leesvaardigheid

Leesvaardigheid
-We gaan een dictee doen.
-We gaan veel oefenen met lezen.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid
-We gaan een dictee doen.
-We gaan veel oefenen met lezen.

Slide 1 - Tekstslide

De organisatie geeft hulp in veel landen.

Slide 2 - Tekstslide

Daan vindt zijn uiterlijk belangrijk

Slide 3 - Tekstslide

Ik ga regelmatig naar het restaurant.

Slide 4 - Tekstslide

Vergeleken met gister is het vandaag mooi weer. 

Slide 5 - Tekstslide

Mijn dochter heeft een lieve persoonlijkheid.

Slide 6 - Tekstslide

De belangstelling voor de vacature was groot.

Slide 7 - Tekstslide

Vriendelijkheid en geduld zijn belangrijke kwaliteiten voor een verkoper

Slide 8 - Tekstslide

Leesopdracht "scannend lezen"
Tekst 1: De persoonlijke hygiëne

Slide 9 - Tekstslide

Onder welk tussenkopje vind je met welke zeep je je handen moet wassen?

Slide 10 - Open vraag

Onder welk tussenkopje vind je wanneer je een pleister op moet plakken?

Slide 11 - Open vraag

Onder welk tussenkopje vind je hoe je je handen moet afdrogen?

Slide 12 - Open vraag

Onder welk kopje vind je hoe je je haar moet dragen?

Slide 13 - Open vraag

Onder welk tussenkopje vind je welke maat handschoenen het beste bij je past?

Slide 14 - Open vraag

Onder welk tussenkopje vind je van welk materiaal handschoenen worden gemaakt?

Slide 15 - Open vraag

Leesopdracht "gatentekst"
Tekst 2: Nederlandse vrouw vergeet zoon (9) op parkeerplaats Duitse snelweg

Slide 16 - Tekstslide

Oefentekst 
Tekst 3: Hoe voorkom ik een blessure?

Slide 17 - Tekstslide

Welk woord is goed geschreven?
A
meneer
B
menier
C
menneer
D
muneer

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
advieseren
B
advizeren
C
adviseren
D
atviseren

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
moeiluk
B
moejluk
C
moeilik
D
moeilijk

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
wanneer
B
waneer
C
waaneer
D
wannier

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
pilot
B
piloot
C
pilote
D
peloot

Slide 22 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
vliegtuig
B
vleigtuig
C
vlieg tuig
D
vluchtig

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord is goed geschreven?
A
vriendeluk
B
friendeluk
C
vriendelijk
D
friendelijk

Slide 24 - Quizvraag

... is een belangrijke kwaliteit voor een docent.
A
Geduld
B
Dochter
C
Vindt
D
Piloot

Slide 25 - Quizvraag

Ik ga ... naar een restaurant.
A
vergeleken
B
regelmatig
C
organisatie
D
belangrijk

Slide 26 - Quizvraag

Dat lijkt me ...
A
vliegtuig
B
stoppen
C
verhaal
D
spannend

Slide 27 - Quizvraag