7.2 Zure oplossingen en pH + 7.3 basen sterk en zwak

7.2 Zure oplossingen en pH
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

7.2 Zure oplossingen en pH

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Vragen huiswerk?
  • Opfrissen stof vorige les
  • Uitleg 7.2 deel 2: pH berekenen
  • Foutje boek blz: 19 + 20
  • Bekijken vb-opgave 1, 2 en 3
  • Maken: 14-19
  • Uitleg 7.3 deel 1: basen sterk en zwak
  • Fouten boek blz. 24
  • Maken 20, 22, 26 en 29

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de pH berekenen uit de [H+] en omgekeerd van sterke en zwakke zuren. 
  2. Je kent de significantieregels bij berekeningen met pH

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de correcte notatie?
A
HCl
B
H+ + Cl-

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de correcte notatie?
A
H2SO4
B
2 H+ + (SO4)2-

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de correcte notatie?
A
HF
B
H+ + F-

Slide 6 - Quizvraag

pH berekenen
pH berekenen:                        [.     ]             [      ] 

BINAS 38A 




pH=log(H+)
H+=10pH

Slide 7 - Tekstslide

Significantie bij pH
  • pH gaat om het aantal decimalen
  • [H+] gaat om het totaal aantal significante cijfers
  • aantal decimalen pH = aantal significante cijfers [conc]
  • vb: Bereken de conc H+ bij een opl. met pH=2,30

  • pH in 2 decimalen, dus 2 significante cijfers bij conc. 
10pH=102,30=5,0103M

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld sterk zuur
Je hebt een 0,10 M HCl-oplossing. Wat is de pH?
  1. Check of het een sterk of zwak zuur is
  2. Sterk? Is het eenwaardig of tweewaardig? Bepaal molverhouding
  3. Vul [H+] in formule
  4. Check significantie 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de pH van 4,0*10-3 M zwavelzuuroplossing?

Slide 10 - Open vraag

Voorbeeld zwak zuur
Wat is de pH van een 0,10 M azijnzuuroplossing waarin 4,1% van de azijnzuurmoleculen is gesplitst in ionen?
  1. Check of het een sterk of zwak zuur is
  2. Zwak? Bereken M van H+ mbv % 
  3. Vul [H+] in formule
  4. Check significantie 

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de pH van een 0,15 M oxaalzuuroplossing waarin 31% is gesplitst in ionen?

Slide 12 - Open vraag

Deze les
  • Vragen huiswerk?
  • Opfrissen stof vorige les
  • Uitleg 7.2 deel 2: pH berekenen
  • Foutje boek blz: 19 + 20
  • Bekijken vb-opgave 1, 2 en 3
  • Maken: 14-19
  • Uitleg 7.3 deel 1: basen sterk en zwak
  • Fouten boek blz. 24
  • Maken 20, 22, 26 en 29

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je leert wat de werking van basen is
  2. Je leert dat er zwakke en sterke basen zijn en wat het verschil is tussen deze 2

Slide 14 - Tekstslide

Basen
  • Basen lijken op zouten: in oplossing splitsen in ionen 
  • Basen kunnen een H+ deeltje opnemen
  • Kenmerkende deeltje is OH-
  • Voorbeeld: natriumhydroxide (in oplossing heet het natronloog)
NaOH (s) --> Na+ (aq) + OH- (aq)

Slide 15 - Tekstslide

Sterke basen
  • Sommige basen noemen we sterk
  • splitsen volledig op in ionen (alle moleculen) en reageren direct met water (aflopende reactie)
  • VB: natriumhydroxide
  • Oplossing van ionen van sterke base bestaat niet: het reageert direct met water. 
Na2O + H2O --> 2 Na+ + 2 OH-
BINAS 49
Uitzondering: zouten met OH- erin!! 

Slide 16 - Tekstslide

Zwakke basen
  • Sommige basen noemen we zwak
  • splitsen gedeeltelijk in ionen --> evenwichtsreactie 

  • vb: ammoniak, natriumcarbonaat
  • Notatie afhankelijk van de fase van de stof (vast of opl.)
Na2CO3 (s) + H2O <-> 2 Na+ + HCO3- + OH-
CO32- (aq) + H2O <-> HCO3- + OH-


Slide 17 - Tekstslide

Bijzondere deeltjes
  • Sommige deeltjes zijn zuur en base
  • vb: HCrO4-, HCO3-
  • De andere deeltjes bepalen dan of het zich gedraagt als zuur of als base. 

  • Sommige stoffen vallen uit elkaar als ze ontstaan
  • H2CO3 en H2SO3 (zie binas!)

Slide 18 - Tekstslide

Deze les
  • Vragen huiswerk?
  • Opfrissen stof vorige les
  • Uitleg 7.2 deel 2: pH berekenen
  • Foutje boek blz: 19 + 20
  • Bekijken vb-opgave 1, 2 en 3
  • Maken: 14-19
  • Uitleg 7.3 deel 1: basen sterk en zwak
  • Fouten boek blz. 24
  • Maken 20, 22, 26 en 29

Als je wilt: maak thuis een diagnostische toets over §1 en 2. Ik kijk die voor je na zodat je weet of je het goed doet. 
Uiterlijke inleverdatum: volgende week vrijdag. 

Slide 19 - Tekstslide