Late Middeleeuwen
1 / 25
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Noem de drie standen uit de Middeleeuwse standensamenleving
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een bewering: Contact met God was heel belangrijk in de middeleeuwen, misschien wel belangrijker dan eten.
Hoe past deze bewering bij de middeleeuwse standensamenleving?
Hoe past deze bewering bij de middeleeuwse standensamenleving?
A
Boeren hadden geen plek in de standensamenleving.
B
De adellijke stand was de eerste stand.
C
De boeren hoorden tot de tweede stand.
D
Geestelijken behoorden tot de belangrijkste stand.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hieronder staan vier verschillende groepen mensen uit de middeleeuwse standensamenleving.
1 de adel
2 geestelijken
3 horigen
4 vrije boeren
Welke groepen mensen behoorden tot de derde stand?
1 de adel
2 geestelijken
3 horigen
4 vrije boeren
Welke groepen mensen behoorden tot de derde stand?
A
1 en 2
B
1 en 3
C
2 en 3
D
3 en 4
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een Hanze Stad?
Slide 5 - Open vraag
Hier activeren we de voorkennis van de kinderen. Ze mogen hun eigen idee van een Hanze stad uittypen. Daarna gaan we door naar de volgende slide waar het goede antwoord staat. Ook kan je op het Digibord kijken of het goede antwoord er tussenstaat en vanuit daar het bespreken.
Wat was geen Hanze stad?
A
Zwolle
B
Deventer
C
Rotterdam
D
Kampen
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een gilde?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een gilde had vele voordelen. Van welk voordeel was er geen sprake bij een gilde?
A
Er kwamen afspraken over prijs en kwaliteit.
B
Ze helpen elkaar bij ziekte of overlijden
C
Er kwamen opleidingen
D
Ze mochten gebruik maken van elkaars werkplek.
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verklaar de tijdvaknaam 'steden en staten'
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De tijd van steden en staten duurt van...
A
500 tot 1000
B
1000 tot 1500
C
500 tot 1500
D
1500 tot 1800
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het tijdvak 'Steden en Staten' ging over...
A
De opkomst van de ontdekkingsreizen
B
Het leven in de middeleeuwse steden
C
De kerk en vorsten die steeds machtiger worden
D
Het leven in kloosters en het leenstelsel
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat hoort niet bij het tijdvak van Steden en Staten
A
Leven op een domein
B
Ontstaan steden
C
Kruistochten
D
De pest
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een kruistocht?
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn gevolgen van de kruistochten
A
De uitvinding van de boekdrukkunst
B
Gebruiken van Arabische cijfers
C
Medicijnen tegen de pest.
D
Kennis van het hierogliefen
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat past NIET
bij kruistochten
bij kruistochten
A
Er vielen veel doden.
B
Het Heilige Land werd voor tijdelijk veroverd.
C
Het waren handelsreizen.
D
De reis duurde jaren.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe ontstond de Islam?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat betekent 'islam'?
A
Godsdienst
B
Leer
C
Gebed
D
Onderwerping
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de pest ?
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke zin over de pest klopt niet?
A
Een ziekte waarbij je overal op je lichaam zwarte bulten kreeg.
B
Een ziekte waaraan 30 miljoen mensen stierven.
C
Een ziekte die ontstond in Azië.
D
Met de juiste medicijnen was genezing mogelijk.
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe wordt de pest ook wel genoemd?
A
De rode dood
B
De bultenziekte
C
De builenpest
D
De zwarte dood
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tijdlijn
De oudheid
De vroege middeleeuwen
Prehistorie
De hoge & late middeleeuwen
Slide 24 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Maak de goede combinaties tussen betekenis en begrip.
Betekenis
Begrip
Het recht van een stad op een eigen bestuur.
Tijd van steden en staten (1000-1500)
Beroep waarbij je producten met de hand maakt.
Vereniging van mensen met hetzelfde ambacht of beroep.
Groep steden die met elkaar samenwerkten om meer handel te krijgen
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.
stadsrechten
late Middeleeuwen
ambacht
gilde
Hanze
kathedraal
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
