B3W2L1

Zomervakantie op de Zuidpool?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Basisschool

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zomervakantie op de Zuidpool?

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij zomervakantie op de Zuidpool?

Slide 2 - Woordweb

Doel van de les
  • Wat: Vandaag leren we te voorspellen waar de alinea en de tekst overgaat
  • Waarom: Als je vantevoren kunt bedenken waar de alinea en de tekst overgaan, is het makkelijker om de tekst te begrijpen.
  • Hoe? Door te  modelen, door vragen te stellen en door de 1e regels van de alinea te arceren. Dus pak je arceerstift maar! 

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel alinea's heeft de tekst?

Slide 4 - Woordweb

Moeilijke woorden
  • het werelddeel = een groot deel van de wereld
  • de toerist = iemand die voor zijn plezier een plek bezoekt
  • het cruiseschip = (zeg: kroesschip) een grote boot waar mensen op kunnen eten, slapen en vaak ook kunnen sporten of zwemmen. Een soort drijvend hotel. 
  • het schiereiland = een stuk land dat nog een beetje vastzit aan het vasteland. Het is bijna een eiland.

Slide 5 - Tekstslide

Gesprek over de 1e alinea
  • Bekijk het kopje en het plaatje.
  • Wat verwacht je als je de titel leest?
  • Klopt dit met het plaatje?
  • Lees de 1e alinea 
  • Door welke woorden weet je dat het niet om zomaar een zomervakantie gaat?
  • Waar gaat de rest van de tekst over, denk je?

Slide 6 - Tekstslide

Voorspel waar de 2e alinea overgaat
A
In de zomervakantie maak je mooie reizen
B
De mooiste reis kan overal naar toe zijn
C
Een zomervakantie op de Zuidpool is de mooiste reis
D
Alleen in de zomervakantie maak je mooie reizen

Slide 7 - Quizvraag

We lezen de 2e alinea samen
  • Juf  modelt de tekst
  • Wie kan en durft dat ook?
  • Waar gaat de 2e alinea over? Je mag die zin arceren. 

Slide 8 - Tekstslide

Lees de opvallende woorden in de 1e alinea. Wat vinden de mensen zo bijzonder aan Antartica?
A
Dat het er zo koud is
B
De sneeuw en het ijs
C
De natuur en de dieren
D
Het varen met de boot

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Woordweb

  • Gesprek over de 3e alinea



  • Bekijk de titel. Waar gaat de alinea over?
  • Arceer de zin waarin je dit leest
  • We lezen de alinea, denk aan het modelen
  • Teken op je wereldkaartje de reis vanaf Nederland naar Antarctica
  • Welke vervoermiddelen heb je nodig om daar te komen?
  • Aan welk soort zee denk je bij het woord: zeeziek?

Slide 11 - Tekstslide

Gesprek over de 4e alinea
  • Bekijk het kopje en het plaatje
  • Waar gaat deze alinea over? Arceer de zin waarin je dit leest
  • Waarom zijn er strenge regels op de Zuidpool?

Slide 12 - Tekstslide

Welke strenge regels zijn er allemaal op Antartica? Noem er minstens 3!

Slide 13 - Open vraag

Gesprek over de 5e alinea
  • Bekijk het kopje, waarover gaat deze alinea
  • Arceer de zin waarin dit staat
  • We lezen samen de alinea, denk aan het modelen
  • Waarom willen sommige mensen geen toeristen op de Zuidpool?
  • Wat doen sommige toeristen ?  Wat vind je daarvan? 

Slide 14 - Tekstslide

Lees regel 38: "maar, of dat lukt". Waarom vraagt de schrijver dit zich af?

Slide 15 - Open vraag

Lees regel 46-47: Tja,... minder leuk. Waarom zegt de schrijver dit?
A
Omdat het te koud is op Antarctica voor een zomervakantie.
B
Omdat door jouw leuke reis dieren ziek worden.
C
Omdat je zeeziek kunt worden onderweg op de boot.
D
Omdat je aan zoveel regels moet voldoen.

Slide 16 - Quizvraag

Wat heb je over voorspellen geleerd?

Slide 17 - Woordweb