Voorbereiding theorie toets 'administratie'

Welke klant is een debiteur van het bedrijf?
A
De klant die later betaalt
B
De klant die contant betaalt
C
De klant die meteen betaalt
D
De klant die vooraf betaalt
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welke klant is een debiteur van het bedrijf?
A
De klant die later betaalt
B
De klant die contant betaalt
C
De klant die meteen betaalt
D
De klant die vooraf betaalt

Slide 1 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor offerte?
A
Rekening
B
Prijsopgave
C
Orderbevestiging
D
Factuur

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de woorden op de juiste plek in de balans
01-01-2021
Eigen vermogen
Bedrijfspand
Inventaris
Lening
Debiteuren
Crediteuren
Te betalen btw
Te vorderen btw
Debet (bezittingen)
Credit (EV + Schulden)

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe bereken je de nettowinst per product?
A
Nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten
B
Nettowinst= verkoopprijs - inkoopprijs
C
Nettowinst= Brutowinst + bedrijfskosten
D
Nettowinst= brutowinst - inkoopprijs

Slide 4 - Quizvraag

Met hoeveel waarde neemt de voorraad af na deze verkoop?
A
€9,90
B
€8,18
C
€1,72
D
€4,50

Slide 5 - Quizvraag

Welk voorbeeld hoort bij welk soort factuur?
Rekening voor geleverde (ingekochte) toetstenborden
Rekening voor direct betaalde boodschappen
Rekening voor verkochte toetstenborden
Rekening voor gas, water & licht 
Kassabon
Inkoopfactuur
Kostenfactuur
Verkoopfactuur

Slide 6 - Sleepvraag

De giftshop koopt 25 blauwe bekers in. Welke grootboekrekeningen veranderen er door deze aankoop?
A
100 Kas, 180 Te vorderen btw, 002 Inventaris
B
110 Bank, 180 Te vorderen btw, 700 Voorraad goederen
C
110 Bank, 180 Te vorderen btw, 002 Inventaris
D
100 Kas, 180 Te vorderen btw, 700 Voorraad goederen

Slide 7 - Quizvraag

Leveranciers
Klanten
Sleep de werkzaamheden naar het juiste proces:
Besturende processen
Primair Proces
Ondersteunende processen
Administratie
Verkoop van producten
ICT Beheer
Management
Marketing
Afdelingschef

Slide 8 - Sleepvraag

Wat betekent de afkorting DPM?
A
Dagelijkse productiemiddel
B
Dagelijkse productiematerialen
C
Duurzame productiemiddelen
D
Duurzame productiematerialen

Slide 9 - Quizvraag

Zet het proces van inkoopformulieren in de juiste volgorde:
Order 
bevestiging
Inkooporder
Offert
Factuur
Vrachtbrief
Pakbon

Slide 10 - Sleepvraag

Wat vonden jullie van de les?
010

Slide 11 - Poll

Tops voor mij
als docent

Slide 12 - Woordweb

Tips voor
mij als docent

Slide 13 - Woordweb