Verzekeren

Verzekeren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
LOBMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Verzekeren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeren

Slide 2 - Woordweb

  1. Vraag de studenten waar zij aan denken bij het woord ''verzekeren"
  2. Leg eventueel hier al uit: Het woord zegt het eigenlijk al: ver-zeker-en. Door je te verzekeren verzeker je jezelf ervan dat jij in onverwachte situaties niet voor (alle) kosten opdraait.
  3. Vertel: Soms kom je in een situatie terecht die je niet zag aankomen: een gebroken arm, een botsing met je scooter, of de televisie die bij het verhuizen van een vriend uit je handen valt. Hoe voorkom je dan dat je in een klap heel veel geld kwijt bent hieraan? Geld dat je in de meeste gevallen waarschijnlijk niet zomaar op je rekening hebt staan. Tegen dit soort onverwachte situaties kun je je verzekeren door een verzekering af te sluiten. Een verzekering is dus bedoeld voor risico’s die jezelf financieel niet kunt dragen.
  4. Een verzekering is een product dat je kunt kopen bij een verzekeringsmaatschappij. Een verzekering kun je zien als een afspraak tussen jou en de verzekeringsmaatschappij. De verzekeringsmaatschappij belooft aan jou dat, wanneer jou of jouw eigendommen iets onverwachts overkomt, of als je iets van iemand ander beschadigt, jij dan niet voor (alle) kosten opdraait. Zij betalen dan (een deel van) de onkosten of schade. Zo kom jij dus niet ineens voor onverwachte kosten te staan.
Solidariteitsbeginsel
Verzekeringen zijn gebaseerd op het principe van solidariteit: 

Dit betekent dat mensen elkaar helpen en steunen wanneer het nodig is. 
Je bent samen verantwoordelijk en helpt elkaar om het goed te hebben.

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit dat verzekeren een sociaal vangnet is dat is opgezet zodat we als samenleving samen de kosten dragen voor schade die:
  • niet vaak voorkomt per persoon
  • waarvan de kosten hoog zijn, zodat we
  • onderling de kans delen op onverwacht hoge kosten die je misschien in 1 keer moet betalen.
Dat solidariteitsprincipe is de grondslag van verzekeren en een belangrijke bril om de rest te kunnen begrijpen.
Premie, dekking en polis
Sluit je een verzekering af? Dan betaal je maandelijks een bedrag aan de verzekeringsmaatschappij dat in een pot wordt gestopt. Dit noem je premie

Je spreekt vooraf af welke schades je allemaal verzekerd wilt hebben. 
Dit noemen we dekking.

De verzekeringsmaatschappij maakt daar een contract van. Dit heet polis.

Slide 4 - Tekstslide

Als je je wilt verzekeren sluit je een verzekering af bij een verzekeringsmaatschappij. Dat kost geld. Maandelijks betaal je een bedrag aan de verzekeringsmaatschappij, dat in de ‘pot’ wordt gestopt. Dit noem je premie. Dus de € 100 die je net betaald hebt, was de premie.
Je moet vooraf hebben afgesproken welke soorten schades je allemaal verzekerd wilt hebben. Wil je bijvoorbeeld je fiets alleen tegen diefstal verzekeren of ook nog tegen een aanrijding met een auto of andere fiets? Daar moet je goed over nadenken, want hoe meer risico’s je verzekerd wilt hebben, hoe meer premie je meestal betaalt.
Als je weet tegen welke risico’s je je wilt verzekeren, dan maakt de verzekeraar daar een contract van. Dat heet de polis. Daar staat in waarvoor je verzekerd bent en waarvoor niet. Als iets verzekerd is, dan noemen we dat de dekking . Als iets niet onder de verzekering valt, is het dus niet gedekt. 
Geef een voorbeeld van zaken die vaak niet gedekt zij, zoals schade die door eigen schuld of expres veroorzaakt zijn.
Al deze afspraken staan op een polisblad. Hiermee kunt je laten zien dat je verzekerd bent. De woorden ‘polis’ en ‘polisblad’ worden vaak door elkaar gebruikt. Een polis is een bevestiging van de afspraken tussen jou en de verzekeringsmaatschappij en op een polisblad staat alle informatie over deze afspraken.
Waarom verzekeren?
Een verzekering is bedoeld voor risico's die je niet zelf kunt betalen
Kun je voorbeelden noemen van dit soort risico's?

Slide 5 - Woordweb

Het is verstandig om je alleen te verzekeren voor risico’s die je niet zelf kunt dragen. Voor risico’s die je eventueel wel zelf kunt dragen, zoals schade aan je smartphone of je nieuwe laptop, hoef je je niet per se te verzekeren. Je kunt voor dat soort onverwachte situaties ook elke maand een bedrag sparen.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verzekeren voor jullie?

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel:
De studenten kunnen benoemen of een bepaalde verzekering in hun situatie verplicht, noodzakelijk, wenselijk of optioneel is.
Verzekeren voor jullie?
1. Wat zijn verzekeringen die jongeren volgens jou vaak hebben?

2. Welke verzekeringen heb jij?

3. Welke verzekeringen denk jij naar de toekomst toe nog nodig te hebben?

Slide 8 - Tekstslide


Bij verzekeringen voor jongeren kun je denken aan een telefoon, auto, scooter of brommerverzekering. 

Vanaf 18 jaar is het verplicht zelf een zorgverzekering af te sluiten.  Deze moeten ze dus zelf afsluiten.

Bij toekomstige verzekeringen kun je denken aan inboedel, AVP, auto etc. En word je ondernemer? Dan heb je vaak ook verzekeringen nodig, bijvoorbeeld voor arbeidsongeschiktheid, of een verzekering voor je gereedschap of materialen. 
Opdracht
  • Maak een korte les over jouw verzekering(en)
  • De les is digitaal van +/- 10 minuten
  • Leg de kenmerken uit van de verzekering
  • Wanneer/voor wie is de verzekering?
  • Wat dekt de verzekering/welke dekkingen zijn er?
  • Hoeveel premie betaal je? (maak een voorbeeld)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verzekeringen
  • Groep 1: Reis- en Aansprakelijkheidsverzekering
  • Groep 2: Inboedel- en Opstalverzekeringen
  • Groep 3: Rechtsbijstand en Overlijdensrisico 
  • Groep 4: Autoverzekering (Wa, Wa+ en allrisk) 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Samenwerking:
  • Hoe ging de samenwerking?  Tip/Top
De opdracht/onderwerp:
  • Wat was leuk aan deze opdracht?
  • Wat kan beter volgende keer?

Welk onderwerp willen jullie volgende week?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?
Wie heeft  er nog vragen?

Slide 12 - Tekstslide

Vraag of iemand nog ergens iets over wil weten.