Les 8.4 - Poëzie & stapelgedicht

Nederlands
Les 8.4
  poëzie
&
stapelgedicht
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Les 8.4
  poëzie
&
stapelgedicht

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij al
over poëzie?

Slide 2 - Woordweb

Wat is poëzie? 
Alle gedichten samen, korte lange, droevige, grappige, 
rijmende en niet rijmende, makkelijke en onbegrijpelijke gedichten samen noemen we poëzie.

Slide 3 - Tekstslide

Aan het eind van deze les weet jij:
- wat poëzie is.
- wat over verschillende soorten poëzie. 
- wat een stapelgedicht is.
- een stapelgedicht te maken.

Slide 4 - Tekstslide

Poëzie of niet?

Made in Madurodam.

De kroketten in het restaurant
zijn aan de kleine kant.

C.B. Vaandrager

Slide 5 - Tekstslide

Verschillende soorten poëzie

Er zijn veel verschillende soorten poëzie, variërend van traditionele vormen met strikte regels tot meer moderne en vrije vormen.
bijvoorbeeld:
- vrije vers
- sonnet
- haiku
- ballade
- rapteksten
- limerick

Slide 6 - Tekstslide

vrije vers

In tegenstelling tot gedichten met strikte regels, heeft vrije verspoëzie geen vast metrum, rijmschema of lengte. Het geeft dichters de vrijheid om hun eigen ritme en structuur te creëren.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

sonnet
Een sonnet is een veertienregelig gedicht.

Slide 9 - Tekstslide

haiku
Een traditionele Japanse dichtvorm bestaande uit drie regels met respectievelijk 5, 7 en 5 lettergrepen. Vaak legt een haiku de nadruk op seizoensgebonden elementen en probeert het een intense ervaring op te roepen in slechts enkele woorden.

Slide 10 - Tekstslide

ballade
Een ballade is een verhalend gedicht, vaak met herhalingen en een muzikale kwaliteit. Het vertelt vaak een dramatisch of romantisch verhaal. Herhalingen en rijm geven het een melodieus ritme, waardoor het zowel literair als muzikaal aantrekkelijk is.

Slide 11 - Tekstslide

rapteksten
Rapteksten, geboren uit hiphop, zijn poëtische expressies met een focus op ritme, rijm en sociale boodschappen. Dichters gebruiken woordspelingen en ritmische vaardigheden om verhalen te vertellen, emoties uit te drukken en maatschappelijke thema's aan te kaarten. Het is een 
levendige vorm van hedendaagse poëzie.

Slide 12 - Tekstslide

limerick



Een limerick is een vijfregelig humoristisch gedicht met een specifiek ritme en rijmschema (AABBA). Ze zijn vaak licht van toon en hebben een speelse sfeer.

Slide 13 - Tekstslide

Welke gedichten kun je
met kinderen maken?

Slide 14 - Woordweb

elfje

Een elfje is een gedicht. Het bestaat uit elf
woorden en vijf regels.

Slide 15 - Tekstslide

raadselrijm
 In het gedicht staat een raadsel dat je moet oplossen. Een raadsel is een probleem dat je moet proberen op te lossen. Een raadsel kan ook als een verhaal zijn opgeschreven.

Slide 16 - Tekstslide

naamgedicht
Dit is een gedicht waarbij de letters uit een naam gebruikt worden om woorden/zinnen mee te maken. Het kan zowel een rijmend als een niet rijmend gedicht zijn.

Slide 17 - Tekstslide

figuurgedicht

Een gedicht waarbij de vorm bovengeschikt is aan de inhoud.

Slide 18 - Tekstslide

stapelgedicht
Stapelgedichten zijn korte gedichten die worden gemaakt door boeken op elkaar te stapelen. De titels op de ruggen vormen, van boven naar beneden gelezen, het gedicht.

Slide 19 - Tekstslide

stiftgedicht

Een gedicht wat ontstaat door woorden uit een bestaande tekst weg te stiften.

Slide 20 - Tekstslide

knipselgedicht
Knipselgedichten zijn gedichtcollages. Uit kranten, tijdschriften of folders worden losse woorden/zinnen geknipt. De uitgeknipte woorden/zinnen vormen naast en onder elkaar een gedicht.

Slide 21 - Tekstslide

... en vergeet het Sinterklaasgedicht niet

Slide 22 - Tekstslide

Moet poëzie
altijd rijmen?

Slide 23 - Woordweb

Vier kenmerken poëzie
1. een gedicht heeft een eigen uiterlijke vorm
2. in een gedicht spelen (rijm) klanken, maat en/of ritme een rol; 
3. een gedicht heeft één of meer versregels met een speciale (soms ongrammaticale) zinsbouw
4. in een gedicht wordt gespeeld met betekenissen van woorden.

Slide 24 - Tekstslide

Is muziek poëzie?
A
ja
B
nee
C
soms
D
geen idee!

Slide 25 - Quizvraag

Poëzie of niet?

Slide 26 - Tekstslide

stapelgedicht
Ssst! Wij hebben een plan 
Wij samen op stap
Boem
Nee!
Wat is dat?
Maar dat is mijn boek!
Lezen is super! 
Nog een keer!

Slide 27 - Tekstslide

Hoe maak je een  stapelgedicht?
- Ga voor een boekenkast staan, kies een aantal boeken in één taal en begin bijv. met twee titels die al goed bij elkaar passen. In plaats van boeken kun je ook cd's of dvd's gebruiken.
- Haal niet direct alle gekozen boeken uit de kast, maar noteer alleen de titels: vaak schrap je toch weer titels.
- Maak je volgende keuze door vrij te associëren. Toeval speelt een grote rol, maar let erop dat het een gedicht wordt en niet alleen maar een willekeurige stapel boeken.  Maak je stapel niet te hoog.
- Een eventuele witregel (bijvoorbeeld tussen titel en gedicht) maak je door een willekeurig boek omgekeerd ertussen te leggen.
- Rijm is niet verplicht en ook de vorm is vrij. De vormgeving van de boekruggen speelt geen rol bij je keuze. 

Slide 28 - Tekstslide

volgende week meenemen
- een krant, tijdschrift, boek, of een andere tekst
- een zwarte dikke stift 
- een liniaal.

Slide 29 - Tekstslide

eindcijfer Nederlands P8
Mist er vrijdag 21 juni een opdracht in Teams en/of NU Nederlands > 1 voor opdrachten (cijfer toets + cijfer opdrachten : 2 = eindcijfer Nederlands P8)

Opdrachten:
- Opdrachten: NU Nederlands les 8.1 & les 8.2 (zie PowerPoints)
- Motivatiebrief les 8.3 (toets)
- Opdrachten Teams: foto stapelgedicht (les 8.4), stiftgedicht (les 8.5) en knipselgedicht (les 8.6)

Slide 30 - Tekstslide

OPDRACHT

Maak zelf een stapelgedicht met minimaal vijf boeken.
Stapel de boeken op en maak een foto.
Lever de foto in Teams in.

Veel plezier en heel veel succes! 

Slide 31 - Tekstslide