ........................................................ geld als water. De nettomarge is zo’n 30 procent, de nettowinst circa een miljard euro per jaar. (verdienen)
Slide 10 - Open vraag
Welk werkwoord is GOED gespeld
A
Dat heb je goed gespelt
B
Het besteedde bedrag
C
Hij spoedde zich naar huis
D
Hij word oud
Slide 11 - Quizvraag
Hoewel hij al jaren ...................................................................., waagde hij in januari de gok en eindigde bij de beste drie bodybuilders. (bodybuilden)
Slide 12 - Open vraag
Noteer het antwoord op de volgende vraag:
Welke theorie heb je nu weer paraat?
bijvoorbeeld: -Aan de PV TT voeg je NOOIT een D toe.
-Een BN schrijf je zo kort mogelijk, behalve ...
Slide 13 - Tekstslide
Vader en zoon gaan met elkaar in gevecht en na flink te hebben ............................................, blijkt de vader eigenlijk zo slecht nog niet. (stoeien)
Slide 14 - Open vraag
Zaterdag ga ik voor de eerste keer helpen. Ik moet gasten drankjes brengen en aan het einde van de avond is het de bedoeling dat ik ze hun jas ......................................................... (aanbieden)
Slide 15 - Open vraag
Zijn naam is een meisjesnaam en de daarmee ...................................... jongen zweert wraak op zijn vader. (pesten)
Slide 16 - Open vraag
Hij ................................iemand uit en jij krijgt daarvan de schuld? (uitschelden)
Slide 17 - Open vraag
In een artikel wordt de directeur van Ahold ......................................, maar hij blijft erg vaag over de inhoud van de gesprekken. (quoten)
Slide 18 - Open vraag
De NRC schreef daar vorig weekend al over, maar toen .................................................................... een andere bron dat verhaal. (ontkrachten)
Slide 19 - Open vraag
Schrijver Adriaan van Dis (1946) heeft met zijn boek ‘Ik kom terug’ de Libris Literatuur Prijs 2015 in de wacht ....................................... (slepen)
Slide 20 - Open vraag
Noteer het antwoord op de volgende vraag:
Welke theorie heb je nu weer paraat?
bijvoorbeeld: -Aan de PV TT voeg je NOOIT een D toe.
-Een BN schrijf je zo kort mogelijk, behalve ...
Slide 21 - Tekstslide
Het is terecht dat de vakjury, onder leiding van Wim Pijbes, Van Dis’ boek als een ‘uitzonderlijke roman’ ..................................................................... (bestempelen)
Slide 22 - Open vraag
In de grappigste scenes .......................................................................... Macy zijn motor zonder succes langs allerlei obstakels. (manoevreren)
Slide 23 - Open vraag
Het is niet de eerste keer dat een opmerking of actie van de presentator ......................................................... (backfiren)
Slide 24 - Open vraag
Wat is het voltooid deelwoord van managen?
Slide 25 - Open vraag
Wat is de verleden tijd enkelvoud van googelen?
Slide 26 - Open vraag
Welk woord is verkeerd gespeld?
A
Hij finishde
B
Ik finish
C
Hij is gefinisht
D
Wij finishten
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de verleden tijd meervoud van het werkwoord verwachten.
Slide 28 - Open vraag
Welk woord is goed gespeld?
A
gescheve
B
fietsent
C
gelandde
D
gebeurde
Slide 29 - Quizvraag
Noteer het antwoord op de volgende vraag:
Welke theorie heb je nu weer paraat?
bijvoorbeeld: -Aan de PV TT voeg je NOOIT een D toe.
-Een BN schrijf je zo kort mogelijk, behalve ...
Slide 30 - Tekstslide
Tijdens de zomervakantie heb ik heel wat ............................................. (bingoën)
Slide 31 - Open vraag
Bingo stamt af van het spel Lotto, dat al sinds 1530 in Italië wordt ....................................... (spelen)
Slide 32 - Open vraag
Beano, de naam van de scoreformulieren in Amerika rond 1920, is .................................................................... tot Bingo. De naam Beano komt weer van de bonen die werden gebruikt om de nummers af te dekken. (verbasteren)
Slide 33 - Open vraag
Ik dacht dat ik bingo had, maar mijn oma ............................................ zo luid, dat ik de nummers niet goed kon verstaan. (hoesten)
Slide 34 - Open vraag
De Waalse minister-president Paul Magnette was ‘not amused’ en .................................................................... met een marker alle positieve cijfers in de begroting. (highlighten)
Slide 35 - Open vraag
Wat vervelend zeg. Nu .............................................................. je verzekering zeker of je geld krijgt om de gestolen spullen opnieuw aan te schaffen? (beoordelen)
Slide 36 - Open vraag
...................................... je broer van eten en feestjes? (houden)
Slide 37 - Open vraag
Noteer het antwoord op de volgende vraag:
Welke theorie heb je nu weer paraat?
bijvoorbeeld: -Aan de PV TT voeg je NOOIT een D toe.