Samenvatting H11 en herhaling

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1: magneten
permanente magneten
magneetkracht
veldlijnen
reedcontact

Slide 2 - Tekstslide

Hoe heten de uiteinden
van een magneet?
A
Plus en Min
B
Noordpool en Zuidpool
C
Rood en Wit
D
Alle 3 zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Welke uitspraken over een
magneet zijn juist?
A
Gelijk polen trekken elkaar aan.
B
Ongelijke polen stoten elkaar af.
C
Ongelijke polen trekken elkaar aan.
D
Geen van deze is juist.

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet een reedcontact als je er een magneet bij houdt?
A
Licht geven.
B
De magneet aantrekken.
C
Zorgen voor een gesloten stroomking.
D
Geluid geven.

Slide 5 - Quizvraag

Paragraaf 2: Elektromagneten
Elektromagneet
Spoel, elektrische stroom, ijzeren kern
Relais en Luidspreker

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een eigenschap
van een elektromagneet?

Je kunt een elektromagneet...
A
Aan- en uitzetten;
B
Noord- en zuidpool snel omwisselen;
C
sterker of minder sterk maken;
D
Alle drie deze eigenschappen

Slide 7 - Quizvraag

Er zijn 3 manieren om een elektromagneet sterker maken.
Welke hoort er NIET bij?
A
Een spoel met dikker koperdraad
B
Een spoel met meer windingen
C
Grotere stroomsterkte door de spoel
D
Een ijzeren kern in de spoel

Slide 8 - Quizvraag

Welk blokschema past
bij een relais?
A
B
C
Geen van deze
D
Ze passen allebei

Slide 9 - Quizvraag

Welk blokschema past
bij een luidspreker?
A
B
C
Geen van deze
D
Ze passen allebei

Slide 10 - Quizvraag

Paragraaf 3: Inductie
Magneet, spoel en beweging
Dynamo / generator
Luidspreker

Slide 11 - Tekstslide

Bij inductie ontstaat stroom met
een magneet een spoel en beweging.
Hoe zit het met de beweging?
A
De spoel beweegt wel, de magneet niet
B
De magneet beweegt , de spoel niet
C
De magneet en de spoel staan allebei stil
D
De magneet beweegt of de spoel beweegt.

Slide 12 - Quizvraag

Welk blokschema past
bij een microfoon?
A
B
C
Geen van deze
D
Ze passen allebei

Slide 13 - Quizvraag

Welk blokschema past
bij een generator?
A
B
C
Geen van deze
D
Ze passen allebei

Slide 14 - Quizvraag

Paragraaf 4: Spanningsbronnen
Gelijkspanning en Wisselspanning
Diode, Condensator

Slide 15 - Tekstslide

Welke zijn spanningsbronnen
met wisselspanning?
A
Windmolen Generator
B
Zonnepaneel Windmolen
C
Powerbank Zonnepaneel
D
Generator Powerbank

Slide 16 - Quizvraag

Welke zijn spanningsbronnen
met gelijkpanning?
A
Accu Dynamo
B
Windmolen Zonnepaneel
C
Powerbank Generator
D
Powerbank Zonnepaneel

Slide 17 - Quizvraag

Paragraaf 5: Transformator

Slide 18 - Tekstslide

Wat herken je de primaire spoel van de transformator?
A
Dat is de linker spoel
B
Dat is de rechter spoel
C
Die is aangesloten op de spanningsbron
D
Dat is de spoel met de meeste windingen

Slide 19 - Quizvraag

Welke spanningsbron gebruik je bij een transformator?
A
gelijkspannig
B
wisselspanning
C
wissel- en gelijk-kunnen allebei
D
wissel- en gelijk- kunnen allebei niet

Slide 20 - Quizvraag


Een transformator heeft twee spoelen en een ijzeren kern.
Waarom is de kern van ijzer?
A
ijzer geleidt elektriciteit
B
ijzer geleidt warmte
C
ijzer kan magnetisch zijn
D
ijzer is zwaar

Slide 21 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding.
Wat is hier de transformatorverhouding?
Up = 100 V
A
5
B
20
C
100
D
10000

Slide 22 - Quizvraag


De transformatorverhouding is 5.
Hoe groot is
de secundaire spanning?
Up = 100 V
A
5 V
B
20 V
C
100 V
D
500 V

Slide 23 - Quizvraag


Het vermogen P bereken je met
P = U × I
Welke uitspraak is juist?

A
Secundair U = 0,2 A
B
Secundair U = 5 V
C
Secundair U = 230 V
D
Secundair U is onbekend

Slide 24 - Quizvraag


Het vermogen secundair P = U × I
Ps = 5 × 0,2 = 1 W 
Welke uitspraak is juist voor een ideale transformator?

A
Primaire vermogen is kleiner dan 1 W
B
Primaire vermogen is gelijk aan 1 W
C
Primaire vermogen is groter dan 1 W
D
Dat kun je niet weten

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide