H3 P8. Armoede bestrijden.

8. Armoede bestrijden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8. Armoede bestrijden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de les;
  • weet je wat ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking zijn
  • ken je enkele organisaties die ontwikkelingshulp geven
  • ken je enkele soorten ontwikkelingshulp
  • begrijp je waarom ontwikkelingssamenwerking moeizaam kan verlopen

Slide 2 - Tekstslide

Hulp aan arme landen

Noodhulp = hulp bij een natuurramp of oorlog


Ontwikkelingshulp = Hulp om de armoede te bestrijden, het doel is dat het land zich verder ontwikkelt, zodat de armoede afneemt.


Ontwikkelingssamenwerking = Samenwerking tussen arme en rijke landen om arme landen te helpen.

Slide 3 - Tekstslide

Noodhulp Mozambique
 Hulp bij een natuurramp of oorlog.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Ontwikkelingshulp.
Hulp om de armoede te bestrijden, het doel is dat het land zich verder ontwikkelt, zodat de armoede afneemt.


Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen noodhulp en structurele hulp?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Video

Ontwikkelingssamenwerking
Samenwerking tussen arme en rijke landen om arme landen te helpen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Ken jij hulporganisaties?

Slide 12 - Woordweb

Waarom is ontwikkelingssamenwerking beter dan ontwikkelingshulp?

Slide 13 - Open vraag

Wie?

Slide 14 - Tekstslide

Wie geven ontwikkelingshulp
Europese Unie en Wereldbank (regeringen van landen):
- allerarmste landen: water, voedsel, onderwijs, infrastructuur +
economie stimuleren







Slide 15 - Tekstslide

Wie geven ontwikkelingshulp?
Hulporganisaties onafhankelijk van landen. (NGO's)
- War Child 
- Aids fonds
Bedrijven
- particulier
- scholen
- kerken

Slide 16 - Tekstslide

microkrediet

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hobbels op de weg
1. Cultuurverschillen:
       - Verhouding mannen en vrouwen
2. Gebrek aan kennis:
       - onderhoud en reperatie
        - wantrouwen (bijv.inentingen)
3. Slechte infrastructuur:
       - bereikbaarheid

Slide 19 - Tekstslide

Welke soort hulp is dit?
A
Structurele hulp
B
Noodhulp
C
Ontwikkelingssamen-werking
D
Geen hulp maar ...

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen noodhulp en structurele hulp?
A
noodhulp is voor nood, structurele hulp is voor structuur
B
noodhulp is op korte termijn, structurele hulp is op lange termijn
C
noodhulp is op lange termijn, structurele hulp is op korte termijn
D
geen idee

Slide 21 - Quizvraag

Deze hulp wordt geboden na een tsunami
A
Structurele hulp
B
Noodhulp

Slide 22 - Quizvraag

Welk van de onderstaande is een voorbeeld van structurele hulp?
A
Tenten leveren
B
voedsel leveren
C
opleidingen verzorgen
D
medicijnen leveren

Slide 23 - Quizvraag

Welke hulp wordt er vaak direct na een natuurramp aangeboden?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp

Slide 24 - Quizvraag

Opdracht
Maak nu in je schrift een stroomschema van h3. Par 8.


Slide 25 - Tekstslide