Paragraaf 2.1

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Je hebt paragraaf 2.1 gelezen
Noem 3 indirecte oorzaken voor WO1

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Lees de vier uitspraken (A-D) over Europa rond 1900.
Welke uitspraak is juist?
A
De groei van de welvaart kwam door de liberalen
B
Europeanen gingen meer verdienen, maar kregen minder vrije tijd.
C
Iedereen kon moderne spullen kopen, zoals een auto en elektrische lampen.
D
Sporten en toerisme zijn voorbeelden van een moderne levensstijl.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Noem één indirecte oorzaak van WOI genoemd in dit filmpje
Noem de aanleiding van WOI

Slide 36 - Open vraag

Centralen
Geallieerden
Triple Alliantie 
Triple Entente

Slide 37 - Sleepvraag

Centralen
Geallieerden
Duitsland
Frankrijk
Rusland
Oostenrijk-Hongarije
Engeland
Ottomaanse Rijk

Slide 38 - Sleepvraag

Franse schrijver Émile Zola in 1891
Zou het einde van oorlog voeren niet het einde van de mensheid betekenen? Oorlog is het leven zelf. Niets bestaat in de natuur, wordt geboren, groeit of vermeerdert zich behalve door strijd. Wij moeten eten en gegeten worden opdat de wereld leeft. Het zijn alleen de naties die strijd voeren die bloeien: een natie sterft zodra het de wapens neerlegt. Oorlog is de leerschool voor discipline, opoffering en moed. 
defensie
geallieerden
Mobilisatie
militarisme

Slide 39 - Sleepvraag

Over de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900
De vijftig miljoen bezoekers vielen van de ene verbazing in de andere. Er stonden röntgenapparaten waarmee je dwars door man en vrouw heen kon kijken, er was een autotentoonstelling, er stonden toestellen voor draadloze telegrafie en buiten reed de eerste ondergrondse lijn van de Métropolitain, in nog geen anderhalf jaar aangelegd tussen Port de Vincennes en Porte Maillot. Veertig landen deden mee. Egypte kwam met een tempel en een antieke grafkamer, het Verenigd Koninkrijk showde met alle koloniën van het imperium, Duitsland had een stoomlocomotief die 120 kilometer per uur kon rijden. 
industrialisatie
militarisme
modern imperialisme
welvaart

Slide 40 - Sleepvraag

Noem drie indirecte oorzaken van de Eerste Wereldoorlog met bij elk een korte uitleg.

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide