Na Klar Kapitel 1.1

Herzlich willkommen 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen 

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute? 

  • Starten met Kapitel 1: Eine persönliche Reise

Slide 2 - Tekstslide

Na klar!

Eine neue Methode

Slide 3 - Tekstslide

Mentimeter invullen
Scan QR code:


Slide 4 - Tekstslide

Teams
Ga naar SOM en klik op de link om lid te worden van de klas in Teams

Slide 5 - Tekstslide

Frühstücksei
Tipps für einen gelungen Start ins neue Schuljahr

Slide 6 - Tekstslide

Lernziele
Am Ende der Unterrichtsreihe kannst du:
  • Wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.
  • Specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten.
  • Specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal. 
  • Korte eenvoudige informatie in het Duits samenvatten.

Slide 7 - Tekstslide

Lektion 1: Sieh und lies mal
was
Seite 8 Aufgabe 3 und 4
wie
Selbstständig
Hilfsmittel
Vokabeln
Zeit
10 minuten 
Ziel
Wichtige Informationen aus einem Text filtern und zuordnen
Fertig?
Vergleiche deine Antworten mit dem Sitznachbarn 

Slide 8 - Tekstslide

Freunde finden
was
Seite 9 Aufgabe 5
wie
Selbständig
Hilfsmittel
Keine
Zeit
Wir hören 2 Mal
Ziel
Gesprochene Informationen zuordnen
Fertig?
Vergleiche deine Antworten mit dem Sitznachbarn 

Slide 9 - Tekstslide

Haben, sein und werden

Slide 10 - Tekstslide

Haben und sein
wir wiederholen den Präsens

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 12 - Sleepvraag

Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 13 - Sleepvraag

Übersetze:
jij bent

Slide 14 - Open vraag

Übersetze:
zij (enkelvoud) heeft

Slide 15 - Open vraag

Übersetze:
wij zijn

Slide 16 - Open vraag

Übersetze:
u heeft

Slide 17 - Open vraag

Übersetze:
jullie zijn

Slide 18 - Open vraag

Werden Präsens
Werden heeft 2 betekenissen:

                  worden  +  zullen

Slide 19 - Tekstslide

Werden
ich               werd  e
du                wir      st
er/sie/es   wir      d                          =>  Het lijkt een beetje
                                                                      op een sterk werkwoord!
wir               werd   en
ihr                werd   et
sie/Sie        werd   en

Slide 20 - Tekstslide

het werkwoord 'werden'
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden

Slide 21 - Sleepvraag

Übersetze:
hij wordt
A
er werdet
B
er werdt
C
er wird
D
er wirdt

Slide 22 - Quizvraag

Übersetze:
jij zal
A
du sollst
B
du werdest
C
du wirst

Slide 23 - Quizvraag

Du ........... morgen 10 oder?
A
werde
B
wirst
C
werdest
D
wird

Slide 24 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 25 - Quizvraag

Haben, sein, werden  - Präteritum
(Präteritum = Vergangenheit)


Slide 26 - Tekstslide


Ich ........... eine Schwester. Sie lebt nicht mehr.
A
war
B
würde
C
wurde
D
hatte

Slide 27 - Quizvraag

Ich habe auf Anna gewartet. Sie .......... mein Biologiebuch.
A
hatte
B
war
C
wurde
D
würde

Slide 28 - Quizvraag

Er ............ gestern zum Klassensprecher gewählt.
A
hatte
B
war
C
würde
D
wurde

Slide 29 - Quizvraag

................. Sie schon in Berlin?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Grammatik wiederholen
was
Seite 13 Aufgabe 10-12
wie
selbstständig
Hilfsmittel
Grammatik Seite 12,13
Zeit
15 Minuten 
Ziel
Grammatik wiederholen
Fertig?
Vergleiche deine Antworten mit dem Sitznachbarn 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Sieh und lies mal 
was
Seite 8 Aufgabe 1, 2, 3 und 4
wie
zu zweit
Hilfsmittel
Sitznachbarn / Vokabeln
Zeit
10 Minuten
Ziel
Na Klar kennenlernen / Lernziel lesen
Fertig?
Mach dein Buch zu 

Slide 34 - Tekstslide