Sociaal Netwerk week 9

Vak: Sociaal Netwerk (SOCNW)
Semester: 4 
Lesweek 9
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vak: Sociaal Netwerk (SOCNW)
Semester: 4 
Lesweek 9

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • AWR
  • Nabespreking van de toets. 




Slide 2 - Tekstslide

Herinnering
Even ter herinnering:
  1. Geen eten in de klas
  2. Drinken alleen in afsluitbare flesjes/pakjes
  3. Telefoon in de telefoonzak/locker/tas 

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
Ik spreek graag het volgende met jullie af


  • Op tijd aanwezig!
  • Ben je te laat: kom rustig de les binnen en loop na de les langs in verband met je AWR. Klopt je AWR niet dan is het jouw verantwoordelijkheid om dit kenbaar te maken. Ik pas je AWR ALLEEN aan als je op de lesdag zelf doorgeeft dat het niet klopt 
  • Laptop, notitieblok, pen/potlood mee
  • Licentie gekocht / boek mee
  • Actieve deelname in de les
  • Telefoon in de telefoonzak/locker/tas
  • Feedback aan docent? Graag MAAR: houd de feedbackregels in de gaten

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de definitie van eenzaamheid?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Link

Definitie  
“Eenzaamheid is je niet verbonden voelen. Je ervaart een gemis aan een hechte, emotionele band met anderen. Of je hebt minder contact met andere mensen dan je wenst. Eenzaamheid gaat gepaard met kenmerken als negatieve gevoelens van leegte, verdriet, angst en zinloosheid en met lichamelijke of psychische klachten. Eenzaamheidgevoelens kunnen invloed hebben op je gezondheid, welzijn en kwaliteit van leven.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je eenzaamheid herkennen? 
Lichamelijke signalen: verslechterde zelfzorg, vermoeidheid, hoofdpijn, verhoogde spierspanning,gebrek aan eetlust
Psychische signalen: negatief zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen, gevoelens van zinloosheid en uitzichtloosheid, gevoelens van verlatenheid, teleurstelling, verdriet, boosheid, verlies van vertrouwen in andere mensen.
Sociale signalen: weinig sociale contacten, missen van sociale steun, Gedragsmatige signalen, gebrek aan sociale vaardigheden, mensen op afstand houden, claimgedrag op zichzelf gericht zijn overmatig gebruik of verslaving. 



Slide 8 - Tekstslide

Gesprekstips


Slide 9 - Tekstslide

Benoem twee soorten van eenzaamheid?

Slide 10 - Open vraag

Sociale eenzaamheid:
Hierbij gaat het vooral om het ontbreken van contacten met mensen waarmee iemand bepaalde gemeenschappelijke kenmerken deelt, zoals vrienden, kennissen of collega’s.
Emotionele eenzaamheid:
Dit treedt op als iemand een hechte, intieme band mist met één andere persoon, meestal de levenspartner.



Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn de oorzaken van eenzaamheid?

Slide 12 - Open vraag

Oorzaken eenzaamheid
  • Verandering van relaties: Alleenstaand. Scheiding of verlies . Slechte relatie met je partner.
  • Omstandigheden: Geldproblemen. Mantelzorg. Pensionering. Pesten. Verhuizen. Werkloosheid. Woonomgeving
  • Persoonlijk: Autisme. Dementie. ‘Anders’ zijn. Gezondheidsklachten. Lichamelijke of verstandelijke beperking. Persoonlijke eigenschappen. Psychiatrische aandoening. 









  • Verwachtingen



Mobiliteitsproblemen
- Medische of psychiatrische behandelingen
- Angst voor contact met andere mensen
- Onvoldoende voorzieningen in de buurt
- Gebrek aan sociale vaardigheden

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van eenzaamheid?

Slide 14 - Open vraag

Gevolgen van eenzaamheid
  • Gezondheidsrisico's. 
  • Bedreigt kwaliteit van leven.
  • Minder meedoen in de samenleving.
  • Hoger risico op voortijdig overlijden.

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer is eenzaamheid een probleem?

Slide 16 - Open vraag

Wanneer is eenzaamheid een probleem?
  • Eenzaamheid is vooral een probleem voor mensen die het sterk of langdurig voelen. Kort gezegd, wanneer eenzaamheid je ongelukkig maakt of het je belemmert in je functioneren.

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een participatieladder?
A
Een model dat de verschillende niveaus van meedoen van individuen in de samenleving beschrijft
B
Als een meetinstrument voor boosheid.
C
Als een methode om te meten of iemand een baan heeft
D
Als een manier om te begrijpen welke diagnose iemand heeft

Slide 18 - Quizvraag

Benoem de treden van de participatie ladder

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Waaruit bestaat een sociaal netwerk?

Slide 21 - Open vraag

Waaruit bestaat een sociaal netwerk?
Een sociaal netwerk bestaat uit iedereen met wie je een duurzaam contact hebt. Dat kan een hecht contact zijn, zoals met je beste vrienden. Maar dat hoeft niet. Ook de dochter van je sportmaatje, met wie je regelmatig een praatje maakt, behoort tot je sociale netwerk. Het voordeel van ondersteuning door je eigen sociale netwerk is dat de contacten hechter en blijvend zijn. Bij professionele steun kan iemand bijvoorbeeld van werkkring veranderen en dan ben je ineens aangewezen op iemand anders.

Slide 22 - Tekstslide

Wat kan een sociaal netwerk bieden?

Slide 23 - Open vraag

Wat kan een sociaal netwerk bieden?
  • Praktische steun.  
  • Materiele steun.
  • Emotionele steun.

Slide 24 - Tekstslide

Welke verschillende instrumenten kun je gebruiken om het sociale netwerk van je cliënt in kaart te brengen?

Slide 25 - Open vraag

In kaart brengen van een sociaal netwerk
Je kunt met behulp van verschillende instrumenten het sociale netwerk van een client in kaart brengen. Deze les ga je leren hoe je de volgende instrumenten kunt gebruiken:
➢ Groslijst
➢ Genogram
➢ Ecogram
➢ Netwerkcirkel van Lensink
➢ Contactladder
➢ Wijkecogram
➢ Straatladder
➢ mantelscan

Slide 26 - Tekstslide