Meten van drukken

Meten van drukken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
InstallatietechniekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Meten van drukken

Slide 1 - Tekstslide

Meten van drukken
In installatietechnische systemen (gas-, water- of Cv-systemen) kun je verschillende soorten druk meten.
  • Statische druk
  • Totale druk
  • Dynamische druk

Slide 2 - Tekstslide

Statische druk
Deze heerst, wanneer de vulling (fluïdum) van het systeem in rust is en onder een hogere druk dan de omgevingsdruk staat. Die hogere druk wordt ook overdruk genoemd.

Slide 3 - Tekstslide

Totale druk
Wanneer bijvoorbeeld een pomp hetzelfde fluidum in een stationaire beweging brengt, dan kunnen we van een drukmeter aflezen dat de druk verandert. Deze druk (inclusief snelheid) noemen we totale druk

Slide 4 - Tekstslide

Dynamische druk
Het verschil van totale druk en statische druk is de dynamische druk.
Totale druk - statische druk = dynamische druk

Slide 5 - Tekstslide

Dynamische druk
Let op! In de praktijk wordt regelmatig de totale druk aangegeven als dynamische druk. Dit is onjuist.

De dynamische druk kun je niet meten, maar je kunt hem wel afleiden (berekenen).

Totale druk - statische druk = dynamische druk

Slide 6 - Tekstslide

Controle gasleiding
Wanneer je de gasleiding voor een gasverbruikstoestel controleert, dan meet je:

Slide 7 - Tekstslide

Controle gasleiding
Wanneer je de gasleiding voor een gasverbruikstoestel controleert, dan meet je:
  • de statische druk

Slide 8 - Tekstslide

Controle gasleiding
Wanneer je de gasleiding voor een gasverbruikstoestel controleert, dan meet je:
  • de statische druk
  • de totale druk

Slide 9 - Tekstslide

Controle gasleiding
Statische drukmeting: 
Wanneer het toestel geen warmtevraag heeft (dus uit staat) meet je de statische gasdruk in de gasleiding. De druk meet je normaal bij de gasmeter. Beter is het om de gasdruk bij het toestel te meten. 

Slide 10 - Tekstslide

Controle gasleiding
Totale drukmeting: 
Voor een juiste meting moet het toestel gedurende de meting in volle belasting branden. De gasdrukmeter blijft op hetzelfde meetpunt aangesloten. Je meet nu de totale druk.
Is de totale druk die je nu meet hoger of lager dan de eerder gemeten statische druk?

Slide 11 - Tekstslide

Dynamische drukberekening
Dynamische drukberekening: 
Omdat in dit voorbeeld de totale druk lager is dan de statische druk volgt met behulp van de afleiding "totale druk - statische druk" dat de dynamische druk negatief is. 

Slide 12 - Tekstslide

Dynamische drukberekening
Voor de dynamische druk worden in de gasvoorschriften waardes aangegeven. Zo mag bij een nieuw aangelegde installatie het verschil 1,7 hPa (Mbar) zijn. 
Voor een bestaande installatie, na uitbreiding, mag het verschil 2,5 hPa (Mbar) zijn. 
Echter de totale druk mag niet minder dan 20 hPa (Mbar) zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom mag het drukverlies in de gasleiding niet groter zijn dan
20 Mbar?
A
Omdat het in de gasvoorschriften staat
B
Fabrikanten eisen dit
C
Omdat er dan storingen kunnen ontstaan
D
Anders regelt de drukregelaar niet meer goed

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide