PRO OPL-II / H1 / Intro acceptatietest

Opleveren: acceptatietest
OPL-I
Les 1 / week 8
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Applicatie- en mediaontwikkelaarMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Opleveren: acceptatietest
OPL-I
Les 1 / week 8

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Even algemeen; waar gaat deze module over? OPL = Opleveren, de laatste fase van het hele proces
Over deze module





  • De module duurt drie weken
  • Vormt 'handleiding' bij de opleverweek van B3

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maar eerst wat over testen in het algemeen...

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag gaat het over acc.test. Maar volgende dia's zijn eerst algemene intro in 'testen'.
Testen
"Het testen van software is het vaststellen in hoeverre de software aan de eisen voldoet. Hierbij is het van belang te weten wat er getest gaat worden (het testobject), de eisen, (de testbasis), wanneer er getest gaat worden en hoe er getest gaat worden (methode)."


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testen
Testen kan op verschillende niveaus;
  • Hoog niveau: "werkt de app volgens de eisen?"
  • Laag niveau: "werkt dit onderdeel exact zoals verwacht?"

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testen
Testen kan op verschillende niveaus;
  • Hoog niveau: "werkt de app volgens de eisen?"
  • Laag niveau: "werkt dit onderdeel exact zoals verwacht?"

Bij het testen kijk je terug naar wat de
eisen waren / hoe het is ontworpen / etc.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Aan het begin van een project ga je misschien interviewen en dan eisen opstellen (PvE = Programma van eisen)

Slide 9 - Tekstslide

Daarna ga je meer in detail, je komt dus op een lager niveau. Je gaat dan echt een ontwerp maken.

Slide 10 - Tekstslide

Einde project: je gaat dat ontwerp testen in een zogenaamde functionele test. Dit komt overigens pas in blok C aan bod.

Slide 11 - Tekstslide

De eisen test je in een 'acceptatietest'. Daar gaat deze module over.

Het is niet toevallig dat links en rechts de producten tegenover elkaar staan in het model!
Je gedetailleerde ontwerp test je in de "testfase". Hier gaat het dus over de details; 'staat dit ene knopje precies op de juiste plek', enzovoort.

Dit soort testen komt pas in het volgende blok aan bod.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eisen van de klant test je in de opleverfase. De vraag is hier: 'voldoet het product aan de eisen?', 'is er volgens afspraak gewerkt?'.

De test komt zometeen aan bod, we noemen dit een acceptatietest.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





Testen van losse onderdelen komt in volgend blok.
Nu: werken alle onderdelen goed samen? Accepteert
de klant het eindproduct als geheel, als oplossing?

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag gaat het over acc.test. Maar volgende dia's zijn eerst algemene intro in 'testen'.
Integration Test



"Het werkt op mijn computer"

Slide 15 - Tekstslide

De prullenbak als los onderdeel werkte. De blaasautomaat ook. Maar samen als geheel.... Zal de klant niet echt tevreden zijn. Dit was niet het idee achter de gestelde eisen 

Slide 16 - Tekstslide

Maar samen als geheel.... Zal de klant niet echt tevreden zijn.

Slide 17 - Tekstslide

Maar samen als geheel.... Zal de klant niet echt tevreden zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Maar samen als geheel.... Zal de klant niet echt tevreden zijn.
Wat weten we nu:
  • Test op hoog niveau.
  • Werkt het geheel ook goed samen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weten we nu:
  • Test op hoog niveau.
  • Werkt het geheel ook goed samen?

  • In het begin zijn eisen gesteld door de klant.
  • Werkt het nu zoals afgesproken?
  • Doel: klant accepteert het eindproduct.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
Testcase = instructies + vragen om één eis te testen. Een eis wordt dus niet zomaar één vraag.

"Kun je inloggen?" is bijvoorbeeld veel te vaag. Beter is:
  • Ga naar de homepage.
  • Probeer in te loggen met 'onzinwachtwoord'. Krijgt u een foutmelding te zien?
  • Probeer in te loggen met 'hetjuistewachtwoord'. Komt u hierna op het beveiligde dashboard terecht?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
Testcase = instructies + vragen om één eis te testen. Een eis wordt dus niet zomaar één vraag.

"Kun je inloggen?" is bijvoorbeeld veel te vaag. Beter is:
  • Ga naar de homepage.
  • Probeer in te loggen met 'onzinwachtwoord'. Krijgt u een foutmelding te zien?
  • Probeer in te loggen met 'hetjuistewachtwoord'. Komt u hierna op het beveiligde dashboard terecht?

Slide 22 - Tekstslide

Dit is nog een voorbeeld van een testcase
Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
Productieomgeving = waar de app uiteindelijk komt te staan. Bij een website dus online, bij een Windows-app meestal op een andere pc.

Het programmeren heb je gedaan in je 'lokale' of 'ontwikkelomgeving', jouw computer dus. Je wil nu ook weten of het in de productieomgeving allemaal 100% goed werkt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
Je geeft de lijst met vragen aan de opdrachtgever, en je laat hen de applicatie 'bedienen'. Immers: de opdrachtgever moet het straks ook zelf doen! Je test nu of dat lukt (is alles duidelijk, en zoals gevraagd).

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
  • De ontwikkelaar ondersteunt en beantwoord vragen.
Opdrachtgever voert de test uit, maar je kunt natuurlijk wel helpen. Als iets onduidelijk is wijs je dat aan of geef je uitleg.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
  • De ontwikkelaar ondersteunt en beantwoord vragen.
  • Noteer intussen je bevindingen.
Er komen wel eens kleine opmerkingen tussendoor als "deze foutmelding vind ik onduidelijk", "dit knopje staat op een onhandige plek", etcetera. Noteer die, zodat je nog kunt aanpassen eventueel.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
  • De ontwikkelaar ondersteunt en beantwoord vragen.
  • Noteer intussen je bevindingen.
  • Laat de opdrachtgever tekenen voor akkoord. 
Met een handtekening "accepteert" de opdrachtgever je eindproduct. Er kan geen discussie meer ontstaan of het nu volgens de eisen is, de klant heeft daar nu voor getekend.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaat het in zijn werk?
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
  • De ontwikkelaar ondersteunt en beantwoord vragen.
  • Noteer intussen je bevindingen.
  • Laat de opdrachtgever tekenen voor akkoord. 
Met een handtekening "accepteert" de opdrachtgever je eindproduct. Er kan geen discussie meer ontstaan of het nu volgens de eisen is, de klant heeft daar nu voor getekend.
Er komen wel eens kleine opmerkingen tussendoor als "deze foutmelding vind ik onduidelijk", "dit knopje staat op een onhandige plek", etcetera. Noteer die, zodat je nog kunt aanpassen eventueel.
Opdrachtgever voert de test uit, maar je kunt natuurlijk wel helpen. Als iets onduidelijk is wijs je dat aan of geef je uitleg.
Je geeft de lijst met vragen aan de opdrachtgever, en je laat hen de applicatie 'bedienen'. Immers: de opdrachtgever moet het straks ook zelf doen! Je test nu of dat lukt (is alles duidelijk, en zoals gevraagd).
Productieomgeving = waar de app uiteindelijk komt te staan. Bij een website dus online, bij een Windows-app meestal op een andere pc.

Het programmeren heb je gedaan in je 'lokale' of 'ontwikkelomgeving', jouw computer dus. Je wil nu ook weten of het in de productieomgeving allemaal 100% goed werkt.
Testcase = instructies + vragen om één eis te testen. Een eis wordt dus niet zomaar één vraag.

"Kun je inloggen?" is bijvoorbeeld veel te vaag. Beter is:
  • Ga naar de homepage.
  • Probeer in te loggen met 'onzinwachtwoord'. Krijgt u een foutmelding te zien?
  • Probeer in te loggen met 'hetjuistewachtwoord'. Komt u hierna op het beveiligde dashboard terecht?

Slide 28 - Tekstslide

Deze dia wordt alleen getoond wanneer je de les met de gele knop deelt met studenten.
Opstellen test-scenario's: voorbeeld
Ja
Nee
Klik op 'nieuwe taak', vul alle velden in en druk 'opslaan':
1. Komt u terecht op het overzicht van alle taken?
2. Staat de nieuw gemaakt taak in de lijst?
3. Ziet u alle ingevulde gegevens terug?
Klik op 'nieuwe taak', vul niets in en druk 'opslaan':
1. Krijgt u een foutmelding te zien?
2. Staat de taak nu niet in het overzicht?

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeldje
Opstellen test-scenario's: DUS NIET...
Ja
Nee
Kunt u een taak aanmaken?
Kunt u een taak aanpassen?
Kunt u een taak verwijderen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstellen test-scenario's: DUS NIET...




Dit is te vaag.
Geef instructies (waar klikken / wat invullen).
Stel daarna vragen over de acties.
Ja
Nee
Kunt u een taak aanmaken?
Kunt u een taak aanpassen?
Kunt u een taak verwijderen?
Geen idee? Ik weet niet wat er zou moeten gebeuren...

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstellen test-scenario's
Ja
Nee
Registreren - vul niets in en probeer account te maken:
1. Kunt u nu een account registreren?
X
2. Komt u hierna op de loginpagina terecht?
X
Registreren - vul correcte gegevens in en maak account:
1. Kunt u nu een account registreren?
X
2. Komt u hierna op de loginpagina terecht?
X

Slide 32 - Tekstslide

Voorbeeld: dit is dus NIET handig. Alle vragen zijn eigenlijk positief.
Opstellen test-scenario's
Ja
Nee
Registreren - vul niets in en probeer account te maken:
1. Kunt u nu een account registreren?
X
2. Komt u hierna op de loginpagina terecht?
X
Registreren - vul correcte gegevens in en maak account:
1. Kunt u nu een account registreren?
X
2. Komt u hierna op de loginpagina terecht?
X
🤔

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeld: dit is dus NIET handig. Alle vragen zijn eigenlijk positief.
Opstellen test-scenario's
Ja
Nee
Registreren - vul niets in en probeer account te maken:
1. Kunt u nu geen account registreren?
X
2. Komt u hierna niet op de login, maar krijgt u een error?
X
Registreren - vul correcte gegevens in en maak account:
1. Kunt u nu een account registreren?
X
2. Komt u hierna op de loginpagina terecht?
X
👍

Slide 34 - Tekstslide

Zorg dat alle positieve antwoorden onder elkaar staan. Positief = wanneer het aan de eis voldoet.


Wat voor regel kunnen we
hieruit concluderen?

Slide 35 - Woordweb

Wat voor regel kunnen we hieruit concluderen?
Opstellen test-scenario's





Zorg dat alle positieve antwoorden onder elkaar staan. Positief = wanneer het aan de eis voldoet.

Slide 36 - Tekstslide

Zorg dat alle positieve antwoorden onder elkaar staan. Positief = wanneer het aan de eis voldoet.
Opstellen test-scenario's
Ja
Nee
Klik op 'nieuwe taak', vul alle velden in en druk 'opslaan':
1. Komt u terecht op het overzicht van alle taken?
X
Opmerkingen: 
2. Staat de nieuw gemaakt taak in de lijst?
X
Opmerkingen: ja, maar halverwege de lijst, hoort een nieuwe taak niet bovenaan of onderaan?!
Laat ruimte voor opmerkingen. Het begint met ja/nee, maar vaak is het genuanceerder. Die informatie wil je ook hebben!

Slide 37 - Tekstslide

Voorbeeldje
Samengevat: de test
  • Iedere eis wordt een test-scenario.
  • Test de applicatie in de productieomgeving.
  • Laat de opdrachtgever de test uitvoeren.
  • De ontwikkelaar ondersteunt en beantwoord vragen.
  • Noteer intussen je bevindingen.
  • Laat de opdrachtgever tekenen voor akkoord. 
Met een handtekening "accepteert" de opdrachtgever je eindproduct. Er kan geen discussie meer ontstaan of het nu volgens de eisen is, de klant heeft daar nu voor getekend.
Er komen wel eens kleine opmerkingen tussendoor als "deze foutmelding vind ik onduidelijk", "dit knopje staat op een onhandige plek", etcetera. Noteer die, zodat je nog kunt aanpassen eventueel.
Opdrachtgever voert de test uit, maar je kunt natuurlijk wel helpen. Als iets onduidelijk is wijs je dat aan of geef je uitleg.
Je geeft de lijst met vragen aan de opdrachtgever, en je laat hen de applicatie 'bedienen'. Immers: de opdrachtgever moet het straks ook zelf doen! Je test nu of dat lukt (is alles duidelijk, en zoals gevraagd).
Productieomgeving = waar de app uiteindelijk komt te staan. Bij een website dus online, bij een Windows-app meestal op een andere pc.

Het programmeren heb je gedaan in je 'lokale' of 'ontwikkelomgeving', jouw computer dus. Je wil nu ook weten of het in de productieomgeving allemaal 100% goed werkt.
Testcase = instructies + vragen om één eis te testen. Een eis wordt dus niet zomaar één vraag.

"Kun je inloggen?" is bijvoorbeeld veel te vaag. Beter is:
  • Ga naar de homepage.
  • Probeer in te loggen met 'onzinwachtwoord'. Krijgt u een foutmelding te zien?
  • Probeer in te loggen met 'hetjuistewachtwoord'. Komt u hierna op het beveiligde dashboard terecht?

Slide 38 - Tekstslide

Deze dia wordt alleen getoond wanneer je de les met de gele knop deelt met studenten.
Samengevat: test-scenario's
  • Werk met scenario's (instructie + vragen).
  • Alle positieve antwoorden onder elkaar.
  • Laat ruimte voor opmerkingen.
  • Logische volgorde, bijv: inloggen > taak maken > aanpas.
  • Vraag aan het einde om een conclusie en handtekening.
  • Maak een verzorgd document (test is voor je klant/baas)
  • Test opstellen is groepswerk, werk er samen aan.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengevat: test-scenario's
  • Werk met scenario's (instructie + vragen).
  • Alle positieve antwoorden onder elkaar.
  • Laat ruimte voor opmerkingen.
  • Logische volgorde, bijv: inloggen > taak maken > aanpas.
  • Vraag aan het einde om een conclusie en handtekening.
  • Maak een verzorgd document (test is voor je klant/baas)
  • Test opstellen is groepswerk, werk er samen aan.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succescriteria
Als je opdracht niet helemaal klaar, laat je toch de functionaliteiten testen die niet klaar zijn. Die eisen zijn niet opeens verdwenen natuurlijk. Je kunt de pijnlijke conclusie van de klant niet uit de weg gaan.
Zorg dus dat je site online staat!
Achteraf maak je een kort verslag. Wat zijn de opmerkingen geweest? Wat zou er aangepast moet worden voor het project echt helemaal af is. We gaan de aanpassingen niet altijd meer doen, maar je moet het wel opschrijven.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak een acceptatietest voor de eisen van sprint 1.

  • Werk individueel.
  • Gebruik de kennis uit deze slides (link in moduleboekje).
  • Klaar? Dan met je PRA-team vergelijken en bespreken.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies