Dinsdag 19-12

Goedemorgen!
Leg de tablets van je groep op de tafels.    

Werk aan je werkje.
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
ICT-basisvaardighedenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
Leg de tablets van je groep op de tafels.    

Werk aan je werkje.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Godsdienst

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling
Dictee blok 4
Doel: Ik kan de spellingsregels goed toepassen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag & Ruil
1. Schrijf een woord op uit één van de spellingsregels
(molen, mollen, auto's, dirigent, circus, specht, lachen)
2. Sta op - Hand omhoog - Tweetal 
3. A noemt het woord aan B. B spelt het woord.  
4. A geeft feedback (goed of fout?) en daarna omwisselen.
5. Wissel je kaartje, bedank elkaar.
6. Hand omhoog - tweetal 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dictee 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taal
Toets thema 8
Doel: Ik kan de PV en het onderwerp benoemen en ik kan leestekens op de goede plek zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hobby
Beroep

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PV en onderwerp benoemen
1. De juf geeft instructie. 

2. De hond pakt de bal. 

3. De deur valt in het slot. 
PV
Vraagproef
Getalproef
Tijdproef 
Onderwerp
Wie of wat + PV?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Directe rede
Als je precies wilt opschrijven wat iemand zegt, dan moet je 
....................................... gebruiken. 

Als er voor de zin nog een kort zinnetje komt, dan schrijf je een 
...................................... na dat zinnetje. 

Als er na de zin nog een kort zinnetje komt, dan schrijf je na het laatste woord wat iemand zegt een ..........
Behalve als er al een ............................ staat, dan schrijf je geen .........
Directe rede 
Als je precies wilt opschrijven wat iemand zegt, dan moet je   ....................................... gebruiken.    

Als er voor de zin nog een kort zinnetje komt, dan schrijf je een   ...................................... na dat zinnetje.    

Als er na de zin nog een kort zinnetje komt, dan schrijf je na het laatste woord wat iemand zegt een .......... 

Behalve als er al een ............................ staat, dan schrijf je geen .........

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe laat moet jij naar huis vroeg oma
Om half zes moet ik thuis zijn antwoordde Claudia
Dan mag je wel eens opschieten
Hoezo vroeg Claudia verbaasd
Kijk maar eens op je horloge zei oma

Ernst roept naar Dillan he kom je ook voetballen
Nee ik kan niet zegt Dillan
Ik moet nog huiswerk maken mijn kamer opruimen eten en naar gitaarles
He dat is nou jammer zegt Ernst teleurgesteld
Hij probeert het nog eens Mike Ramon Paul en Said doen ook mee

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de toets en de woordenschattoets
Doel: Ik kan de PV en het onderwerp benoemen en ik kan leestekens op de goede plek zetten. 

Klaar?
- Werkje maken (Kerst, instructietafel)
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen
Blok 3 les 18
Doel: Ik kan de lengte van voorwerpen schatten, met behulp van referentiematen. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel is 1 meter? 

  • Is je tafel meer of minder dan 1 meter?
  • Hoe groot zou de deur zijn?
  • Hoe groot zou het bord zijn?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schatten met een referentiemaat
                    Het meisje is 1,5 meter.
Hoe groot is de boom?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schatten met een referentiemaat
Het paard is 2 meter groot. 
Hoe groot is de man?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Maak les 18
Doel: Ik kan de lengte van voorwerpen schatten, met behulp van referentiematen. 

Maak daarna 1x het plusje. 

Klaar?
- Werkje
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb ik geleerd? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Technisch lezen
Blok 2 les 8 en 8+
Doel: Ik kan worden met ~eu~ en ~iu~ lezen. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Maak les 8 of 8+
Doel: Ik kan woorden met ~eu~ en ~iu~ lezen. 

Op de gang werkt: les 8+

Klaar?
- Werk afmaken
- Weektaak 
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven
Les 26
Doel: Ik kan zelf beoordelen wat de best leesbare zinnen zijn. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de zin in je schrift:
Letters horen op de grondlijn te staan.
  1. Schrijf je letters boven de grondlijn.
  2. Schrijf de letters door de grondlijn heen.
  3. Schrijf de letters wisselend boven en onder de grondlijn.
  4. Schrijf de letters op de grondlijn. 

Wat zin vind je het best leesbaar? Zet er een krul voor. 

Doe daarna hetzelfde met een zelfbedachte zin. 
timer
1:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kerstliedjes oefenen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kerstquiz

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden
Schrijf het antwoord op het wisbordje.
Wissel in de groep wie schrijft. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In Australië vieren ze
Kerst in de zomer.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Buon Natale e Felice Anno Nuovo!
In welke taal word jou een fijne Kerst gewenst?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Duits
D
Frans

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Canada heeft de Kerstman een eigen postcode.
Wat is deze postcode?
A
2512 SC
B
SANTA 2512
C
H0H 0H0
D
XMAS 1900

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het uiterlijk van de Kerstman is bedacht door Coca Cola.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Je zag Sven uit Frozen. Maar hoe heet het rendier van de Kerstman?

Slide 35 - Open vraag

Ze heten Dasher, Dancer, Prancer, Vixen, Comet, Cupid, Donder, Blitzen en natuurlijk Rudolph.
Hoe hoog is de grootste 'kerstboom' ter wereld?
A
Ongeveer 90 meter
B
Ongeveer 180 meter
C
Ongeveer 270 meter
D
Ongeveer 360 meter

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kunstkerstboom is beter voor het milieu dan een echte kerstboom.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel rode kerstballen zijn
er op de tekening te zien?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In India versieren ze geen kerstboom. Wat versieren zij dan rond de Kerst?
A
Een bananenboom met olielampjes
B
101 kaarsjes bij een beeld van Ganesha
C
Mistletoe met kerstlampjes
D
Ze versieren niets. Dat brengt ongeluk.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke radiozender heeft jaarlijks de actie Serious Request?
A
538
B
NPO Radio 2
C
Q-music
D
3FM

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke stad staat
het Glazen Huis in 2017?
A
Apeldoorn
B
Haarlem
C
Leeuwarden
D
Volendam

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welk kerstliedje werd er
in het filmpje gespeeld?
A
Jingle Bells
B
We wish you a merry christmas
C
Last christmas
D
De herdertjes lagen bij nachte

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zag je?
A
4 noten, 6 kerstballen en 7 kerstlichtjes
B
6 kerstballen drie noten en 2 kerstklokken
C
8 kerstlichtjes, drie noten en 4 kerstklokken
D
niets

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies