Katoen + Delen katoenplant

De katoenplant.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De katoenplant.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1) We gaan kijken wat is katoen.
2) we gaan een werkblaadje maken
3) We vullen onze cursus aan 
4) de afsluiter .....

Slide 2 - Tekstslide

Wat moet ik aan het einde van de les kennen?


- Ik weet wat katoen is.
- Ik weet dat katoen behoort tot de plantaardige vezels.
- Ik kan de verschillende delen van de katoenplant.
- Ik weet welk klimaat  de katoenplant nodig heeft om te groeien.

Slide 3 - Tekstslide

Katoen

Slide 4 - Woordweb

Werkblaadje: De katoenplant
- Jullie krijgen een blad met 4 foto's op.
- Op het blad staan 4 woorden: 
                        de zaaddozen
                        katoenpluis met zaden
                         de katoenplant
                         de zaadlob
- Schrijf het juiste woord onder elke foto.



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

de katoenplant

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

de zaadlob

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

de zaaddozen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Katoenpluis met zaden

Slide 13 - Tekstslide

pagina 45
Zoals voedingsmiddelen kan men vezels – waarvan men stof maakt – indelen naargelang de herkomst. Men kent vezels die men maakt van onderdelen van planten.
Deze vezels noemt men PLANTAARDIGE VEZELS.
Hieronder zie je een indeling staan van de natuurlijke vezels, ook katoen hoort erbij.
OPDRACHT: Trek een cirkel rond katoen.

Slide 14 - Tekstslide

pagina 46

Katoen groeit aan een  katoenplant .
De gekweekte planten zijn vaak niet hoger dan een  60 cm tot 4 meter. Dit is handig voor de pluk.

Slide 15 - Tekstslide

pagina 46
De katoenplanten bloeien elk jaar. Als de bloemen uitgebloeid zijn, komen er vruchten aan de plant. Als de vruchten rijp zijn, gaan de zaadlobben open Het lijkt
net op wattenbolletje

Slide 16 - Tekstslide

pagina 46
Deze wattenbolletjes noemen we de zaaddoos. In de pluis
zitten de zaden. Meestal worden katoenpluizen machinaal geoogst. Van de pluizen wordt later katoen gemaakt.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

pagina 46
Katoen vereist een warm en vochtig klimaat en kan dus het best groeien in tropische en subtropische streken. De voornaamste katoen producerende landen zijn:
USA, Rusland, China, Japan, Egypte, India, Mexico,                             Zuid -Amerika, Brazilië, Peru, Kongo.

Slide 19 - Tekstslide

pagina 46
Wat is katoen?

Katoen is het zaadpluis dat men aantreft op de rijpe, bolvormige vruchten van de katoenplant.

Slide 20 - Tekstslide

Deelnemen aan LessonUp
- Typ lessonup in .
- Ik ben leerling.
- Code invoeren
of
- scan QR-code.


Slide 21 - Tekstslide

Welke vezel heeft katoen?
A
minerale vezel
B
plantaardige vezel
C
dierlijke vezel
D
geen vezel

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat is dit ?
A
de zaadlob
B
de katoenplant
C
de zaaddoos
D
pluis met zaden

Slide 24 - Quizvraag

Waar wordt katoen geteeld
A
Peru
B
Nederland
C
Antartica
D
Ierland

Slide 25 - Quizvraag