Europees recht - les 1- 2022/2023

Europees recht
deel 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Europees recht
deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
9:00 uur - 9:30 uur        | Bespreking pleidooi
9:30 uur - 10:30 uur      | Ontstaan, kenmerken EU, organisatie, taken en
                                                 bevoegdheden EU
10:30 uur - 10:45 uur    | Pauze
10:45 uur - 11:15 uur      | Opdracht
11:15 uur - 11:30 uur       | Pauze
11:30 uur - 12:15 uur      | Nieuwe/problematische leden v.d. EU

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eisen pleidooi
Zie mail donderdag 8 december 2022!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Noem een aantal belangrijke waarden (kernwaarden) van de EU?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kernwaarden EU
De Europese Unie is gegrondvest op zes kernwaarden die de basis van onze samenleving vormen, art. 2 VEU :
  • Respect voor de waardigheid van mensen.
  • Vrijheid.
  • Democratie.
  • Gelijkheid.
  • De rechtsstaat.
  • Respect voor mensenrechten, inclusief die van minderheden.

Slide 6 - Tekstslide

https://www.amnesty.nl/encyclopedie/menselijke-waardigheid-en-mensenrechten

Zoek via amnesty.nl op wat 'menselijke waardigheid' is.

Slide 7 - Open vraag

https://www.amnesty.nl/encyclopedie/menselijke-waardigheid-en-mensenrechten
Zoek op:
art. 3 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) (doelstellingen van de Europese Unie)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelstellingen EU, art.3 VEU 
  • Vrede, waarden en welzijn (verkleinen welvaartsverschillen + stijging welvaart = vrede)
  • Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen
  • Interne markt: één binnenmarkt; voorbeeld: maximumtarieven mobiel bellen etc. in buitenland per 15 juni 2019 gelijk aan nationale kosten
  • Economische en Monetaire Unie (EMU): handelaren hebben baat bij vaste wisselkoersen; economisch beleid moet gecoördineerd.
  • Bestrijding van sociale uitsluiting en discriminatie
  • Bevordering  van wetenschappelijke en technologische vooruitgang

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk artikel staat toegelicht op welke wijze die doelstellingen worden getracht te verwezenlijken?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Realiseren doelstellingen met inachtneming van de beginselen van de EU
  • Loyale samenwerking: art.4 lid 3 VEU: instellingen en lidstaten ondersteunen elkaar bij het bereiken van de EU-doelen.
  • Bevoegdheidstoekenning: art. 5 lid 1 en 2 VEU; attributie
  • Subsidiariteit art. 5 lid 1 en 3 VEU; alleen als het niet beter in de lidstaten kan worden geregeld
  • Evenredigheid art. 5 lid1 en 4 VEU; wet mag niet verder gaan dan nodig om het doel te bereiken

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg in eigen woorden uit wat het subsidiairiteitsbeginsel betekent

Slide 12 - Open vraag

Het moet ervoor zorgen dat besluiten op een zo laag mogelijk niveau (dus zo dicht mogelijk bij de burger) worden genomen, tenzij dat niet kan (bijvoorbeeld landelijk, provinciaal of gemeentelijk).
De EU treedt dus alleen op als dat meer effect zou hebben dan een maatregel op een lager niveau.
Subsidiariteitsbeginsel

Slide 13 - Tekstslide

Dus op basis van die kiesakte heeft de Tweede Kamer geen invloed meer op bijv hoe gestemd kan worden of wanneer de verkiezingen plaatsvinden
Wat betekent de EU nu voor de individuele lidstaat?
  • Om deel te kunnen nemen aan de EU moeten de deelnemende landen een deel van hun soevereiniteit afstaan.
  • Voordeel: door in de EU samen te werken is deze een wereldspeler in de economie. 
  • Nadeel: ze mogen over bepaalde onderwerpen niet meer zelfstandig beslissingen nemen.
  • Ten aanzien van de onderwerpen waarop de lidstaten hun bevoegdheden hebben overgedragen aan de EU, is de EU een supranationale organisatie = meerderheid v.d. lidstaten beslist!
  • Voor wat betreft de overige onderwerpen waarbij de lidstaten dit niet hebben gedaan, is de EU een intergouvernementele organisatie = eenstemmigheid van lidstaten is vereist!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen supranationaal en intergouvernementeel als het gaat over bevoegdheden van een dergelijke organisatie?

Slide 15 - Open vraag

Een supranationale organisatie staat BOVEN de lidstaten en hebben de lidstaten bepaalde bevoegdheden aan die organisatie overgedragen. 

Een intergouvernementele organisatie is een organisatie met een verdrag dat bindend is voor lidstaten die daar uitdrukkelijk mee hebben ingestemd. 
Verdeling van bevoegdheden EU-lidstaten
(Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)
  • Exclusieve bevoegdheden voor regelgeving, art. 3 VwEU: lidstaten hebben hun bevoegdheden volledig overgeheveld naar het Europees niveau
  • Gedeelde bevoegdheden voor regelgeving, art. 4 VwEU: de lidstaten en de EU delen hun bevoegdheden (let op: subsidiariteitsbeginsel):
  • Ondersteunende/coördinerende bevoegdheden voor regelgeving, art. 6 VwEU: EU ondersteunt lidstaten in het maken van beleid, zodat het beleid beter op elkaar is afgestemd
  • Coördinerende bevoegdheden om het economisch beleid van de lidstaten op elkaar af te stemmen, art. 5 VwEU

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de EU regelgeving wil maken op het gebied van het gemeenschappelijk visserijbeleid, moet zij zich dan afvragen of dit niet beter door de lidstaten zelf geregeld zou kunnen worden?
A
Ja, want dit is een gedeelde bevoegdheid
B
Nee, want dit is een exclusieve bevoegdheid

Slide 17 - Quizvraag

art. 3 lid 1 sub d VwEU
Hoe zit het met regelgeving op het gebied van onderwijs. Welke bevoegdheid heeft de EU daar?
A
Exclusieve bevoegdheid van de EU
B
Gedeelde bevoegdheid
C
Ondersteunende bevoegdheid van de EU

Slide 18 - Quizvraag

art. 6 sub e VwEU
En hoe zit het met het energiebeleid?
A
Dit is een exclusieve bevoegdheid van de EU
B
Dit is een gedeelde bevoegdheid

Slide 19 - Quizvraag

Dat betekent dat lidstaten wetten mogen maken met betrekking tot energie, maar alleen als de EU zelf geen soortgelijke maatregelen treft. De EU en de lidstaten vullen elkaar dus aan op dit terrein.
Zou het thema energie, gezien de huidige crisis, niet ook een exclusieve bevoegdheid van de EU moeten zijn?
ja
nee

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 3 EU
  • Onderdeel 10: de toetredingsprocedure
  • Opdracht 14
  • Inleveren Its learning

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Polen-kwestie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

zouden Polen en Hongarije uit de EU moeten worden gezet?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Polen is dus opgelost (plus even belangrijk ivm de oorlog in Oekraine en de opvang van de vluchtelingen)
Liever kwijt dan rijk
Lees het nieuwsartikel in de volgende sheet.
Probeer argumenten vóór en tegen de deal te vinden. 
Schrijf ze op!
We gaan hierover discussiëren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies