Klas 2BK1 Lesweek 29 - Les 2

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui und dein Laptop (is dicht)

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Kapitel 8: Aussehen
Achtung:
Handy in je tas.
Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft und dein Etui und dein Laptop (is dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Was machst du Heute?
• Wortschatz  
• Grammatik
• Hausaufgaben machen
• Unterricht abschließen

Slide 3 - Tekstslide

Was lernst du Heute?




  • Du weißt wie gut du die Wörter die mit Kleidung zu tun haben, schon kennst.
  • Je leert de regels over het bezittelijk voornaamwoord kennen en je kunt ze gebruiken.














Slide 4 - Tekstslide

wichtig! (belangrijk!)
Toets Kapitel 7
Herkansen toetsonderdeel




Lurdes, Giovanny, Dean en Indy
Woensdag 12 april -> na schooltijd
Donderdag 13 april -> 13.30 uur in lokaal 1.03

Slide 5 - Tekstslide

Was weißt du schon? 
Lernliste N - D / 3 woorden per persoon

Goed geleerd? Haribo!
Niet goed genoeg geleerd? 

Na schooltijd de Lernliste N - D 3 keer (netjes) overschrijven
Inleveren bij mij in lokaal 1.05.

Slide 6 - Tekstslide

Laptop starten
Doe mee!
Ga naar LessonUp.app 
en voer de code in

Je hebt 2 minuten de tijd
Gebruik je eigen voornaam.
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Eintrittskarte 
Was weißt du noch von ein- und kein-

Einloggen mit der Link auf der nächste Seite
Beantworte die Fragen. 
Du bist leise.

Slide 8 - Tekstslide

(een) Ich habe ___________ Schwester
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 9 - Quizvraag

(geen) Das ist ____________ T-Shirt.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 10 - Quizvraag

(een) Das ist ____________ Hund.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 11 - Quizvraag

(geen) Ich habe ____________ Schuhe.
A
ein
B
eine
C
kein
D
keine

Slide 12 - Quizvraag

ein / eine + kein / keine
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
das Kind
die Haustiere
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Haustiere
extra e
extra e

Slide 13 - Tekstslide

Ik ken de regels van ein- en kein-
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

 het bezittelijk voornwoord
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

het bezittelijk voornaamwoord

Vandaag ga je het bezittelijk voornaamwoord in het Duits leren.
Maar wat is eigenlijk het bezittelijk voornaamwoord?
Kijk naar het volgende uitlegfilmpje.
  

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

het bezittelijk voornaamwoord.
Wat is dat ook alweer?
Dat is mijn tas.
Blijf van onze spullen af.

Belangrijk of onbelangrijk?

Slide 18 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord.
Dat is ik tas.
Blijf van wij spullen af.

Is dat jij fiets?
Welke boeken is van zij?

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Hoe heet jouw oma?
A
Hoe
B
heet
C
jouw
D
oma

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Haar moeder heet Agnes
A
haar
B
moeder
C
heet
D
Agnes

Slide 21 - Quizvraag

het bezittelijk voornaamwoord


 De persoon is  de eigenaar van het voorwerp: 

mijn fiets

haar tekening

hun huis

jouw broer

zijn auto

Slide 22 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Teken een tabel met drie kolommen in je schrift.
In de eerste kolom schrijf je de Nederlandse persoonlijke voornaamwoorden.

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
u

Slide 24 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Schrijf nu de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden in de tweede tabel.
ik
jij
hij
zij
het
Dat is mijn auto
jouw

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf in je schrift
Schrijf nu de Duitse bezittelijke voornaamwoorden 
in de derde tabel. (Seite 76)
ik
jij
hij
zij
het
Dat is mijn auto
jouw
Das ist mein Auto.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Schrijf in je schrift
STAPPENPLAN
1. Vertaal het bezittelijk voornaamwoord naar het Duits.
2. Kijk of het zelfstandige naamwoord
een der, die of das woord is.
3. Bepaal of er wel of geen uitgang “e” komt.

Slide 28 - Tekstslide

Ik begrijp de regels van het bezittelijk voornaamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Was ist (jouw) Name (m)?
A
sein
B
mein
C
dein
D
Ihr

Slide 30 - Quizvraag

(mijn) Hobby (o) ist Handball.
A
Meine
B
Mein
C
Deine
D
Dein

Slide 31 - Quizvraag

Das sind (onze) Eltern (mv).
A
meine
B
dein
C
ihr
D
unsere

Slide 32 - Quizvraag

(jullie) Auto (o) ist sehr schön.
A
unser
B
euere
C
unsere
D
euer

Slide 33 - Quizvraag

(onze) Klassenlehrer (m) heißt Meier.
A
Ihr
B
Ihre
C
Unser
D
Euere

Slide 34 - Quizvraag

Maaike ist (haar) Freundin (v).
A
meine
B
ihr
C
ihre
D
euere

Slide 35 - Quizvraag

(uw) Handy (o) klingelt, Frau Schmidt!
A
Dein
B
Ihr
C
Sein
D
Unser

Slide 36 - Quizvraag

Das ist (mijn) Fahrrad (o).
A
meine
B
deine
C
mein
D
sein

Slide 37 - Quizvraag

Ik begrijp de regels van het bezittelijk voornaamwoord
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll

Uitleg via LessonUp vind ik......

Slide 39 - Woordweb

Hausaufgaben machen
BK 
Machen:
Seite 77 -> Aufgabe 20, 21, 22

Lernen:
Seite 76 -> Bezittelijk voornaamwoord

Volgende week:
Heeeeeel veel Huiswerk nakijken.

timer
5:00

Slide 40 - Tekstslide

Hausaufgaben
Huiswerk nakijken.
Je gebruikt een andere kleur pen.
De antwoorden komen op het bord.
Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.
Klaar? Dan kun je beginnen met je huiswerk van volgende week.
Gaat de wekker? Dan mag je je spullen opruimen.

timer
5:00

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide