Woche 14 - 8mh

Willkommen bei Deutsch! Woche 14 - Stunde 1
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kannst kannst du die Wörterlisten A & G übersetzen und benutzen.
  • kannst du Fragen über einen Film beantworten.



10 min - Wörterlisten A & G wiederholen
15 min - Film sehen
25 min - Verben (werkwoorden)
5 min - Hausaufgaben & Abschließen (afsluiten)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Willkommen bei Deutsch! Woche 14 - Stunde 1
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kannst kannst du die Wörterlisten A & G übersetzen und benutzen.
  • kannst du Fragen über einen Film beantworten.



10 min - Wörterlisten A & G wiederholen
15 min - Film sehen
25 min - Verben (werkwoorden)
5 min - Hausaufgaben & Abschließen (afsluiten)

Slide 1 - Tekstslide

Seite 114

Slide 2 - Tekstslide

Seite 115
aard

Slide 3 - Tekstslide

Film: Deutschlands bestes Fastfood, Seite 102

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 28: Sehen
1 Döner
2 Türkei
3 Fleisch/Soße/Brot
4 unkompliziert, einfach, besser, wertschätzen, richtig, gut, lecker

Aufgabe 28, Film: Deutschlands bestes Fastfood, Seite 102

Slide 5 - Tekstslide

die Pommes
das Sauerkraut
der Pfannkuchen

Slide 6 - Sleepvraag

Der Zucker
Der Kuchen
Das Obst
Der Käse

Slide 7 - Sleepvraag

Lernen für die SO vom 20. Dezember
SO Kapitel 3:




- Woordenlijst A (p.114), Duits-NL & NL-Duits
- Woordenlijst G (p.115), Duits-NL & NL-Duits


Slide 8 - Tekstslide

FLITSKAARTEN (= FLASHCARDS)
Je begint met het schrijven van de FLITSKAARTEN (= FLASHCARDS)

Aan de voorkant schrijf je een vraag, woord of definitie.
Aan de achterkant schrijf je het antwoord, vertaling of betekenis.

Slide 9 - Tekstslide

Willkommen bei Deutsch! Woche 14 - Stunde 2
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kun je werkwoorden met stam op -s, - ss, -z und - ß
       correct gebruiken.
  • kun je ein, eine en keine gebruiken.

15 Min. - Werkwoorden, S.92/93, A.13
25 Min. - ein, eine of keine, S.98/99, A.21 - 22
10 Min. -  Abschließen (afsluiten)

Slide 10 - Tekstslide

Seite 106, Aufgabe 35 - Lesen

Slide 11 - Tekstslide

Seite 106, Aufgabe 35 - Lesen

Aufgabe 35: Lesen
1 B
2 A
3 B
4 A
5 Voorbeeldantwoord: Eigenlijk geen van beiden, omdat ik vegetariër ben.

Slide 12 - Tekstslide

Seite 92, Aufgabe 12

Slide 13 - Tekstslide

Seite 98

Slide 14 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Seite 127, Aufgabe 8, 9, 10

gestern - gisteren
heute - vandaag
morgen - morgen
übermorgen - overmorgen

Fertig (klaar)? Seite 180, Aufgabe 1, Seite 181, Aufgabe 2

timer
15:00

Slide 15 - Tekstslide

Seite 127, 
Aufgabe 8: (k)ein/(k)eine
1 eine
2 keine
3 eine
4 eine
5 eine
6 ein
7 kein
8 eine
9 kein
10 keine


Slide 16 - Tekstslide

Seite 127, Aufgabe 9: Woorden
1 Suppe essen wir mit einem Löffel.
2 Die Kinder naschen Schokolade.
3 Sein Lieblingsessen ist Pizza.
4 Unser Lehrer trinkt gerne Orangensaft.
5 Magst du Obst? Ja, ich esse gerne Birnen.
6 Bestellst du auch Fleisch? Ja, ich kaufe Schinken.
7 Die Milch ist nicht mehr gut; sie ist sauer.
8 Ich bestelle eine Tasse Kaffee.


Slide 17 - Tekstslide

Seite 127, Aufgabe 10: Woorden
1 Sonntag
2 Donnerstag
3 Samstag, Sonntag
4 Mittwoch
5 eigen antwoord
6 eigen antwoord

Slide 18 - Tekstslide

Selbständig arbeiten
Seite 180, Aufgabe 1
Seite 181, Aufgabe 2




Fertig (klaar)? Seite 181, Aufgabe 1
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Seite 180, Aufgabe 1

Slide 20 - Tekstslide

Seite 182, Aufgabe 2
Antworten

Slide 21 - Tekstslide

Lernen für die SO vom 20. Dezember
SO Kapitel 3:




- Woordenlijst A (p.114), Duits-NL & NL-Duits
- Woordenlijst G (p.115), Duits-NL & NL-Duits


Slide 22 - Tekstslide

Die Hausaufgaben 
  • Lerne die Wörterliste A & G (S.114 & 115)

Slide 23 - Tekstslide

Willkommen bei Deutsch! Woche 13 - Stunde 3
Die Lernziele
Am Ende der Stunde...
  • kun je ein, eine, kein en keine gebruiken.
  • kannst du die Wochentage,  benennen.

10 Min. - ein, eine of keine, S.98/99, A.21 - 22
15 Min. - Wörterliste G, S.115
15 Min. - Wochentage
10 Min. -  Abschließen (afsluiten)

Slide 24 - Tekstslide

Seite 98

Slide 25 - Tekstslide

Was hast du gelernt?

Slide 26 - Tekstslide

Die Hausaufgaben 
Für Donnerstag 14. Dezember:
  • S.93 - Aufgabe 13 A
  • Lerne die Wörterliste A & die Grammatikregeln (S.92 & 98)

Slide 27 - Tekstslide

Die Hausaufgaben 

Slide 28 - Tekstslide

Lesen: Seite 58, 13

Weihnachtstraditionen

Slide 29 - Tekstslide

Lesen: Seite 58, 13

Weihnachtstraditionen

Slide 30 - Tekstslide

Lesen: Seite 58, 13

A
1 In de week voor de 1e advent.
2 De bergmensen verlangden naar daglicht, dat ze vooral in de wintermaanden wekenlang misten.
3 die Bescherung
4 Voorbeeldantwoord:
- we gaan allemaal naar opa en oma
- we gaan altijd skiën

Slide 31 - Tekstslide

Lesen: Seite 58, 13

B
1 Kersttradities
2 Kerstfeest
3 woning/huis
4 gebruiken/tradities
5 het feestmaal
6 Kerstavond
7 familiebezoeken
8 de lichtjesboog/trappetje/luchtboog
9 de cadeau’s
10 de kerstboom

Slide 32 - Tekstslide