GYM 3 - Ma 14-9 Taalacademie: In de krant van vandaag wordt morgen de vis verpakt

Welkom!
Op tafel:

- Kern
- schrift
- iPad
- krant
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Op tafel:

- Kern
- schrift
- iPad
- krant

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
  1.  Taalwetenswaardigheden
  2. Bespreken & nakijken 'Mediawijsheid & 'In de krant van vandaag wordt morgen de vis verpakt'
  3. Analyseren krant
  4. Huiswerk & TaalVout

Slide 2 - Tekstslide

Taalwetenswaardigheden
Je hebt nu al veel gelezen over taal. Noteer zometeen uit elk onderdeel minimaal twee taalwetenswaardigheden die zijn blijven hangen.

Bijvoorbeeld: het Fenicisch alfabet heeft (bijna) geen klinkers

  •  Waarom spreken we in Nederland Nederlands?
  • Schrift
  • Mediawijsheid

Slide 3 - Tekstslide

Waarom spreken we in Nederland Nederlands?

Slide 4 - Open vraag

Schrift

Slide 5 - Open vraag

Mediawijsheid

Slide 6 - Open vraag

Nakijken opdrachten 'Mediawijsheid' p. 50 & 'In de krant van vandaag wordt morgen de vis verpakt' p. 218-219

Slide 7 - Tekstslide

Krantenanalyse
- Pak je/een krant.
- Kies 1 artikel van minstens 4 alinea’s, knip het uit en plak het in je schrift. Lees het grondig door.
- Analyseer het artikel: hoe is het opgebouwd? Schrijf je antwoorden in je schrift.
  • Wat staat er in de inleiding?
  • Hoe is de kern opgebouwd?
  • Hoe ziet het slot eruit (als dat er is)?
  • Wat hebben titel en plaatjes met het artikel te maken?
  • Zijn er tussenkopjes?
  • Zijn de alinea’s helder geschreven? Onderstreep van elke alinea de kernzin.



Bespreek daarna met je buurvrouw of buurman:
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een krantenartikel?
Waar moet je op letten als je een krantenartikel gaat schrijven?

Slide 8 - Tekstslide


Klaar? -->

Ga alvast verder met p.  208:
'Goede alinea's schrijven.'





Denk alvast na over je onderwerp voor de eindopdracht (een krantenartikel schrijven), mogelijke paragrafen voor je eindopdracht:

Leesvaardigheid A1: Laaggeletterdheid en dyslexie
Grammatica: B1: Grammatica, hoe hoort het eigenlijk?
Grammatica: C1: Woordjes stampen is niet een taal leren
Taalverzorging B1: Wat is Nederlands?
Taalverzorging C1: Hoe zitten woorden in elkaar?
Spreekvaardigheid A1: Laat in Iran niet je schoenzool zien!
Spreekvaardigheid B1: Hoe Grieken en Romeinen spraken
Spreekvaardigheid C1: Humor en spot

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk & Taalvout
  • Afmaken krantenanalyse.

Slide 10 - Tekstslide