5.1 sporten: een sport kiezen

5.1 Een sport kiezen

Absenties en hw
Herhalen bs 
nieuwe Basisstof 
afsluiten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.1 Een sport kiezen

Absenties en hw
Herhalen bs 
nieuwe Basisstof 
afsluiten

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
  • Je kent de redenen waarom mensen sporten
  • Je kunt individuele en teamsporten onderscheiden.
  • Je kent lichamelijke eigenschappen en karaktereigenschappen die belangrijk zijn bij het kiezen van een sport.
  • Je kunt verschillende redenen noemen die een rol spelen bij het maken van keuzen.

Slide 2 - Tekstslide

timer
3:00
maak een woordweb met zoveel mogelijk sporten

Slide 3 - Woordweb

5.1 Een sport kiezen
Redenen om te sporten:
- ontspanning
- gezelligheid
- gezondheid
- werk (profsporters)
Bij sporten lever je een lichamelijke inspanning. Je gebruikt je lichaam intensief.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

4.1 Een sport kiezen
Er zijn verschillende soorten sport:
- individuele sport : deze sporten kan je in je eentje doen
- teamsport : bij deze sporten moet je samenwerken

tactiek
manier waarop je te werk gaat die ervoor kan zorgen dat je wint

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

4.1 Een sport kiezen
Als je een wedstrijd speelt, spreek je spelregels af. (eerlijkheid)
Zonder spelregels loopt een wedstrijd al snel uit de hand.

Als je na schooltijd met vrienden sport, kan je spelregels afspreken. Bij een club zijn vaste regels waar je je aan moet houden.

Slide 8 - Tekstslide

Een sport kiezen
Welke sport kies jij?
Meestal kies je voor een sport die bij je past en wat je waardevol (belangrijk) vindt.

Hierbij kan je letten op:
- lichamelijke eigenschappen: lengte, gewicht, uithoudingsvermogen, lenigheid en spierkracht
- karaktereigenschappen: doorzettingsvermogen, concentratie, geduld en nauwkeurigheid


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Veel mensen sporten om te ontspannen.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 12 - Quizvraag

Tijdens het sporten gaat je hart langzamer/sneller kloppen.
A
Langzamer
B
Sneller

Slide 13 - Quizvraag

Als je gaat sporten, wat gebeurt er dan?
A
Je ademhaling gaat omhoog
B
Je hartslag gaat omhoog
C
Je krijgt het warmer
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 14 - Quizvraag

Waarom is sporten goed voor je spieren
A
Omdat het je spieren sterker maakt
B
Omdat je spieren het goed warm maakt
C
Dat je slaper worden
D
Omdat je spieren pijn doen

Slide 15 - Quizvraag

Welke soorten van inspanning bij sporten zijn er?
A
geestelijke
B
lichamelijke
C
geestelijke en lichamelijke
D
geen van allen zijn goed (A,BC)

Slide 16 - Quizvraag

Voorbeeld van een individuele sport
A
100 m sprint (atletiek)
B
voetballen
C
zwemestafette
D
waterpolo

Slide 17 - Quizvraag

Welke lichamelijke eigenschap is belangrijk bij basketbal
A
uithoudingsvermogen
B
doorzettingsvermogen
C
goede tactiek van het team
D
het opvolgen van aanwijzingen van de trainer

Slide 18 - Quizvraag

Redenen om te sporten kunnen zijn
(kies het beste antwoord)
A
plezier
B
ontspanning
C
gezondheid
D
A, B en C

Slide 19 - Quizvraag

Sport is niet leuk
want je wordt er alleen maar moe van.

Wat is ' je wordt er alleen maar moe van'
A
een argument
B
een mening

Slide 20 - Quizvraag

Ik vind sporten gewoon waardevol...
Wat wordt hiermee bedoeld?
A
sporten is gezond
B
sporten is gezellig
C
sporten is sociaal
D
sporten is belangrijk

Slide 21 - Quizvraag


Frankie zegt: Wij (Ajax) zijn de beste club van Nederland
Matthijs zegt: Want wij hebben de beste verdediging

Beide spelers deden het heel goed in het seizoen: 2018-2019
A
Frankie: mening Matthijs: mening
B
Frankie:argument Matthijs: argument
C
Frankie:argument Matthijs: mening
D
Frankie:mening Matthijs: argument

Slide 22 - Quizvraag

Een mening is iets wat je vindt.
De redenen waarom je iets vindt, noem je argumenten
A
1 waar 2 nietwaar
B
1 nietwaar 2 waar
C
beide waar
D
beide nietwaar

Slide 23 - Quizvraag

Dit weet je nu
1. Je weet en kunt uitleggen wat redenen zijn voor mensen om te sporten.
    Je kunt voorbeelden noemen.
2. Je weet en kunt uitleggen wat het verschil is tussen een individuele- en een teamsport
    Je kunt voorbeelden noemen.
3. Je weet en kunt uitleggen wat tactiek is en hoe je sportief samen sport
4. Je weet en kunt uitleggen wat lichamelijke eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen van een sport. 
5. Je weet en kunt uitleggen wat karakter eigenschappen zijn die belangrijk zijn bij het kiezen
     van een sport. 
6. Je weet en kunt uitleggen welke organenstelsels samenwerken bij het sporten

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

VRAGEN??

Slide 26 - Tekstslide

zelf aan de slag
4.1 Een sport kiezen: lees de tekst en maak de opdrachten:

KADER= 5.1 opdracht 1 t/m 5 maken
BASIS=5.1  opdracht 1,3,4,6,7


Klaar? NAKIJKEN 

Slide 27 - Tekstslide