Witches Roald Dahl

Roald Dahl
Literature
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Roald Dahl
Literature

Slide 1 - Tekstslide

Literatuur:
wat is dat?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Iceberg

Slide 4 - Woordweb

What is a protagonist?

Slide 5 - Open vraag

What is an antagonist?

Slide 6 - Open vraag

Author (auteur)
- Waarom is het belangrijk om te weten wie de auteur is?
- Maakt het uit voor een verhaal of diegene man of vrouw is?
- Waarom is het belangrijk om te weten wanneer de auteur leefde?

Slide 7 - Tekstslide

Watch the video
Dit liedje gaat over 'strange fruit', 'hanging from the trees'. De zangeres is Billie Holiday (1915-1959), een zwarte Amerikaanse zangeres. Weet je van te voren waar het over kan gaan?

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3. During World War 2, Roald Dahl was
A
a marine officer
B
a soldier
C
a fighter pilot
D
a medical officer

Slide 12 - Quizvraag

2. At Roald's school, a chocolate maker used to taste-test new products. This inspired Dahl to write:
A
Matilda
B
Charlie and the chocolate factory
C
James and the giant peach.
D
The magic finger.

Slide 13 - Quizvraag

witches/witchcraft

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

What have you learned about witches from the videos?

Slide 17 - Open vraag

What is the 'context' of a story? Waar denk je aan?

Slide 18 - Open vraag

Homework
1. Look up what 'anti-semitic' (anti-semitisch) betekent. 
2. Look up what 'a misogynist' is. 

Slide 19 - Tekstslide

Chapter 1. Witches
Q1. De verteller noemt meerdere voorbeelden van wie er heks zouden kunnen zijn. Noem er drie.
Q2. Bij heksen denk je aan...?
Q3. Hoe kun je heksen herkennen volgens de verteller?
Q4. Welke hoofdpersonen worden er geïntroduceerd in Chapter 1-3?

Slide 20 - Tekstslide

Questions Chapter 1-3
1. Waar kun je heksen aan herkennen, volgens Grandmother? Noem 4 kenmerken. Citeer uit de tekst. "Witches have no toes". 
2. Gelooft de hoofdpersoon zijn oma meteen?

4. Hoe wordt de meest machtige heks genoemd, volgens de oma?
5. De hoofdpersoon beschrijft een ontmoeting met een heks. Hoe gaat dit?

Slide 21 - Tekstslide

Welcome! 
1. Grab a pen, a book and your notebook. 
2. Discuss the following questions with your classmates in English:
-> Who are the main characters of the story?
-> How can you recognise a witch?
-> Which differences between the film and the book have you spotted last lesson?

Slide 22 - Tekstslide

Please start reading Chapter 'Frizzled like a Fritter'

-> What happens in this chapter?
-> the grand high witch has a strong accent. Cite from the text where this is noticeable (waar je dit kunt lezen). 

Slide 23 - Tekstslide