3.5 samenhang + 3.6 - Hersenen

Welkom 
Denk om…
  • Zitten op je eigen plek!
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.


timer
3:00
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Denk om…
  • Zitten op je eigen plek!
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.


timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning

  • afsluiting hoofdstuk 3 waarnemen
  • samenhang 3.5 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel:
  • Je oefent met de leerstof uit dit hoofdstuk en hoofdstuk 1 en 2

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Aan het werk
Hoofdstuk 3 waarnemen
Paragraaf 3.5 samenhang kijkoperaties en computerspellen
  • Maak opdracht 1 t/m 11
  • werk op fluistertoon

Klaar?
Maak alvast een samenvatting van deze paragraaf!
timer
25:00

Slide 5 - Tekstslide

Welkom 
Denk om…
  • pak een ipad en login bij lssonup
  • Zitten op je eigen plek!
  • Boek (dicht) + schrift, pen op tafel. 
  • Tas op de grond.


timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

3.6 Hersenen 

Slide 7 - Tekstslide

Planning
Programma 3.6

  • Herhalen 3.4
  • Lesdoelen 3.6
  • Theorie 3.6
  • Afsluiting + Evaluatie. 

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk
Weektaak = 3.6 lezen/maken
Aanbeveling: begrippenlijst maken. 

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk over 3.4
Vragen? 

Slide 10 - Tekstslide

Even checken dan! 

Slide 11 - Tekstslide

Geurprikkels bereiken je neus. Vanaf welk moment ben je dit bewust?
A
Wanneer de geurprikkels worden opgevangen door het reukzintuig.
B
Wanneer de hersenen de informatie over de geurprikkels hebben verwerkt.
C
Wanneer het reukzintuig informatie naar de hersenen stuurt.

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer neem je een geur waar?
A
Als de geurstoffen worden opgevangen door de reukzintuigen
B
Als de reukzintuigen de geurprikkels hebben omgezet in impulsen
C
Als de impulsen in de hersenen zijn verwerkt.

Slide 13 - Quizvraag

Via welke route gaat een geurprikkel naar de armspier?
A
zintuig-> hersenen-> ruggenmerg-> spieren
B
zintuig-> ruggenmerg-> hersenen-> spieren
C
hersenen-> zintuig-> ruggenmerg-> spieren
D
zintuig-> ruggenmerg-> spieren -> hersenen

Slide 14 - Quizvraag

Doelen van de les
  • Je weet uit welke onderdelen de hersenen bestaan
  • Je weet van elk onderdeel welke taak het heeft
  • Je weet hoe leren werkt
  •  Je kan het verschil tussen kortetermijngeheugen en langetermijngeheugen uitleggen
  • Je weet hoe hersenen verschillen tussen dieren

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 3 waarnemen
Paragraaf 3.6 hersenen
  • Maak opdracht 1 en 2
  • werk op fluistertoon

Klaar?
Maak alvast een samenvatting van deze paragraaf!
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De hersenen

Slide 18 - Tekstslide

Hersenen
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam

Slide 19 - Tekstslide

Hersenen
Grote hersenen:
  • hersencentra
  • geheugen
Kleine hersenen
  • Coördinatie van beweging, balans en evenwicht.
Hersenstam

Slide 20 - Tekstslide

De hersenen

Slide 21 - Tekstslide

Hersenen in Coronatijd ->
Geur -emoties- hersens
(4 min.)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Filmpje 1:
Hoe krijg je een supergeheugen? (3 min)

Filmpje 2:
Hoe werken je hersenen? (4 min)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Leren
Leren - verbindingen in de hersenen
  • bijv: Leren fietsen of lopen ->
  • Hierdoor kunnen hersenen steeds beter spieren sturen en bewegingen in juiste volgorde uitvoeren
  • Veel oefenen - het gaat steeds beter

Slide 27 - Tekstslide

Geheugen
Kortetermijngeheugen -
  • max 30 min; boodschappenlijst of telefoonnummer

Langetermijngeheugen -
  • belangrijke informatie, ontstaat door herhaling.
  • Hierdoor ontstaat een sterke, vaste route door de hersenen: Geheugenspoor


Slide 28 - Tekstslide

Leren

Slide 29 - Tekstslide

Hebben alle dieren hersenen?
Gewervelde dieren: hebben hersenen, die ongeveer hetzelfde gebouwd zijn als die van mensen

Veel ongewervelde dieren hebben geen hersenen zoals: sponzen, kwallen of zeesterren

Slide 30 - Tekstslide

Hebben alle dieren hersenen?
Sommige ongewervelde dieren hebben zeer eenvoudige hersenen, v.b: regenworm
- Zenuwknopen - groep cellen waar impulsen samenkomen en die segmenten aanstuurt
- Vangt lichtprikkels op in kop/staart met speciale zintuigen
- Vangt trillingen op met speciale drukzintuigjes in de huid

Slide 31 - Tekstslide

Welk deel van de hersenen zorgt dat je spieren op de juiste manier bewegen?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 32 - Quizvraag

Als je goed leert voor een toets, gebruik je je...
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen

Slide 33 - Quizvraag

Als je de dag voor de toets pas begint met leren gebruik je je...
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen

Slide 34 - Quizvraag

Waar of niet? Alle dieren hebben hersenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag

Aan het werk
Hoofdstuk 3 waarnemen
Paragraaf 3.6 hersenen
  • Maak opdracht 3 t/m 14
  • overslaan 6
  • werk op fluistertoon
Klaar?
Maak alvast een samenvatting van deze paragraaf!
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Aan het werk
Weektaak:
Lezen 3.6 +
Maken opdracht 2 tot en met 14
overslaan: 6

+ Oefentoets/Test Jezelf. 
+ begrippenlijst aanvullen. 

Slide 37 - Tekstslide