BS 2.6: Aanpassing bij planten

BS 2.6: Aanpassing bij planten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 2.6: Aanpassing bij planten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg basisstof 2.6
  3. Uitleg eindopdracht

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan de biotoop waarin ze leven
  2. Je kunt voorbeelden van aanpassingen noemen bij:
  • planten die in een droog milieu leven
  • planten die in een vochtig milieu leven
  • water- en oeverplanten
  • zon- en schaduwplanten

Slide 3 - Tekstslide

Droge omgeving
  • Weinig huidmondjes
  • Huidmondjes aan de onderkant van het blad
  • Dikke waslaag op bladeren
  • Behaarde bladeren
  • Kleine dikke bladeren
  • Opslag in stengel
  • Sterk ontwikkeld wortelstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Vochtig milieu
  • Veel huidmondjes
  • Oppervlakkig gelegen huidmondjes
  • Grote dunne bladeren
  • Dunne waslaag
  • Geen beharing
  • Zwakker ontwikkeld wortelstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Water en oeverplanten
  • Drijvende bladeren --> huidmondjes aan de bovenkant
  • Wortelstelsel is zwak ontwikkeld
  • Luchtkanalen in de stengel

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveelheid licht
Zonplanten:
  • Groeien best bij veel licht
Schaduwplanten:
  • Groeien best bij weinig licht
Voorjaarsbloeiers:
  • Schaduwplanten die vroeg in het voorjaar bloeien

Slide 7 - Tekstslide

Klimplanten
  • Hechtwortels
  • Ranken
  • Nemen soms stoffen op uit hun gastheer

Slide 8 - Tekstslide

Rozetvormende planten

  • Wortelrozet: een kring van bladeren die vlak boven de wortel aan de plant vast zit.
  • Kan goed onder de sneeuw overleven.

Slide 9 - Tekstslide

Ga verder met verslag!

Slide 10 - Tekstslide