Tenses (part 2)

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de past simple van 'go'?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de past simple van 'jump'?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de present perfect van 'go'?

Slide 4 - Open vraag

Welke tense moet je gebruiken?
I ________ (want) a kitten since I was 10.
A
past simple
B
present perfect

Slide 5 - Quizvraag

Welke tense moet je gebruiken?
They ________ (gain) a lot of weight when they lived in Spain.
A
past simple
B
present perfect

Slide 6 - Quizvraag

Welke tense moet je gebruiken?
We _______ (be) the best team at the championship of 2019.
A
past simple
B
present perfect

Slide 7 - Quizvraag

Welke tense moet je gebruiken?
She ______ (never, see) my brother, so she doesn't know what he looks like.
A
past simple
B
present perfect

Slide 8 - Quizvraag

Vul de juiste tense in:
We _____ (be) friends since primary school.

Slide 9 - Open vraag

Vul de juiste tense in:
Oh no, what _____ (he, do)??!

Slide 10 - Open vraag

Vul de juiste tense in:
I _____ (lose) my car key at the party last Friday.

Slide 11 - Open vraag

Vul de juiste tense in:
So far, we ______ (not, see) anyone we know.

Slide 12 - Open vraag

Vul de juiste tense in:
They ____ (not, know) what to do when the alarm went off.

Slide 13 - Open vraag

Vul de juiste tense in:
I ____ (study) hard for this test, so I'm sure I will get a good grade.

Slide 14 - Open vraag

Hoe maak je de past perfect ook alweer?

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste past tenses in:
After Fred ___ (spend) his holiday in Italy, he ___ (want) to learn Italian.

Slide 16 - Open vraag

Vul de juiste past tenses in:
She ___ (watch) Netflix after the children ___ (go) to bed.

Slide 17 - Open vraag

Vul de juiste past tenses in:
I ___ (be) very tired because I ___ (study) too much.

Slide 18 - Open vraag

Vul de juiste past tenses in:
When she saw there ___ (be) an accident, she ___ (call) the police.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

En nu: thuis oefenen!
Het beste kun je eerst oefenen met 2 verschillende tijden, in verschillende combinaties:

Daarna moet je oefenen met meer/alle tijden door elkaar:

Slide 21 - Tekstslide