Veelvoorkomende netwerkaanvallen: Bescherm jezelf!

Veelvoorkomende netwerkaanvallen: Bescherm jezelf!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Veelvoorkomende netwerkaanvallen: Bescherm jezelf!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je veelvoorkomende netwerkaanvallen herkennen en weet je hoe je jezelf hiertegen kunt beschermen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij al over veelvoorkomende netwerkaanvallen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn netwerkaanvallen?
Netwerkaanvallen zijn aanvallen op een computer of netwerk met als doel om schade aan te richten, gegevens te stelen, of om toegang te krijgen tot vertrouwelijke informatie.

Slide 4 - Tekstslide

Geef voorbeelden van netwerkaanvallen, bijvoorbeeld phishing, malware en DDoS-aanvallen.
Phishing
Phishing is een vorm van oplichting waarbij criminelen proberen om gevoelige informatie van gebruikers te verkrijgen, zoals wachtwoorden en creditcardgegevens.

Slide 5 - Tekstslide

Laat voorbeelden van phishing e-mails zien en bespreek hoe je deze kunt herkennen.
Malware
Malware is kwaadaardige software die ontworpen is om schade aan te richten aan computers en netwerken.

Slide 6 - Tekstslide

Laat voorbeelden van malware zien en bespreek hoe je deze kunt vermijden en verwijderen.
DDoS
Een DDoS-aanval is een aanval waarbij een netwerk of website overbelast wordt met verkeer, waardoor deze onbereikbaar wordt.

Slide 7 - Tekstslide

Laat voorbeelden van DDoS-aanvallen zien en bespreek hoe je deze kunt voorkomen.
Man-in-the-middle
Een man-in-the-middle-aanval is een aanval waarbij een aanvaller zich tussen twee communicerende partijen plaatst om berichten te onderscheppen en te manipuleren.

Slide 8 - Tekstslide

Laat voorbeelden van man-in-the-middle-aanvallen zien en bespreek hoe je deze kunt voorkomen.
SQL-injectie
Een SQL-injectie is een aanval waarbij een aanvaller kwaadaardige code in een SQL-query invoert om toegang te krijgen tot databases en gevoelige informatie te stelen.

Slide 9 - Tekstslide

Laat voorbeelden van SQL-injecties zien en bespreek hoe je deze kunt voorkomen.
Cross-site scripting
Cross-site scripting is een aanval waarbij een aanvaller kwaadaardige code injecteert in een website, waardoor deze code wordt uitgevoerd in de browser van de gebruiker.

Slide 10 - Tekstslide

Laat voorbeelden van cross-site scripting zien en bespreek hoe je deze kunt voorkomen.
Hoe bescherm je jezelf?
Je kunt jezelf beschermen tegen netwerkaanvallen door het gebruik van sterke wachtwoorden, het installeren van antivirussoftware en het vermijden van verdachte e-mails en links.

Slide 11 - Tekstslide

Bespreek hoe je deze maatregelen kunt nemen en waar je op moet letten.
Wat te doen bij een aanval?
Als je denkt dat je slachtoffer bent van een netwerkaanval, verander dan onmiddellijk je wachtwoorden en neem contact op met de beheerder van het getroffen systeem.

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek wat je moet doen als je denkt dat je slachtoffer bent van een netwerkaanval en hoe je de schade kunt beperken.
Conclusie
Door alert te zijn en goede beveiligingsmaatregelen te nemen, kun je jezelf beschermen tegen veelvoorkomende netwerkaanvallen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Test je kennis over netwerkaanvallen met deze quiz!

Slide 14 - Tekstslide

Maak een interactieve quiz waarbij de studenten hun kennis over netwerkaanvallen kunnen testen.
Bronnen
Hier zijn een aantal nuttige bronnen om meer te weten te komen over netwerkbeveiliging:

Slide 15 - Tekstslide

Geef een lijst met bronnen waar de studenten meer kunnen leren over netwerkbeveiliging, zoals websites, blogs, en boeken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.