dagstart groep 8 27-1

Ik weet de waarde van de Romeinse cijfers.
Ik oefen het schrijven van woorden met een koppelteken.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ik weet de waarde van de Romeinse cijfers.
Ik oefen het schrijven van woorden met een koppelteken.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe schrijf je honderd in Romeinse cijfers?
A
I
B
X
C
C
D
D

Slide 2 - Quizvraag

Hoe schrijf je het getal 40?
A
XXXX
B
XL
C
LX
D
XC

Slide 3 - Quizvraag

Hoe schrijf je in Romeinse cijfers
het getal 86?
A
XXXCIV
B
LXXXIV
C
LXXIL
D
LXXXVI

Slide 4 - Quizvraag

Hoe schrijf je het getal 26?
A
XXVI
B
XXVI
C
IVXXX
D
VXL

Slide 5 - Quizvraag

Hoe schrijf je het getal 2021
A
MMXX
B
MMCCI
C
MMXXI
D
DDCCI

Slide 6 - Quizvraag

Romeinse cijfers
Les op: niet meer dan drie symbolen achter elkaar, dus XXXX is geen 40, dit schrijf je als XL (50-10).
Als een kleiner symbool voor een groter symbool staat, haal je het cijfer eraf, dus IX is 10-1,
XI is 10 +1

Slide 7 - Tekstslide

Je zet een koppelteken als je in een samengesteld woord twee klinkers samen verkeerd kunt lezen.

bijvoorbeeld: naapen, dus na-apen

Slide 8 - Tekstslide

woorden met koppelteken

Slide 9 - Woordweb

Schrijf het woord zeeegel met koppelteken.

Slide 10 - Open vraag

Schrijf het woord zoeven met koppelteken.

Slide 11 - Open vraag

Schrijf het woord televisieuitzending met koppelteken

Slide 12 - Open vraag

Laatste vraag:
Schrijf het woord autoinbraak met een koppelteken.

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide